Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 3
(1890)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
De boekdrukkunst en de geestelijkheid, tot 1520
| |
[pagina 60]
| |
alleen door het gesproken maar door het gedrukte woord willen predikenGa naar voetnoot(1). Een duidelijk sprekend bewijs van deze verhouding der kerkelijke personen tot de drukkunst vindt men in de namen der geestelijken en geestelijke gezelschappen welke als drukkers bekend zijn. De vooruitgang in de boekenkunde brengt alle dagen nieuwe namen aan het licht, na hetgeen daarover reeds door schrijver dezesGa naar voetnoot(2) op verrassende wijze is bekend gemaakt. | |
A. - Geestelijken welke eigenhandig drukten; alphabetisch naar de plaatsnamen geregeld.In Barcelona, in Spanje, drukte de priester Petrus Posa, geboortig uit Catalonië in 1481, 't zij alleen, 't zij in gemeenschap met Petrus Bru of Brun uit Savoye. Zijne werken, deels in 't latijn, deels in 't catalonisch, sluiten met de woorden: ‘Per Petrum Posa presbyterum gotholaunum (catalonisch priester)’, of ‘Per Pere Posa prevere’, of ‘Per Pere Posa prevere e stampador’Ga naar voetnoot(3). In 't jaar 1494 verscheen een spaansch drukwerk van reverendissimum magistrum Johannem Rosembach, Alemannum de Haydelberch, dus, door den hoogeerwaarden Duitscher uit Heidelberg, Johannes Rosembach gedrukt. Rosembach drukte nog in 1498. In Bazel, waar wij al spoedig leerlingen van Gutenberg zien optreden, vinden wij in 1494, Johann Bergmann, van Olpe in Westphalen, als drukker. Bergmann was de deken der kapel van St.-Jan te Bazel en | |
[pagina 61]
| |
aartsdiaken te Moutiers-Grandval, in het bisdom BazelGa naar voetnoot(1) Te Beromunster (Munster in Aargouw, in Zwitserland) drukte de kanunnik Helyas Helie in 1470. In 1870 gaf de kanunnik J.L. Aebi een feestschrift over die gebeurtenis uitGa naar voetnoot(2). Te Breslau is in de 15e eeuw Kaspar Elyar, eveneens kanunnik, als drukker bekendGa naar voetnoot(3). Te Brixen in Tirol vinden wij in 't jaar 1499 den priester Baptista Farfengus (uit Farfengo geboortig), doctor van het kerkelijk recht, als drukker van talrijke werken in latijnsche en italiaansche taalGa naar voetnoot(4). 't Is niet zonder belang, dat het eerste drukwerk van Brixen, namelijk de werken van Vergilius, op aanzoek van eenen anderen priester, met name Petrus Villa is uitgevoerdGa naar voetnoot(5). In Brünn, Passau en Venetië zien wij achtereenvolgens Konrad Stahl (vergriekscht Chalyps), uit Memmingen, in het bisdom Augsburg, aan 't einde der 15e eeuw optredenGa naar voetnoot(6). Deze Stahl is wel reeds lang als drukker bekend; men is echter eerst door Dudik te weten gekomen dat hij een priester was Te Florence zien wij, in de vijftiende eeuw, drie priesters in eene drukkerij aan 't werk; de eene noemt zich Laurentius de Morgianis. Hij drukte gemeenschappelijk met den Mentzer Johannes Petri, in 't jaar 1493Ga naar voetnoot(7). - De tweede heette Franciscus de Bonacursiis, die | |
[pagina 62]
| |
Usuards Martyrologium in 1486 drukte. De drukproeven werden hem verbeterd door den dom-proost Georg Anton VespucciGa naar voetnoot(1). De derde drukker, hier bedoeld, is alleen met zijnen voornaam en de hoofdletter zijner familienaam bekend: Bartholomeus P. eveneens een priester, uit Florence geboortig. Hij teekent aldus: ‘Impressum per me Bartholomeum presbyterum Florentinum’, 1492-1500Ga naar voetnoot(2). Te Goupillères, in Normandië, vindt men Michel Andrieu, die een priester-drukker wasGa naar voetnoot(3). In Kopenhagen drukte kanunnik Paul Reff, in 't begin der zestiende eeuw, liturgische boeken voor de bisdommen Trondhjem en RoschildGa naar voetnoot(4). In Landshut en Neurenberg komt als ijverige drukker, omtrent het einde der 15e eeuw, tot in 1529 ‘Venerabilis dominus’ Johann Weissenburger ‘Briester’ voorGa naar voetnoot(5). Te Leipzig, wat later zulk eene gewichtige rol in de drukkunst speelde, komt een leeraar der godgeleerdheid, namelijk Andreas Friesner als priester voor. In Neurenberg drukte hij eerst gemeenschappelijk met Sensenschmied, later zonder, geheel op zich zelven. Hij vermaakte zijne pers aan het klooster der Dominikanen te Leipzig, en stierf in 1504 te Rome, waarheen paus Julius II hem had ontboden, en hem den titel gaf van Ordinarius primusGa naar voetnoot(6) Te Lerida, in Catalonië, treffen wij den duitschen priester Hendrik Botell, uit Saksen, in 1479Ga naar voetnoot(7). | |
