Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 5
(1886)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 121]
| |
Sprokkels van het terrein der genealogie
| |
[pagina 122]
| |
Wouter Pijll, oudt-borgermr deser stede ende Joffer Helena Vogels van Emmerick... hebben... naer behoeren malcanderen bij dese getrouwt... Actum... 2 Octob. 1604. Op 25 Januari 1607 hebben ‘Joncker Johan van Schagen ende Jonckvrouwe Wilhelmina van Camons... den anderen bij dese getrouwt.’ Joncker Jacob van Amstel van Mijnen heer van Londersloet ende Jonckvr. Maria van Sparnwouw... hebben... den anderen getrouwt. Actum ten huyse der Jonffr. ende Wede van Sparnwouw... den 24 Sept. 1615. (Zie van Spaen Historie der Heeren van Amstel bl. 193/4.) Den 17 Augusti 1626 sijn alhier op den stadthuyse getrouwt Rodolph van Suylen van Natewisch jongman ende Elisabeth Speelvelt jonge dr. Jor Jacob Haexen heer van Lewenberch ende Jonffr. Maria van der Vecht sijn in den houwel. staet bevesticht... den 2 Mei 1631. Jor Gerardt in gen Nulant, vendrich onder den Ed. Heer Oversten Duyck, ende de Weledele Jonfr. Wellmegonda (?) van der Vecht sijn versocht hunne proclamatien, omme haer in den houwel. staet te doen bevestigen; waer d'eerste proclamatie gedaen is den 12 Febr. 1632, waerop d'andere ook gevolcht sijn en dat sonder eenige verhinderinghe. Mr Pijll, rentmr van Sijn Gen. van Brederode ende Jonffr. Gijsberta van Wede sijn nae drie voergaende proclamatien in den houwelicken staet bevesticht.... den 2 Julii 1632. Mr Herman Bolck lieutenant, geassisteert met Mr Jacob Roelofsz de Jong sijn swager, [Com.?] generael over de convoyen en licenten van de Nederlanden, ende Jonfr. Anna Pijll, geassisteert met de Here Mr Pijll, rentmr ende raedt van Sijn Gen., hebben op den 8 Januarij 1637 hare houwelixe proclamatien doen aanteeckenen..... Op den 5 Febr. 1637 is attestatie dyenaengaende gedaen. Op huyden, den 27 Sept. 1640 zijn Jor Augustyn van Teylingen ende Alitgen Jans Deteren, beyde geboortich van Haerlem, haerl. houwelix-proclamatien vergost...... Op huyden, den 23 Decemb. 1640 sijn Mr Arnoldus Schadé, advocaet voer den Hove Provinc. van Utrecht, binnen d'selve stadt wonende, ende Joffrouwe Elisabeth van Vianen, wonachtigh tot Vianen, haerluyder houwelixe proclamatien vergost.... Op huyden, den 18 August. 1641 sijn Mr Anthonis van Wevelinckhoven, advoc. voer den Ed. Hove van Hollant, ende Joffrou Maria van Vianen haerl. houwelix-proclamatien vergonst..... Op huyden den 23 April 1642 zijn den Well Ed. Gestr. Johan van der Vecht, woonende tot Vianen, sullende sich begeven in | |
[pagina 123]
| |
den echtestaet met Joffr. Aleidis in gen Nulant, dr. van den Wel Ed. Gestreng. Advocaet Arnolt in gen Nulant, haerl. houwelix-proclamatien vergost.... Huyden den 13 May 1644 sijn Jor Rogier van Leefdael en Jofr Hester van Leefdael haer houwelixe proclamatien vergost. Getrouwt den 2 Julii 1644.
Onder de minuten en ingekomen stukken van hetzelfde archief der stad Vianen berust een schrijven van het Bestuur der stad Utrecht, van 17 Sept. 1697, 'tgeen aankondigt dat ter laatstgemelde stede ten huwelijk zijn afgekondigd ‘Mr Gerardus Lap advt. tot Vianen ende Jor Theresia van Schuylenburch’, wonende te Utrecht.
Een doopboek der Roomsche gemeente van Vianen, thans berustende op het stadhuis aldaar, zegt: 1707, 12 Martii, Hagesteyn in domo Nieuwesteyn baptizatus Josephus Joannes Adamus Bernardus, filius Praenob. Dni Bernardi Wilhelmi Francisci van Bronckhorst et Praenobilis Dnae Agnetis Dorotheae van Uyterwijck; suscipientibus Praenob. Dno Joanne Georgio van Bronckhorst et Ottina Catharina van Bronchorst abbatissa abbatiae SlenorsteGa naar voetnoot1). 1708, 8 Maji, Hagesteyn in domo Nieuwesteyn baâ Maria Aloysia Christina filia..... (als zoo even); suscipientibus Praenob. Dno Ernesto van Bronckhorst et Praenob. Della Aloysia van Vrede. 1709, 20 Decemb., in Hagesteyn in domo Nieuwesteyn bâus Carolus Wilhelmus Josephus, filius.... (als zoo even); suscipiente Della Charlotta Wilhelmina van Uyterwijck.
