| |
| |
| |
Eene oude Buitenplaats.
Medegedeeld door J.G. Frederiks.
Er is iets in de plaatwerken der achttiende eeuw, dat mij altijd sterk aantrekt. Als ik de ‘kooperen konstplaaten’ bezie, voortbrengselen der graveerkunst van Punt, Philips, Van der Laan, Brasser, Fessard en anderen - ik weet niet of iemand ze nog wanordelijker kan opgeven -, dan is het mij, alsof ik in een Arkadisch landschap verplaatst word. Is het omdat ik in mijne vroegste jeugd het Verheerlijkt Nederland leerde kennen met een paar Verheerlijkte Vaderlandsche Stroomen, en dat ik de schoone landhuizen uit het plaatboek terugvond in eene prozaïsche boerenhofstede met een aristocratischen naam en een ietwat aristocratische tint? Zeker is het, dat ik bij de aanschouwing van de karige overblijfselen dezer voormalige grootheid, mij steeds voor den geest roep gladgeschoren heggen, tot wangestalten vervormde boompjes, priëelen, fonteinen, beeldgroepen en heeren met pruiken en lange wandelstokken, die, in gezelschap van dames met houterige lijven en ongelooflijke hoepelrokken, eerbiedig aangehoord worden door een ouden tuinbaas in eene onberispelijke dansmeesters-houding, of die begroet worden door een uit de trekschuit afgestapt gezelschap, regelrecht uit de Stad aangekomen.
Eerst veel jaren, nadat ik mijne prentenboeken voor 't eerst met eenige aanwinst voor mijne kennis begon te bekijken, kwam ik tot het denkbeeld - juister gesproken het denkbeeld kwam tot mij -, dat al dit moois veel geld moet gekost hebben. Misschien zou ik nooit zoo ver gekomen zijn, als het goed geluk
| |
| |
mij niet in kennis gebracht had met een' ingevulden Catalogus der verkooping van den inventaris eener Amsterdamsch-burgemeesterlijke buitenplaats in de vorige eeuw. Hooger kan dit wel niet, en ik vertrouw, dat de Lezers van dit volgschrift, de Wandelaars in de Dietsche Warande, deze bescheidene bijdrage niet zullen ter zijde leggen, zelfs waar veel voortreffelijker stukken van oudheidkundigeninhoud metwelverdiende beleefdheid zijn ontvangen.
Als men den straatweg verlaat, die den wandelaar door de schoone bosschen van Soestdijk voert, en de breede laan inslaat, die in de voorgaande eeuw op de kalkovens uitzag en thans bij het Monument van Waterloo eindigt, komt men op een weg, die de grenslijn uitmaakt tusschen het bosch en de grazige vlakte, welke thans door den Ooster-spoorweg doorsneden wordt. Op korten afstand, ziet men eene buitenplaats, Den Eult geheeten, die den Vorstelijken Eigenaar van Soestdijk toebehoort. Volgens het Willige-Verkoopboek der stad Amsterdam werd deze ‘heerenhofstede’ den 17. Juli, 1758 verkocht aan Hare Koninklijke Hoogheid Anna, Prinses van Groot-Brittanje en weduwe van den Stadhouder Willem den Vierde. Eene eeuw vroeger lag hier nog geene vorstelijke lustplaats. Wat nu Soestdijk heet, was toen nog het eigendom van Burgemeester Cornelis de Graeff, vrijheer van Zuid-Polsbroeck, en kwam in 1663 in 't bezit van zijn zoon Jacob, die het den 26. April, 1674 verkocht aan Willem Hendrik, Prins van Oranje. Het goed Den Eult behoorde reeds lang aan verwanten van De Graeff, en evenzeer honderd jaar vóor dat het in handen der Gouvernante kwam, staan als eigenaars bekend Johan Deutz en Geertruida Bicker. Wie soms het Utrechtsche Leenregister mocht opslaan en daarin den Eult vinden, herinnere zich, dat een gelijknamig leengoed thans eene kleine boerderij in de onmiddellijke nabijheid der hier besproken buitenplaats is. De laatste werd door de beide echtelingen Deutz door kleine, maar herhaalde, aankoopen uitgebreid. Eene niet onbelangrijke bijzonderheid is het, dat de Raadpensionaris Joan de Witt soms daar de gastvrijheid genoot van zijn' schoonbroeder. In den zomer van 1688 - de groote Staatsman had toen de middaghoogte zijner glorie bereikt - was
| |
| |
hij daar met zijne Wendelina. Eene hevige ziekte tastte haar aan, en met moeite kon men haar van Den Eult naar Den Haag overbrengen, waar zij spoedig overleed. Zij is in de Nieuwe Kerk begravenGa naar voetnoot1.