[pagina 63]
| |
In Milaan hebben een aantal geestelijken de uitvinding der drukkunst op eigen kosten bevorderd. Wij weten van een hunner, met name Johann Peter Casarotus dat hij te zamen met Bernardijn Pizoni, eveneens uit Milaan geboortig, in 't jaar 1498 drukteGa naar voetnoot(1). Te Metz vertoont zich de carmeliet Johann Colini, in gemeenschap met eenen zekeren Gerhardus als drukker van Vermaningen voor het geestelijk leven. Amoniciones ad vitam spiritualem utilesGa naar voetnoot(2). Wij vinden te S. Nicolas du Port, bij Nanzig, eenen pastor genaamd Pierre Jacobi, als drukkerGa naar voetnoot(3). Hij verschijnt ook te Toul, alwaar hij onder anderen in 1509 een werk over doorzichtkunde ter perse brachtGa naar voetnoot(4). In 1503 gaf hij een Horarium van O.L. Vr. uit. In 1518 drukte hij een werk over den Nanziger oorlog, ‘In celebri Lotharingie pago divi Nicolai de portu.’Ga naar voetnoot(5) Te Piscia verscheen in 1485 een werk, waarvan als drukkers worden genoemd, de gebroeders Laurentius presbyter en FranchusGa naar voetnoot(6). Johann Beckenhaut, clericus uit Mentz, drukte te Regensburg, Straatsburg en Wurzburg, zoowel heidensche als liturgische werken. Zijne eigene werken en briefwisseling bewijzen ook dat hij een beschaafd godgeleerde was. In 1498 verwierf hij te Regensburg het burgerrechtGa naar voetnoot(7). Sixtus Rissinger, kapelaan te Ungersheim bij Colmar en (later?) onderpastor van St. Thomas, te Straats- | |
[pagina 64]
| |
burg, voerde in 1471 de drukkunst te Napels in. Hij werd door koning Ferdinand en zijn hof met de grootste welwillendheid bejegend. De hoogste eereposten waren hem bestemd, een bisschopszetel werd hem zelfs aangeboden, doch Rissinger weigerde deze gunsten. Later hield hij ook te Rome eene drukkerij. Een andere priester uit den Elzas, Diebold Schenkbecher, later kanunnik van het kapittel van St. Thomas, drukte eveneens te Rome. In het jaar 1473 gaf hij een werk uit, waarin behalve hij zelf ook de venerabiles Wendelinus de Wila (beiden magisters der vrije kunsten) en Johannes Renhard als drukkers worden genoemdGa naar voetnoot(1). Te Sudercop in Zweden liet Johann Brask, in 1523 eene papiermolen bouwen en eene drukkerij inrichten, waarvan Olay Ulrici, een priester, de leiding op zich namGa naar voetnoot(2). De gebroeders Petrus presbyter en Gerardus Ingmari trokken in 't jaar 1491, naar Lübeck om aldaar de Openbaring der H. Brigitta te laten drukken. Na verloop van een jaar, toen ongeveer 800 boekdeelen op papier en 16 op perkament gedrukt waren, keerden zij, op Katharinendag 1492, naar 't klooster Wadstena terugGa naar voetnoot(3). Het duurde niet lang of ook op IJsland werd de boekdrukkunst ingevoerd. Bisschop Johann Areson richtte de eerste pers te Hobar op. Daaruit kennen wij, bij voorbeeld, een brevier van 't jaar 1534Ga naar voetnoot(4). In Venetië vinden wij onder de 200 drukkers in 't jaar 1500 in elk geval vier geestelijken aan 't werk. | |
[pagina 65]
| |
De eerste drukker alhier, tevens de eerste voor geheel Italië, was de priester Clemens van Padua. Hij drukte in 1471 te Venetië het werk over medicijnen van J. Mesue (De medicinis universalibus). De uitgever zegt van hem in de voorrede: ‘Deze goede priester Clemens heeft de drukkunst nooit zien uitoefenen, doch slechts eenige bijzonderheden daarvan gehoord, en daarop het overige van zelf begrepen’Ga naar voetnoot(1). De tweede welke hier in aanmerking komt is de presbyter Laurentius de Aquila, welke met Sibyllinus uit Ombrië in 1470 als drukker optreedtGa naar voetnoot(2). De derde is een priester uit Bergamo, Bonetus Locatellus, die in 1486, met ondersteuning van den edelen Octavianus Scotus onder anderen Civitas Dei van H. Augustinus afdrukteGa naar voetnoot(3). De vierde is een zekere Franciscus, uit Lucca, zich noemende ‘priester en cantor aan de St. Marcuskerk’, welke gemeenschappelijk met Antonius Francisci (filius?), in 1499 een gedicht drukteGa naar voetnoot(4). Hertog Bozidar uit Servië liet door verschillende geestelijken en monnikken, van 1519 tot 1528, te Venetië een aantal liturgische werken drukken. Hij werd daarin ondersteund door eenen monnik Pachomius, uit Reka in Montenegro, twee anderen, Theodoor en Mozes genaamd, en eenen priester TheodosiusGa naar voetnoot(5). (Wordt voortgezet.) |
|