Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 5

[p. 299]

Bibliografie.

Napoleon-Cyclus.

Een jonge hollandsche geleerde Dr. L. Simons, leeraar van 't koninklijk Athenaeum te Leuven, heeft te Roeselaere, bij De Seyn Verhougstraete, eenen bundel gedichten uitgegeven, die hij Napoleon-Cyclus betitelt.

Het is een keurig met kleuren en vignetten gedrukt boekje, wat slechts op 375 genummerde exemplaren gedrukt is.

Het doel des schrijvers is noch de verheerlijking noch de verguizing van het Napoleontisch stelsel. In het voorbericht deelt hij den lezer mede dat hij de opkomst, grootheid en val der Napoleons ‘heeft willen schilderen in onafhankelijke oden, omdat de feiten die daarmede samengaan’ eenig zijn in de geschiedenis.

De jonge dichter wil Napoleon I als ‘verspreider der vrijheidsbeginselen van 89’ verheerlijken, doch tevens aantoonen, gelijk Barbier:

‘O Corse à cheveux plats qne ta France était belle
Au beau soleil du Messidor!’

De verzen van Dr. Simons zijn in 't algemeen zuiver, vloeiend en krachtig, zelfs zijn de uitdrukkingen van energie wat al te talrijk. De metra zijn zeer afwisselend en aantrekkelijk. Zij wekken niet weinig op tot de lezing van het geheele boekje, sluitende met de woorden:

‘Meer dan krijgsroem zal het streven
Verheerlijkt zijn bij 't nageslacht
Van hem, die eenig in Europe,
Beschavingslicht en toekomsthope
Aan eene nieuwe wereld bracht.’

Zonder restrictie zullen de meeste lezers deze woorden wel niet onderteekenen.

Dr. P.A.T.

[p. 300]

Das Kirchenlied, insbesondere für Schule und Haus bearbeitet von Joseph Pape. Buren i./W. Verlag von Christian Hagen (f 1).

Wij kondigen hier, bijzonder voor de menigte duitsche gezinnen onzer hoofdstad en van het land, een uiterst nuttig boekje aan.

De schrijver, ofschoon katholiek, heeft zijn werk voor alle geloovige Christenen ingericht. De protestantsche lezer zal zich niet beleedigd, maar wel gesticht gevoelen door de menigte daarin voorkomende gedichten, die hij met vol gemoed aanstemmen kan.

Het werk maakt geenerlei aanspraak op geleerdheid, en zangwijzen komen er niet in voor, doch van vele liederen zijn die door het rhythmus bekend of gemakkelijk te vinden.

Het zou echter een groote winst zijn geweest, indien de schrijver (zoo niet álle melodiën, gelijk in de Kerstliederen, enz. van J.A. en L.J. Alberdingk Thijm), gelijk bijv. Dr. B. Hölscher in zijn Deutsches Kirchenlied, eenige oude melodiën had medegedeeld.

Het was niet noodig de oude spelling, gelijk Hoffmann v.F. dit met Michaël Vehe's Gesangbüchlein heeft gedaan, te behouden.

Eindelijk verdient des schrijvers bijzonder doel nog geprezen te worden, namelijk een bundel stichtende liederen voor huis en veld en niet alleen voor de kerk uit te geven. Het zou niet kwaad geweest zijn indien Pape den titel van zijn werkje daarnaar had ingericht, b.v. ‘Stichtelijke liederen voor dagelijksch gebruik’, of iets dergelijks. De uitdrukking Das Kirchenlied is niet geheel wel gekozen.

Leuven.

Dr. P.A.T.