Voor getrouw uittreksel en eensluidend afschrift getuigt:
J.H. Hofman. | |
[pagina 124]
| |
II.
| |
[pagina 125]
| |
van 1630 werd de nieuwjaarswensch van voornoemden Drossard gevolgd door een nieuwe en nog verscherpte afkondiging van het plakaat zijns meesters. Wel een blijk dat het den Heer van Vianen ernst was. Daarentegen leert ons het archief der Roomsche kerk van Vianen, dat de laatste heeren van Brederode, die op het huis den Bol tegenover Kersberg waren gevestigd en zich heeren van Bolsweerd moesten noemen, wijl zij de echtheid hunner afkomst voor het burgerlijk gerecht niet konden bewijzen, als edelmoedige beschermers der verdrukte Katholieken der heerlijkheid Vianen optraden. Want een oud doop- en trouwboekje in laatstgenoemd archief nog aanwezig zegt ons niet alleen dat er gekerkt werd ten huize van den heer van der Noot, maar ook op den Bol, het kasteel der Heeren van Bolsweerd, die destijds ook de drosten waren van Ameide en Thienhoven. Op 8 Novemb. 1668 staat er een kind opgeteekend, van Cornelis Jacobs en Merrike Diercx, gedoopt ‘in templo op den Bol.’ In Sept. 1662 gewaagt het trouwboekje van een huwelijk, ingezegend ‘in domi Drossardi, in Sacello, post coetum coactum.’ De drost van Vianen, die, zoo als wij boven zagen, ten Nieuwjaarsgeschenk slechts bittere placaten voor de Roomschen had, kan hier niet bedoeld zijn; blijft dus alleen de Katholieke drost van Ameide en Thienhoven, die wegens zijn hoogen stand de geschikte man was, om zijn huis veilig te leenen tot vergadering der Katholieken en ter viering der H.H. Geheimen. Hetzelfde boekje leert ons meer in het bijzonder, dat Cornelia Mary, dochter van Hendrik van Brederode v. Bolsweerd, die na eenige jaren Geestelijke Dochter te zijn geweest, te Mechelen in het Karmelitesenklooster ging, dezen stap nog niet had gedaan op 31 Januari 1655, wijl zij op dien datum zoo wel als op 25 Decemb. 1653 in het doopboekje voorkomt: ‘suscipiente Domella Cornelia van Brederode’. Een Religieuse te Leuven kan moeilijk als pete zijn toegelaten; en zoo dit soms op minder regelmatige wijze mocht geschied zijn, dan ware zij gewis niet eenvoudig ‘domicella’ = freule genoemd. | |
[pagina 126]
| |
Een gansche rij neven en nichten van freule Cornelia komen vervolgens in het Vianensche doopboekje voor; het zijn de kinderen van haren broeder Frederik Lodewijk Drost van Ameyde en Thienhoven, gewonnen bij vrouwe Theodora Anna van Renesse van der Wulp: 1662, Octobris die 23 [baptizatus] Oswaldus Servatius Brederode, filius Domini de Bolsweert; patrinus A.D. Proepositus Trajectensis D. Oswaldus Brederode. - De opmerker ziet hier een stellig tijdstip aangegeven, waarop Jor Oswald Willem, op bl. 27 van bovengenoemd deel dezer Warande zonder bepaling van tijd als proost vermeld, in het bezit der proostdij van Maastricht voorkomt. 1664, Joannes Ignatius filius Drossardi et D. van den Bol, suscipiente D. Praeposito Trajectensi per sororem uxoris suae; - op den Bol; 30 Julii sive pridie S. Ignatii, quo natus. 1666, 2 Septemb. Gertrudis Maria, filia Dni et Dnae van den Bol.... - in domo op den Bol. 1667, 11 Novemb. Gertrudis Gerardina, filia Dni Frederici de Brederode de Bolsweert et Dnae Annae de Renesse; suscipiente A.D. Praeposito Trajectensi Joanne de Brederode; - op den Bol. - Met het oog op boven vermelde bl. van het voornoemde deel dezer Warande wordt bemerkt, dat wij hier een stelligen datum hebben erlangd, waarop Johan Adolf v, Br. v.B. aan zijn broeder in de proostdij van Maastricht reeds was opgevolgd. Later zal ons blijken, dat hij op 7 Mei 1701 nog in leven en in het bezit zijner proostdij is. 1669, festo S. Jacobi: Theresia filia Dni et Dnae de Bolsweert. 1670, 6 Septemb.: Maria Cornelia, filia Dni et Dnae de Bolsweert, suscipiente Dno Praeposito Trajectensi et Domella Renesse, sorore Dnae; in domo Bolsweert. 1672, 22 Martii Josina Zara filia Dni et Dnae Bolsweert, suscipiente Dno Dijckgravio [Hendrik v. Br. v.B. sedert 1663 Dijkgraaf des lands van Vianen] loco sororis; in Bolsweert. 1674, 11 Aprilis: Theodora Jacoba, filia Dni de Bolsweert Frederici de Brederode et Dnae Renesse van Vulp; suscipiente | |