Na den dood van haar' man, Jan Deutz, Jansz., met wien zij den 28 December 1654 getrouwd was, deed Geertruida Bicker verscheidene aankoopen van 1677 tot 1686. In het laatstgenoemde jaar was zij een en zestig, en na haar dood bleef Den Eult in de familie, vandaar, dat het in de wandeling Duitschengoed genoemd werd. Eindelijk werd het door de erfgenamen van Willem Gideon Deutz aan Prinses Anna verkocht, en wel het huis voor 31900 gulden, en verdere perceelen voor f 8000. Van dien tijd af, maakt het een deel uit van het vermaarde Soestdijk.
Eene week na de inschrijving der overdracht in 't gemelde Amsterdamsche register, aldus op den 24. Juli, 1758, werd de inventaris der buitenplaats verkocht door negen makelaars uit Amsterdam, bijgestaan door een utrechtschen confrater. De titel
| |
| |
van den Catalogus ademt de wijdloopigheid der laatste eeuw. Hij spreekt van ‘extra Fraaye; en Konstig-Gemaakte Marmere; Hardsteene en Loode BEELDEN en VAASEN, Met derzelver PEDESTALLEN en TERMEN, Gesneede en andere Thuynbanken, ornamenten en ciradien, Als meede een groote verzameling van doorgaans extra Swaare en Gezonde Oranje, Citroen, Mirtus en andere Boomen En Bygewassen’, en zoo voorts, want wij hebben nog maar de helft van den titel afgeschreven. De Catalogus telt 16 bladzijden, waarvan wij er twaalf voor ons onderwerp noodig hebben. De moeilijkheid om van eene zoo aanzienlijke verkooping uit dien tijd de voor elk nommer bestede prijzen te kennen, noopt mij, ze hier mede te deelen. De nommers met * gemerkt, zijn aangekocht geworden voor ‘Syn Hoogheijd’. Die, welke met een kruisje zijn aangeduid, worden in een der mij bekende exemplaren van den Catalogus insgelijks opgegeven als door den Prins gekocht; en in een ander aan den naam van J. Cromhout verbondenGa naar voetnoot2. Het blijkt dus, dat de jonge Erfprins reeds als
| |
| |
eigenaar beschouwd werd, schoon het landgoed den toen twaalfjarigen Vorst eerst werd toebedeeld in het voorjaar van 1760, een jaar na het overlijden zijner Moeder.
| |
Beelden, ornamenten, &c. &c.
†N. 1. |
Vier zeer konstige, meer dan levensgroote Hardsteene Beelden, met deszelfs fraaije blaauw Arduynsteene Pedestallen, verbeeldende de 4 Getyden, door A. Frauen. |
f 590: - |
* 2. |
Twee konstige Marmere Kindertjes, verbeeldende Pomona en Flora, met hunne blaauwe Arduynsteene Pedestallen. |
f 185: - |
* 3. |
Twee dito verbeeldende de Overwinning en 't Geheugen met dito Pedestallen |
f 210: - |
* 4. |
Twee dito verbeeldende 't Ligt en de Muzyk, zonder Pedestallen |
f 165: - |
* 5. |
Twee dito verbeeldende Lugt en Water, als vooren. |
f 150: - |
* 6. |
Twee dito verbeeldende Aarde en Vuur, als vooren. |
f 195: - |
* 7. |
Twee extra fraye Marmere Borstbeelden met der zelver blaauw Arduynsteene Termen en Marmere Voetstukken, verbeeldende 2 Roomfe Keizers |
f 63: - |
* 8. |
Twee dito, dito, dito |
f 130: - |
* 9. |
Twee dito, dito, dito |
f 150: - |
10. |
