in den salon of aan het hof à petit feu gebraden te worden, dat is ook al niet erg prettig. Vas donc pour les Nibelung, waarin men bij un petit trait de flûte in geestdrift ontbrandt (?), zonder in 't minst toon of woord te verstaan.
De lastige dramaschrijvers dwingen u veel meer tot luisteren en verstaan! Daar ligt de knoop! Anders ware 't toch evenzeer chique geworden de Meiningers als de hoogduitsche zangers te gaan hooren.
Zich voorbereiden om Maria Stuart of Die Jungfrau van Orleans te gaan zien... het stuk te lezen en er over na te denken, dat kan men toch van niemand vergen!
Men moge tegen de kunst dezer ervaren tooneelspelers inbrengen, dat vele eenvoudige volzinnen en regels te zeer gedeclameerd, en als op den preêktoon worden voorgedragen! Men moge zeggen dat geen hunner hemelhoog boven de anderen uitsteekt. Het zij zoo.
Wij zullen den gezwollen toon niet verdedigen, al kwam die ook in de stukken van Shakespeare minder voor, dan in de Schiller'sche drama's. We zullen ook niet ontkennen, dat zich tusschen deze spelers geen Possart, geen Salvini, geen Garrick, geen Talma, geen Rachel of Ristori bevindt.
Maar tien dubbel heeft de groep van kunstenaars den lof verdiend die hun is toegezwaaid; tien dubbel de ontvangst die hun in Nederland en Antwerpen is te beurt gevallen, door de groote voortreffelijkheden welke zij gezamenlijk toonen.
Vergelijkt vooreerst hun répertoire eens bij dat van andere toooneelen, en vooral bij de brusselsche schouwburgen, waar bloedschande en echtbreuk de opmerkzaamheid der hoorders avond aan avond in pacht nemen.
Vergelijkt de orde, de eenheid, de juistheid der