Vondels Geboortehuis.
Vondel is geboren in een huis, waar ‘de vyool’ uithing. Van Lennep maakt van dit ‘uithangteeken’, in zijn Vondel trouw een muziekinstrument, en plaatst het huis in eene Weiszgasse, die ik niet weet of te Keulen voor-handen is. Brandt had Weingasse gelezen en Mr H.J. Koenen is in de Waisenhaus-Gasse te land gekomen. Noch in zijne ‘Nalezing en Aanteekeningen’ op het Eerste Deel, noch in zijne ‘Bijvoegselen en Verbeteringen’ heeft Van Lennep zijn fout hersteld. Ondertusschen heeft men, reeds voor eenige jaren, te Keulen zelf, het huis zur Viole, of zur Fyolen, d.i. in de Vioolbloem, gevonden, staande en gelegen in de Grosze Witschgasse, het 7e huis van den hoek. Er schijnt een groot binnenplein achter te liggen, die het van de huizen der Filzengrabe scheidt, welke straat parallel met de Witschgasse loopt. Ofschoon de door ons afgebeelde gevel (die onlangs weder vernieuwd is) slechts tot 1604 schijnt op te klimmen, kwam hij ons belangrijk genoeg voor om er hier eene schets van op te nemen. Immers Vondels moeder kan in dat huis, nog lang daarna, gewoond hebben en zijne dochter kan er hare opvoeding hebben gekregen, in de kerkleer, die later het geluk haars vaders heeft uitgemaakt.
De ouders van onzen in 1587 geboren dichter hebben het pas in 1582 betrokken; want in dit jaar stond het leêg. Men leest in een aan de oude registers ontleend bericht van dat jaar: ‘Item ein Hausz zur Fyolen benennt, dem Lizentiato Gerlich zustendig, ist verschlossen gewesen’.
Men is er te Keulen op bedacht geweest door een eenvoudigen gedenksteen de plaats aan te wijzen, waar de grootste Nederlandsche dichter geboren werd. Of dit voornemen gevolg heeft gehad, is mij onbekend.
A.Th.