Twee extra fraye Marmere Borftbeelden met der zelver blaauw Arduynsteene Termen en Marmere Voetstukken, verbeeldende 2 Roomse Keizers |
f 140: - |
11. |
Twee dito, dito, dito |
f 150: - |
| |
| |
N. 12. |
Twee dito, dito, dito. |
f 135: - |
13. |
Twee dito, dito, dito. |
f 110: - |
14. |
Twee dito, dito, dito. |
f 100: - |
15. |
Twee dito, dito, dito. |
f 130: - |
16. |
Twee dito, dito, dito. |
f 135: - |
17. |
Twee dito, dito, dito. |
f 100: - |
18. |
Twee dito, dito, dito. |
f 125: - |
19. |
Twee dito, dito, dito. |
f 150: - |
20. |
Twee dito, dito, dito. |
f 140: - |
21. |
Twee dito, dito, dito. |
f 140: - |
† 22. |
Twee ongemeene groote Marmere Vaazen |
f 380: - |
† 23. |
Twee groote Marmere Vaazen, met blaauwe Arduynsteene Pedestallen |
f 110: - |
† 24. |
Twee Marmere Potten, zonder Pedestallen |
f 72: - |
† 25. |
Een Hardsteene Gebeeldhouwde Vaas, met zyne steene Pedestal |
f 85: - |
26. |
Een zwaar vergulde loode Triton |
f 205: - |
27. |
Twee konstige loode Beelden, verbeeldende een Castinet Speelster en een Walthoornnist |
f 215: - |
* 28. |
Een dito Beeld, verbeeldende Diana |
f 195: - |
* 29. |
Een groote kopere Zonnewyzer met zyn fraaye blaauw Arduynsteene Pedestal |
f 210: - |
30. |
Een platte Zonnewyzer op zyn steene Pedestal. |
f 37: - |
* 31. |
Ses blaauwe steene Medaillions met Marmere Hoofden. |
f 38: - |
32. |
Vier Hardsteene. Borstbeelden, zo heel als beschadigt |
f 27: - |
33. |
Vier dito |
f 31: - |
34. |
Vier dito |
f 19: - |
35. |
Eenige yzere Hekken tot een Barriere, mitsgaders de Steenepaalen daartoe behoorende |
f 260: - |
† 36. |
Een Marmere Tafel |
f 9: 5 |
37. |
Eene eysere Pot met zyn steene Voet |
f 10:10 |
38. |
Een Hardsteen tot een Buffet |
f 7: - |
† 39. |
Een fraaye gesneda Eekenhoute Cabinetbank. |
f 75: - |
† 40. |
Een fraaye gesnede Eekenhoute Zitbank |
f 125: - |
† 41. |
Twee gesnede Zitbanken |
f 71: - |
42. |
Twee dito |
f 55: - |
† 43. |
Twee dito |
f 62: - |
| |
| |
*N.44. |
Twee groote gesnede Zitbanken |
f 150: - |
† 45. |
Twee dito. |
f 120: - |
† 46. |
Een groote dito. |
f 105: - |
† 47. |
Een kromme dito |
f 63: - |
† 48. |
Twee gesnede dito |
f 5: 5 |
† 49. |
Twee dito |
f 44: - |
† 50. |
Twee dito |
f 39: - |
† 51. |
Twee dito |
f 37: - |
† 52. |
Twee dito |
f 31: - |
† 53. |
Twee dito |
f 35: - |
† 54. |
Twee gesneede Zitbanken |
f 34: - |
† 55. |
Drie dito |
f 35: - |
56. |
Twee Engelsche Zitbanken |
f 27: - |
† 57. |
Twee dito |
f 26: - |
† 58. |
Twee dito. |
f 31: - |
59. |
Twee dito. |
f 14: - |
60. |
Twee dito. |
f 14: - |
† 61. |
Twee dito. |
f 16: - |
62. |
Diverse fyne Hoorns tot Grotwerk |
} f 51: - |
63. |
Dito dito |
} f 51: - |
64. |
Dito dito, grooter zoort |
} f 51: - |
65. |
Dito dito Schulpen |
} f 51: - |
66. |
Een partij Grotwerk in zoorten |
f 7: - |
Verders eenige Ledicanten, Pavelioens, Eeke Kassen, Tafels, en 't geen verder vertoond zal werden.
| |
Oranje, laurier en mirtus boomen, &c.
