Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,96 MB)

Scans (24,89 MB)

XML (1,27 MB)

tekstbestand






Genre
proza
sec - letterkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 3

(1881)– [tijdschrift] Dietsche Warande

Vorige Volgende
[p. 563]

Een onvolledig bekende brief
van P. Cz. Hooft.

Een veelbelovend kwekeling onzer Akademie verraste mij dezer dagen met de hier volgende redaktie van een brief van den Drost, afgeschreven in de beroemde oudheidkundige verzameling van Jhr L. van den Bogaerde de Terbrugge, te Heeswijk. Ik haastte mij den inhoud met dien eener nog al opgemerkte missive aan Barlaeus (No 948, Br. IV, 214) te vergelijken, en bevond, tot mijn groote voldoening, dat deze redaktie bizonderheden inhoudt, welke in de veelszins voortreflijke uitgave van Dr van Vloten ontbreken. Het geheele stuk, dat door mij tusschen texthaakjens geplaatst is, wordt in de verzameling van Dr van Vloten gemist.

A.Th.

 

(Aan Prof. Casp. Barlaeus.)

 

Mijn Heere!

 

Ten laatste zend ik UEd. eens: Het leven van Peyreskius1 terugge. bedank UEd. zeer voor haare lijdzaamheit in 't lang ontbeeren van 't boek: ende wenschte wel, dat UEd. mij eens quaame ontdanken over zijn traagheit in 't weederkeeren. Maar

[p. 564]

wij gaan morghen naa Ujtrecht, [om de kindren daar te brengen en te leveren aan haaren vaader van der Mejde1, die ze op Maandagh denkt van daar te komen haaien. Joffrouw van Eik oft liever (schreef mijn zoon laatst ujt den Baaghe Joffrouw Ymans, wordt daar ook verwacht en ik leg haar (toe) niet zonder Ymans de reize te zullen aannemen. ‘Wij zijn alle ter bruylofte genoodight, doch mijn dochter Christina heeft alleen bewillight in 't koomen, zoo haare zuster van der Perre2 meede tot zulx verstaat.] Wij maaken gissing Dinxdagh oft Woensdagh weeder hier te weezen en een hoppezak vol tijdingen mee te brengen. Dat waare te veel om in een bladt papiere op Amsterdam gezonden te worden. Derhalve, zoo UEd. lust daartoe heeft men zal er banket mee houden.

Van 't groote boek3 kan ik nog niet scheiden vindende kost daarin, die lekker is voor de geenen, dien ze wel smaakt: gelijk mij en mijns gelijken. Ik vind er UEd. naam al mede gespeld en om zoo te zeggen met roode letters. Waare de schrijver Paus geweest UEd. stonde in den Almanach. Doch het is rujm zoo goedt in de gunste des Prinsen te staan, gelijk UEd. doet, aan de welke zich op 't hartlijkste gebiedt

 

Mijn Heere

UEEd.

Ootmoedighe dienaar

P.C. Hóóft.

 

Ter vlucht, van den Hujze te Mujden, 13 Sept. 1646.



illustratie

1
Nicolas Claude Fabri, seigneur de Peiresc, Raadsheer in het parlement van Aix, geb. op den huize Beaugensier in Provence, Ao 1580. Hij heeft, als jong geleerde, ook Holland, Joseph Scaliger te Leyden en Hugo de Groot in den Haag bezocht. Louis XIII maakte hem Abt van Notre-Dame de Guistre, Bisdom Bordeaux. Hij beoefende de antiquiteiten met veel plastischen zin; ook astronomie en vooral botanie. Hij heeft maar éen geschrift aan de pers overgegeven - eene verhandeling over een antieken drievoet. Hij bezat eene ontzaglijke boekerij, ter beveiliging van welke tegen ratten en muizen hij een groot getal katten onderhield. Zijn leven verscheen in den Haag in 1651. Dat waar Hooft van spreekt moet dus een ander zijn. Hij overleed te Aix in 1637. betreurd door alle vereerders van wetenschap en deugd Johan vander Meyden, die in Mei 1644 met de 20-jarige Constantia Bartolotti, voordochter van Hoofts tweede vrouw, gehuwd was.
1
Johan vander Meyden, die in Mei 1644 met de 20-jarige Constantia Bartolotti, voordochter van Hoofts tweede vrouw, gehuwd was.
2
Susanna Bartelotti, in Apr. 1642 gehuwd met Jan vande Perre, en dus halve zuster van Christina Hooft.
3
In een noot staat: De kerkelijke historie van Uitenbogaert.

Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

J.A. Alberdingk Thijm

Adrianus Hofferus Zirizaeus

over C. Barlaeus


13 september 1646