|
-
voetnoot1
- Er wordt hier eene (gewaagde) poging gedaan, om de verschillende chronijkberichten te vereenigen. Waarschijnlijk zal de valschlijk aan de Brederoden geschonken genealogie hier nog op kontributie van eenige Dirken en Willemen te zetten zijn.
-
voetnoot2
- De ordeloze veelschrijver Simon van Leeuwen zegt (Bat. Ill. bl. 1000), dat Maria v.d.L. haren man Dire den G.v. Br. de heerlijkheid der Lecke ten huwlijk meêbracht, hetgeen hem volstrekt niet belet (bl. 887) te verzekeren, dat Catharina van Teylingen (hieronder verm. noot 3), Vrouwe van der Lecke was, zoo dat zij, niet haar schoonmoeder, de heerlijkh, in 't geslacht van Brederode overbracht. 't Is misschien een verwarring met Cath. van Brederode, zuster van Reinout I, die de heerl. der Lecke in het geslacht van Polanen deed overgaan.
-
voetnoot3
- Deze Catharina ‘pulcherrima Domina’, zoo als een tijdgenoot, Wilh. Procurator, haar noemt, is eerst met Alb. van Voorne, daarna met W.v.B. gehuwd geweest. Gouthoven legt haar een bastaart uit Floris V toe.
-
voetnoot4
- Volgends Mr L.Ph.C.v.d. Bergh is deze Henric een zoon Van Dirc den Goede en dan ook vader van Dirc, die de erfdochter van Valkenburg tot vrouw had. Volg. Voet † hij kinderloos in 1321.
-
voetnoot1
- 't Schijnt veeleer, dat laatstgen, ambten door Dirc v. Teylingen, oomzegger van den Drossaart bekleed zijn.
-
voetnoot2
- De opvolging der titels is doorgaands gesteld zoo als zij in oorspronkl. stukken voorkomen.
-
voetnoot3
- Sommigen geven Walraven dezes broeder Willem, Heer van der Merwede en Steyn, tot opvolger; hij was slechts voogd van zijne neven.
-
voetnoot4
- Hendrick v.B., kinderloos †, vermaakte zijne goederen aan zijne zuster Johanna, wed. van den Heer van Batenburg en Hunnepel. Gertrudis, haar dochter, verkreeg het bezit dezer goederen (die verbeurd waren), met uitzondering van de Heerlijkh, in Kennemerland, die Philips II aan den Gr. v. Mansfelt schonk. Later kwam Reinout IV weêr in 't bezit van al de goederen en rechten zijner voorvaderen.
-
voetnoot2
- Voet geeft Reinout III nog een 5n wettigen zoon.
-
voetnoot3
- In 1636-1648 wordt vermeld als ‘Drossert 's lants van Vianen van wege sijn Gena: van Brederode: C. Abcoude van Meethen;’ 15 Feb. 1681, ‘Drossart der stede en lande van Vianen: Jor Jaques de L'homme, Hr van Lafare’. Pap. van Lexmondt, in bezit van A.Th.
-
voetnoot4
- Onverklaarbaar is echter, hoe Jonker Hendrick van zijn broeder van Hullenbroek in Munsterland spreken kan.
-
voetnoot5
- Te Water spreekt van nóg eene dochter van Jr Hendrick, die met een Wijnand van Renesse van W. gehuwd zoû zijn. Dezer zoon zoû Max. Jac. Bon van Renesse geweest zijn, welke trouwde met Susanna Geertruide Bsse v. Bodeck van Marwitz. Men mag echter aannemen, dat Jonker Hendrick-zelf wel het best geweten zal hebben, hoe veel kinderen hij gehad heeft, al schreef hij 30 of 40 jaar na de geboorte van het jongste. De mogelijkheid bestaat, dat er eene gaping ten dien opzichte in de kopie van het HS. zijner ‘Memoriën’ zij.
-
voetnoot6
- In 1732 is Cornelis Wittert, Vrijheer van Valkenburg, Heer van Bolsweert; † voor 10 Juni, 1734.
|