N.1. |
Twee swaare Mirtus Boomen |
f 12:10 |
2. |
Twee extra swaare Chinaas Boomen |
f 14:10 |
3. |
Twee dito Oranjeboomen |
f 43: - |
4. |
Twee dito |
f 40:10 |
5. |
Twee dito |
f 43: - |
6. |
Twee dito |
f 56: - |
7. |
Twee dito |
f 44: - |
8. |
Twee Pompelmoes Boomen |
f 49: - |
9. |
Twee extra groote en swaare Oranjeboomen. |
f 22: - |
10. |
Twee dito Oranjeboomen met Italiaanse Stammen |
f 50: - |
| |
| |
N.11. |
Twee dito dito |
f 38: - |
12. |
Een Citroen, en 1 Oranjeboom |
f 34: - |
13. |
Twee Oranjeboomen Italiaanse Stammen |
f 27: - |
14. |
Twee dito dito |
f 40: - |
15. |
Een Citroen, en 1 Oranjeboom |
f 38: - |
16. |
Een dito, en 1 dito |
f 26: - |
17. |
Een China, en 1 Oranjeboom |
f 10:10 |
18. |
Twee heele swaare Citroenboomen laage Stammen |
f 17:10 |
19. |
Twee swaare Oranjeboomen |
f 21: - |
20. |
Twee dito |
f 64: - |
21. |
Twee dito |
f 61: - |
22. |
Twee dito |
f 47: - |
23. |
Twee dito |
f 51: - |
24. |
Twee dito |
f 53: - |
25. |
Twee dito |
f 35: - |
26. |
Twee Citroenboomen |
f 48: - |
27. |
Een Citroen, 1 Turkse Oranje met Kerssebladen |
f 17: - |
28. |
Twee Oranjeboomen |
f 17: - |
29. |
Twee Turksche Oranjeboomen met Kerssebladen |
f 26: - |
30. |
Twee Oranjeboomen |
f 16: - |
31. |
Een Citroen, en 1 Oranjeboom |
f 35: - |
32. |
Twee Oranjeboomen met vergulde Krulbladeren |
f 12: - |
33. |
Twee Citroenboomen |
f 22: - |
34. |
Twee Oranjeboomen |
f 21: - |
35. |
Een Turkse Kerseblad en 1 vergulde Krulblad Oranjeboomen |
f 17: - |
36. |
Twee Citroenboomen met groene Krulbladen |
f 11:10 |
37. |
Drie Oranjeboomen |
f 12: - |
38. |
Twee Oranjeboomen |
f 6: - |
39. |
Een Oranje verguld, en 1 groen Krulbladen |
f 16: - |
40. |
Een Oranje en 2 Citroenboomen |
f 12: - |
41. |
Twee Oranjeboomen |
f 5: 5 |
41. |
Een dito |
f 3: - |
42. |
Twee Oranjeboomen |
f 5: 5 |
42. |
Twee dito |
f 16: - |
43. |
Ses jonge Oranjeboomen |
f 8: - |
44. |
Twee Granaatboomen |
f 8:10 |
|
Een Laurentine in 14 Potjes |
f 8: - |
|
Twaalf Potjes |
f 4: - |
| |
| |
|
Elf Potjes |
f 4: - |
|
Twaalf Potjes |
f 6:10 |
N. 45. |
Twee Geele Jassemyn Boomen |
f 12: - |
46. |
Twee Olyf boomen |
f 6: - |
† 47. |
Twee feer swaare Laurier Pieramide |
f 52: - |
48. |
Twee dito Laurierboomen |
f 20: - |
49. |
Twee dito dito |
f 22: - |
50. |
Twee dito dito |
f 20: - |
51. |
Twee dito dito |
f 6: - |
52. |
Twee dito dito |
f 20: - |
53. |
Twee dito dito |
f 22: - |
† 54. |
Twee dito dito |
f 39: - |
† 55. |
Twee dito dito |
f 56: - |
† 56. |
Twee dito met 3 Kroonen geschooren |
f 26: - |
† 57. |
Twee dito Laurierboomen |
f 52: - |
58. |
Twee dito dito |
f 37: - |
59. |
Twee dito dito |
f 20: - |
60. |
Twee dito dito |
f 12: - |
† 61. |
Twee seer swaare Laurierboomen |
f 18:10 |
† 62. |
Twee dito dito |
f 22: - |
† 63. |
Twee Laurierboomen |