[pagina 127]
| |
Dno Dijckgravio loco amitarum, Dominarum Theodorae et Jacobae; - in domo Bolsweert. - De hier vermelde amitae = vaders-zusters die volgens de zegswijze van het doopboekje de moeiën van den doopeling aanduiden, doen zien dat op bl. 26 e.v. van meergenoemd deel dezer Warande niet alle kinderen van Jor Hendrik van Br. v.B. zijn vermeld. Want dat gezegde Jonker het beter zal geweten en juister hebben uitgedrukt dan de voor de H. Kerk verantwoordelijke schrijver van het doopboek, valt bezwaarlijk aan te nemen. Er moet dan wel aan eene gaping in het H.S. der ‘Memorien’ van Jor Hendrik gedacht worden. Of zou men moeten aannemen, dat hij het voorbeeld van zijn grootvader gevolgd en, na overlijden zijner gade, met de linkerhand eene vrouw heeft getrouwd, wier naam hij verbergt, zooals hij hare kinderen verzwijgt? 1675, 29 Sept. festo S. Michaelis: Clemens Walburga, filia Dni et Dnae de Bolsweert, suscipiente Della van der Sande sorore Dnae de Bolsweert; - domi parentum. - Bij ons zoeken om eene zuster der vrouwe van den Bol te vinden, die haren naam aan een van der Zande ontleende, kwam ons niemand voor dan alleen Hester van Renesse van Wulp getrouwd met Jacob van Hembyze, commandant van Heusden, die in Juni 1673 bij het geweldig beleg van Maastricht den dood vond. Zijn weduwe moet dan kort daarna met een van der Zande zijn hertrouwd. 1678. 20 Januarii Josina Clara filia, Nobilis Dni HenriciGa naar voetnoot(*) a Brederode van Bolsweert et Theodorae Renesse; - in domo paterna. Een jonger doopboek der kerk van Vianen thans op het stadhuis aldaar bewaard zegt ons verder: 1699.... Augusti, in Lexmont, in domo paterna [baptizatus] Carolus Adolphus filius Nobilis Dni Henrici a Brederode van Bolsweert et Annae Catharinae Corsaen; suscepit Dna [Beatrix | |
[pagina 128]
| |
Adriana] Ram, uxor nobilis Dni [Joannis Georgii de Bronckhorst, Dni] van Vueren. - Wij zien hier, dat Jor Hendrik Maxim. van Brederode na doode zijner eerste vrouw een tweede huwelijk heeft gesloten met eene dochter van Noël Corsand de Bellecourt. Bij zijn dood in Augustus van het jubeljaar 1700 had hij haar twee zonen doch tevens meer schuld dan goed nagelaten, zoo als het volgend stuk ons doet zien:
Renunciatie ende Accoord.
Compareerden etc Vrouwe Johanna Catarina Teresia Corsand de Bellecoert, douairiere van den HoochEdelgeboren heer Hendrick Maximilian van Brederode, in sijn leven heere van Bolseweert, voor haer selven ende mede als moeder ende tutrice van hare twee onmondige kinderen, genaempt Hendrick-Antony, ende Carel-Adolph van Brederode van Bolseweert, bij de voorn. haren overleden man aen haer in echte verwect, - geassisteerd met d' heer Noel Corsand de Bellecourt haren vader, ter eenre; mitsgaders de heeren Hilarius Theelen, canonick der collegiale kercke van H. Servaes binnen de stadt Maestricht, ende Abraham van Ulenbroeck wonende tot Amsterdam, als gemachtichdens van den Hoochedelgeboren Heer Johan Adolph van Brederode van Bolseweert, hoochproost der gemelte collegiale kercke van St. Servaes, legitime ende testamentaire voocht over de onmondige nagelatene voorkinderen van den gemelten heer Hendrick Maximiliaen van Brederode heere van Bolseweert, geprocreëert bij weilen Vrouwe Brigitta Nooms, in haer leven vrouwe van Aerlanderveen sijne eerste huysvrouw zal., - geassisteert met den Hoochedelgeboren Heer Jurriaen van Bronchorst, heere van Vueren, die in houwelijck heeft de grootmoeder van de voorsecr voorkinderen ter andere sijden; - te kennen gevende dat bij de houwlixe voerwaerden, opgerecht tusschen d'eerste Vrouwe comparante ende voorn. haren overleden heer Man zal., was besproocken ende bedongen, dat, bij vooraflijvicheyt van denselven haren heer Man, sij soude blijven in het volle besit ende vruchtgebruyck van des overledens nagelatene goederen, - alsmede dat de eerste Vrouwe comparante was behoudende de faculteyt omme te mogen renuncieren van winstendeverlies, sonder in eenige schulden, 't sij voor date des houwelix, of staende houwelijck bij den overledene gemaect, gehouden te zijn, - dat oock den overledene bij testamentaire dispositie sijnen outsten zoon Jor Louis Peter van Brederode van Bolseweert hadde geinstitueert in alle sijne nae te latene leengoederen, mits daertegens dragende de lasten daerop | |
