Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 2(1889)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] In Memoriam, door J.W. Spin. WAT ging ik vaak met U op rozen in dit leven De stroomen langs - de heuv'len op en af! Wij droomden van geluk - in deze aardsche dreven, Wij hadden alles wat de wereld ons kon geven... En toch hoe spoedig zonkt gij neêr in 't graf. Wel ver van huis en haard - van allen die u minden - Sloot gij 't moederoog in 't vreemde, heete land. Wel ver van huis en haard en van uw trouwe vrinden, Die op uw baar zelfs niet een krans konden doen winden, Wel ver van huis, aan 't vreemde strand. De liefelijke zon doet hare blijde stralen In woud, in dal, op 't duin en in het meer Gelijk ze vroeger plach, ook thans weêr nederdalen, Ook ruischt, gelijk voorheen de zang der nachtegalen..... Maar eenzaam denk ik aan ons blij weleer. Mij komen voor den geest zoovele schoone dagen, Te snel helaas! verdwenen in het niet; En flauw van toon weerklinkt in somb're najaarsvlagen, Als woeste stormen zelfs het laatste loof verjagen, Ons oude, mij zoo wel bekende lied. Maar zijt gij ook niet meer, 'k gedenk u steeds in trouwe, O goede medgezel, o vroeg ontslapen vrind. O zij het mij vergund, dat ik U weêr aanschouwe Voor Godes troon, waar alles zich ontvouwe En dat ik U bij Jezus wedervind! Meer leed. Een kind verliezen door den dood is hard, Maar veel meer smart Een kind in 't leven reeds te derven..... Dat doet meer leed dan 't droeve sterven Aan 't vaderhart. Mr. J.W.S. Heidelberg, 25 Nov. 1888. Vorige Volgende