f 9: - |
† 64. |
Twee dito |
f 11:05 |
† 65. |
Twee dito |
f 12: - |
† 66. |
Twee dito |
f 13: - |
† 67. |
Twee dito |
f 8: - |
† 68. |
Twee dito |
f 11:10 |
† 69. |
Twee dito |
f 10: - |
† 70. |
Een Granaat, en 1 Laurierboom |
f 11:10 |
† 71. |
Twee Laurierboomen |
f 7:05 |
72. |
Twee Oliander Boomen |
f 14: - |
73. |
Twee extra fraaije groote Delfse Bloempotten |
f 8:10 |
74 | Twee dito als vooren |
f 11: - |
75. |
Twee dito, als dito |
f 8: - |
76. |
Twee dito, als dito |
f 8: - |
77. |
Twee extra fraaije groote Delfze Bloempotten |
f 8: - |
78. |
Twee dito klynder |
f 4: - |
79. |
Drie dito nog klynder in 2 soorten |
f 9: - |
80. |
Twintig Glaase Klokken |
f 4: - |
† 81. |
Sestien groote Glaze Raamen voor de Druyven |
f 54: - |
| |
| |
N. 82. |
Dertien dito |
f 60: - |
83. |
Dertien dito |
f 11: - |
† 84. |
Twee en dertig Glaaze Raamen voor de Persicoos |
f 200: - |
† 85. |
Een Lessenaar met 3 Glaze Raamen van 30 Ruyten 10 of 11 duym yder Ruyt |
f 33: - |
† 86. |
Een dito, met 3 dito, zelfde soort |
f 31: - |
† 87. |
Een dito, met dito dito |
f 26: - |
† 88. |
Een dito, met dito dito |
f 26: - |
† 89. |
Een dito, dito dito |
f 27: - |
† 90. |
Een dito, dito dito |
f 28: - |
† 91. |
Een dito, dito dito |
f 26: - |
92. |
Een dito, dito dito |
f 30: - |
93. |
Een Lessenaar met 2 Raamen en een van 1 Raam zelfde soort |
f 25: - |
† 94. |
Een dito dito dito als vooren |
f 20: - |
95. |
Een dito met 4 Raame van 35 Ruyten dito soort. |
f 21: - |
96. |
Een dito met 3 dito en 1 met een Raam dito |
f 15: - |
97. |
Een dito en 1 dito als vooren |
f 26: - |
98. |
Een dito met 3 Raame van 24 Ruiten dito groote |
f 8: - |
99. |
Een dito als vooren |
f 9: - |
100. |
Een dito als vooren |
f 11: - |
101. |
Een dito als vooren |
f 10: - |
102. |
Een Lessenaar met 3 Raame klynder soort |
f 13: - |
103. |
Een dito met dito |
f 16: - |
104. |
Een dito met dito |
f 14: - |
105. |
Een dito met dito |
f 15: - |
106. |
Een dito met dito |
f 20: - |
107. |
Twee dito met 2 Raame dito |
f 33: - |
Het opgegevene bedraagt de aanzienlijke som van 9288 gulden; het overige van den Catalogus behoort niet tot ons onderwerpGa naar voetnoot3.
Zutphen, Maart, 1875.
|
-
voetnoot1
- Vóor een jaar of vier ontdekte ik het oudste Begraaf boek der Nieuwe Kerk (op het Spui) in den Haag. In de Mededeelingen der Vereeniging, enz. II. 110, wordt opgegeven, dat het vroeger op het Raadhuis bewaard werd. Het is er nog, maar niet op 't bureau van den Burgerlijken Stand, en lang nadat ik het in De Ned. Spectator besproken had, bleef het staan, waar ik het vond, tusschen eenige verjaarde registers der Broodzetting, zaliger gedachtenisse. 'T zal er nog wel staan, want in Den Haag heeft men wel wat belangrijkers te doen, dan archieven der stad te verzorgen!