[pagina 129]
| |
gehypothequeert en aen yder van des overledens verdere kinderen uitkeerende jaerlix een somme van hondert guldens; - ende aengaende zijne vordere goederen daerinne heeft hij tot universele erfgenamen genomineert sijne samentlijcke kinderen. Maer alsoe bij den staet ende inventaris, van de nalatenschap van den overleden gemaect, bevonden is dat de lasten van de boedel verre surmonteren de effecten, daeronder alle de leenen mede zijn gereeckent, sulcx dat het seer schadelijck soude wezen voor den outsten zoon, die noch minderjarich is. de voors. leenen te accepteren op de last van de voers. hondert guldens jaerlix aen yder van sijne broeders en susters uut te keeren, ende mitsdien niet geraetsaem is voor hem ende oock niet voor de andere kinderen de voors. boedel anders als onder beneficie van inventaris te adieren. Doch evenwel om de eer van den overleden ende familie te conserveren, soo verclaerde de eerste Vrouwe comparante, met assistentie als voren, soe voor haer selven als van wegen hare kinderen te renuncieren ende afstant te doen van alle voordeelen, die haer bij de voors houwelixe voorwaerden zijn besproocken, of die sij in cracht van de ordonnantie soude konnen trecken, alsmede van de hondert guldens jaarlix op yder van haer twee kinderen bij des overledens testamentaire dispositie gemaeckt sonder in eenige winst of verlies te willen participeren, oft in eenige schulden 't sij voor date des houwelix of staende houwelijck gemaeckt te sullen gehouden zijn. Waerop de tweede comparanten in hunne voors. qualité verclaerden den nagelaten boedel van den heere overleden te hebben aengenomen omme denselven te redden, belovende mitsdien eerst d'Vrouwe comparante kost- en schadeloos te houden van alle des boedels lasten ende schulden ende oock te betalen de kosten en salarissen over d'affaires van den boedel gevallen en noch te vallen, sonder dat d'eerste Vrouwe comparante daervan yets sal hebben te dragen; edoch op approbatie van den heere principael der tweede comparanten, bij haerlieden uut te leveren binnen den tijt van veertien dagen. Alles onder verbant als nae rechten. Actum voor van der Laken ende ter Stege, den 7 May 1701.
Naar eene minute, bewaard in het archief der stad Vianen.
Tien jaren na doode zijns vaders trad de tweede der voorkinderen van heer Hendrik Maximil, te Olst in den echt met Angelica Sybilla Josephine du Smit van 't huis Randen; hun huwelijk staat in het trouwboek der katholieke statie van Olst opgeteekend als volgt: | |
[pagina 130]
| |
Anno 1710, die 16 Decembris, Matrimonio juncti sunt legitime Praenobilis Dominus Joannes Carolus de Brederode et Praenob. Domicella du Smit. Testes parentes sponsae. Van zijn ouderen broeder gewagen wij hier ten slotte nog bij de vermelding van den schoon uitgehouwenen, voortreffelijk bewaarden zerksteen, die het graf dekt der heeren van Br. v.B., dat op het koor der kerk van Lexmond ongeveer in het midden, doch afwijkend naar den noordkant is aangebracht. Het hart van de zerk wordt ingenomen door het wapen van de Brederodes van Bolsweerd omgeven met zestien kwartieren. Ten opschrift staat er:
‘De kelder van de Heeren van Brederode van Bolsweert.’ Het onderschrift luidt: ‘Deze zerk is geleyt, om na te koomen d' uyterste wille van wijlen den H.W.G. Heere Lodewijk Pieter van Brederode Heere van Bolsweert en Aarlanderveen, in leeve Capiteyn ter zee ten dienste van zijn Allergetrouwste Majestijd Johannes de 5e, Koninc van Portugal, ridder van 't Kruys [van] Christus, aldaar gestorven den (27) 29 November 1739, oud zijnde 55 jaaren en 7 maanden en begraven in de parochie van Santos tot Lisbon.’
Moge het voorgaande strekken, om wat meer licht te verspreiden over de laatste Heeren van Brederode. |
|