sel van Lambrecht van Briade, voorzitter van den grooten raad te Mechelen. De volgende platen zijn geteekend en uitgevoerd door Krafft zelven: De puinhoopen der stad Brussel, na de belegering van 1714 door Lodewijk XIV. Waren deze platen omtrent 1714 uitgevoerd, dan zouden deze de eerste van Krafft zijn; doch wij twijfelen er grootelijks aan.
Hij heeft ook de plaat van den grooten autaar van het H. Sakrament van Mirakel te Brussel vervaardigd; Gezicht van Bergen in Henegouwen in 1725; de afbeeldsels van Maria-Theresia; Servaas Augustijn De Villers, hoogleeraar te Leuven, 1738; Hendrik-Jan Croes; Jan Wiggers, hoogleeraar te Leuven, 1755; Maarten Steyaerts, 1735.
Ook heeft hij met vele andere plaatsnijders gewerkt aan Het geestelijk tooneel van Brabant, door Le Roy uitgegeven. Het zijn grafteekeningen, enz. voorkomende in het tweede deel, blz. 199, 225, 245, 254, 260 1o, 260 2o en volgende, 279, 287, 304 1o, 304 2o, 382, 392, en in de tweede afdeeling blz. 5.
Een groot deel zijner houten platen zijn verzameld in een register, berustend in de koninklijke boekzaal te Brussel. Zij dragen het opschrift: Verzameling van alle de houten platen gesneden door J.-L. Krafft van Brussel, begint in 't jaer 1717 ende eyndigt 1750. De merkwaardigste dezer platen verbeeldt eenen koning, waarschijnlijk Sobieski voor de stad van Weenen, en is gedagteekend 1717. Deze plaat is zeer verdienstelijk.
De lijst, waarvan wij hier boven melding maakten, behelzende Kraffts verzameling van platen, te Brussel in 1797 verkocht, meldt ook eenige teekeningen door hem gemaakt, op de volgende wijs: ‘Deux paysages avec figures dessinés à la plume, au burin et rehaussés d'un ton bleu.’
Karel Piot.