Zie hier het treurige blad:
Den 19 Nov. 1655 heeft gecoght den heer raet pesenaris de wit een kelder in de nieuwe Kerck no 77, voor de som̄a van f 400.0.0
den 20 dito begraven een kint van den heer pensenaris de wit
den 18 february begrave een kint van den heer pensenaris de wit
den 21 juni 1668 begraven een kint van den heer pensenaris de wit
6 julius 1668 begraven de huisvrou den heer pensenaris de wit
den 28 Mey een kint van de hr van swyttd [ Swyndrecht] Ga naar voetnoot* leggende int graft van den hr de wit het recht is [ onleesbaar]
den 22 augusti is begraven den heer kornelis
de wyt out burgem. ster der stat dordrecht
denzelfde dito den heer johannes de wyt raetpensenaris
-
voetnoot*
- Kan dit ook Van Swieten beteekenen? - Op deze vraag van den Redacteur antwoord ik, dat de heer van Swieten wèl het huis naast De Witt betrok, doch dat het huisgezin van den heer van Swyndrecht sedert 't begin der zelfde maand Mei bij den Raadpensionaris. inwoonde. Zie de aangehaalde Mededeelingen, II. 42. Er staat ook duidelijk Swyttd.
-
voetnoot2
- Moet men in dezen J. Cromhout derhalve een gemachtigde van den Prins erkennen? Tegen deze voorstelling strijdt, dat in den (naauwkeuriger bijgeschreven) Kataloog, waar Cromhout in optreedt, No 43 en 45 ‘Twee gesnede Zitbanken’ als voor Cromhout toegeslagen worden opgegeven, terwijl bij No 44, daar tusschen in, uitdrukkelijk genoteerd staat: ‘Nots: van Dam voor sijn hoogheijd’. Had Cromhout voor den Prins gekocht, dan zoû dit ook, de eerste reize, bij zijn naam vermeld zijn. Bij No 21 ‘Twee extra fraye Marmeren
Borstbeelden’ staat: ‘hr bargman’, bij 22-25 ‘J. Cromhout’; bij 28-29 ‘Sijn hoogheijd’; hieiuit kan worden afgeleid, dat Cromhout niet voor den Prins kocht. Immers wát hij kocht schijnt niet van een aard, dat de naam des nieuwen eigenaars geheim diende te blijven.
Maar bestond er in 1758 een J. Cromhout, die geld genoeg had om voor ruim f 3000: - buitenplaatsstoffaadje aan te schaffen?
Een der stamvaders van dit interessant amsterdamsch geslacht was Jacob C., die den 2n Sept. 1669 † is. Zijne zonen, Bartholomaeus, Dirck en Jacobus, hadden respektievelijk tot would-be-stamhouders: Hendrik en Jacob, den bekenden Godefridus Franciscus, en den onbekenden Jacobus Cromhout. Ik heb, ondanks de drie huwelijken van Godef. Franc., nooit van een erfzoon gehoord, die J[acob?], zoû hebben kunnen heeten. Trouwens het J... Cromhout kan een schrijfsout zijn en werkelijk de Heer van de Werve en Ankeveen (Godefr. Franc.) bedoeld zijn. 't Is waar, dat hij den 6 Jan. van het veilingjaar (1758) pas zijne (2e) vrouw, Gertrudis Dirven, verloren had en men een weduwnaar van 6 maanden ongaarne verdenkt van reeds bedacht te wezen op het embellisseeren van zijne hofstede, tegen zijn nieuwe huwelijk.... waarvan ik intusschen den datum niet ken. Het werd voltrokken met Jufv. Cath. Maria Barbou. Deze Heer Cromhout † 14 Mei 1764, op bijna 70-jarige leestijd. De ‘Bargman’, in den Kataloog genoemd zal wel een Barchman Wuytiers zijn. Deze familie was veelzijdig aan de Cromhouten verwant.
A.Th.
Is het niet aanneembaar, dat eenige goede buren enkele nommers op hun naam lieten stellen, om het opjagen, ten nadeele van den Prins voor te komen? De Administrateur - zooals de Rentmeester tot Nov. 1789 heette - was destijds Hendrik Pannekoek: hij mag voor Z.H. gekocht hebben: van Dam en meer anderen komen destijds in den omtrek van Baarn voor.
-
voetnoot3
- De aanteekening 2 (hierboven) is eene belangrijke mededeeling van den heer Redacteur. Ik had eenigszins gerekend op een paar regelen over den beeldhouwer van Nommer 1, A. Frauen, van wien mij alleen bekend was, dat hij den vermaarden preekstoel in de Groote Kerk van Dordrecht vervaardigde. Hij was een Amsterdammer, misschien zelfs van geboorte; maar is dit nu alles, wat van dezen kunstenaar bericht wordt?
|