Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 1
(1887-1888)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 678]
| |
CoornhertGa naar voetnoot(1).Inleiding.SOMMIGE lezers der Dietsche Warande zullen in het onderstaand artikel eene studie herkennen, welke in de Haagsche stemmen, opgericht in 1887, door den heer Dr Schaepman, is afgedrukt. Dr Jan ten Brink, die zich nu, sedert meer dan het vierde eener eeuw, met Coornhert heeft bezig gehouden (zijne eerste verhandeling over dit onderwerp dagteekent van 1860), had (zooals reeds aangekondigd is) aan de redactie een opstel toegezegd, ter gelegenheid van het verschijnen des werks van den heer, F.D.J. Moorrees, Dirck Volckertszoon Coornhert, notaris te Haarlem, de Libertijn, bestrijder der gereformeerde predikanten, ten tijde van Willem I. Levens- en karakterschets. Schoonhoven, S. en W.N. van Nooten, 1887. Het was evenwel onzeker of het artikel tijdig genoeg voor de 6e aflevering gereed zou kunnen wezen. Daarenboven drukte ons prof. ten Brink den wensch uit, dat nevensgaand artikel in de Dietsche Warande | |
[pagina 679]
| |
verscheen. ‘Niemand zal het.... kwalijk nemen, als ik van dezen arbeid nogmaals partij trek,’ zoo schreef hij. ‘Ook moet ik u verwittigen,’ zegt de schrijver, ‘dat er op dit oogenblik in ons land twee schrijvers bezig zijn met Coornhert. Het geldt eene prijsvraag’. Onder deze omstandigheden is de redactie voorloopig in het denkbeeld getreden van den heer ten Brink, met verlangen uitziende naar het oogenblik, waarop een volledig overzicht der Coornhert-literatuur zal kunnen verschijnen. De rechtzinnigheid van onzen zestiende-eeuwschen dichter maakt hem tot eenen der merkwaardigste verschijnselen onzer geschiedenis. Dat hij zich menigmaal naar twee tegenovergestelde zijden moest afweren is het bewijs eener onpartijdigheid, die men gaarne erkent, al deelt men ook niet altijd 's mans beginselen. En daarmede laten wij het woord aan den heer prof. ten Brink. |
|