de heldere uiteenzetting van de warme, eerlijke, oprechte gevoelens van vaderlandsliefde, waardoor Vreede te allen tijde werd bestuurd in alles wat hij schreef en sprak. Bij Vreede stond het a priori vast, dat ons land, ook op het gebied der Buitenlandsche Staatkunde nog iets meer te beteekenen had dan dat, waartoe ‘onze tegenwoordige Staatkunde ons schijnt te veroordeelen.’ Met andere woorden, Nederland moest (en volgens Vreede was het daartoe in staat) weêr trachten te worden, hetgeen het in de dagen van Oldenbarneveldt en bovenal in die van de Wit en Willem III was geweest. Met deze gegevens als uitgangspunt in de hand, worden door den schr. Vreede's uitingen zoo mondeling als schriftelijk herhaaldelijk toegelicht en het valt niet te ontkennen, dat, onder dit licht bezien, er in het dikwijls, het zij ons vergund het te zeggen, schijnbaar verwarde optreden van Vreede, eene waarlijk verrassende samenhang van gedachten en eene eenheid van handelen te vinden is.
Of de punten van verschil tusschen Thorbecke en Vreede, op pag. 35 en v.v. gegeven, den toets der kritiek naar waarheid kunnen doorstaan, zij aan meerbevoegden overgelaten ter beoordeeling. Dit laatste geldt ook, waar de Heer C. Busken Huet, die eenmaal de meening uitsprak, als zou Vreede voor Thorbecke bevreesd geweest zijn, door den schr. met een beroep op alle oud-leerlingen en hen, die over Vreede's karakter kunnen oordeelen, tot de orde wordt geroepen.
Eene leemte in den arbeid des heeren Spin noemen wij het, dat enkele werken van Vreede, welker titels (wij komen zoo aanstonds daarop terug) hij wel vermeldt, niet de eer eener enkele bespreking zijn waardig gekeurd, wat bijv. uit een historisch oogpunt van belang had kunnen wezen voor het tweede der geschriften, welke schr. op pag. 39 mededeelt. Daar tegenover staat, dat de schr. aan zijn werk een Index heeft toegevoegd, waarop de werken, die Vreede het licht deed zien, zijn vermeld. Wij weten niet of die lijst volledig is, doch dat zij voor hen, die Vreede uit zijne werken willen leeren kennen, van veel belang voor hunne studie is, ligt