Dietsche Warande. Jaargang 7
(1866-1868)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Auteursrechtvrij
[pagina 513]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MengelingenGa naar voetnoot1.DE VEREENIGING TOT BESCHERMING DER DIEREN. - Deze loffelijke vereeniging heeft 13 April in de Rezidentie eene alg. vergadering gehouden onder voorzitting van den Heer Schiffer van Bleiswijk. Tot nieuwe leden van het Bestuur zijn gekozen de Edellieden Jhr. Mock, Jhr. Melvil van Karnebeek, K.F. Baron van Lijnden, de Gegradueerden Mr. Delprat en Dr. Beynen, benevens H.D. Potter en Van den Berg. ‘Daarna had ten slotte,’ zegt het Handelsblad, eene treffende plechtigheid plaats. Aan 10 Agenten van Policie, die in den geest der Vereeniging waren werkzaam geweest, werden ‘onder eene gepaste toespraak van den Voorzitter geldelijke premien ter belooning (anderen zeggen “geldelijke belooningen tot premie”) geschonken’, en, wat eindeloos meer zegt: ‘de Voorzitter reikte, uit naam der Vereeniging aan ieder hunner - de hand toe’. Dit is gewis niet geschied dan onder een vloed van tranen, door al de aanwezige dierenvrienden geschreid. Wat beleven wij toch aangename dagen! Alle wetten en plichten - alle ijzeren dwangbepalingen - vallen allengskens wech. Immers als de Wetgever wechvalt, en blijkt nooit bestaan te hebben, dan verdampen en vervliegen de wetten van zelve; de imaginaties, hare eenige schuilhoeken, laten haar los en zij tuimelen in 't niet. Maar daarentegen gaan de menschen nu uit liefde alles doen, wat ze vroeger nog niet eens deden uit vrees. Het bovennatuurlijke is onmogelijk, onbestaanbaar. De God der Christenen onderscheidde zich altijd hierdoor van die der Heidenen en der Pantheïsten, dat hij o.a. bovennatuurlijk was. Aan dit standpunt boven de natuur ontleende hij zijn kracht en zijn recht om wetten aan de natuur, o.a. ook aan de menschen voor te schrijven. Sints nu het bovennatuurlijke is wechgevallen (volgends de moderne begrippen) ia het méest wechgevallen de Bovennatuurlijke Persoon bij uitnemendheid. Daar is dus geen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 514]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wetgever; derhalve zijn er ook geen wetten. Niemant is dus, op straffe van schuldig te staan aan zonde, gehouden eenige wet na te leven. De eenige straf, die op het overschrijden van sommige rhetoriesch aldus genoemde natuur-wetten staat, is het verliezen der gezondheid. Maar dat moet ieder-een voor zich weten. Wie heeft voor een lekkere tafel geen indigestie over? Zoo men door indigestiën op te wekken, niet meer zondigt, dan is er aan het hebben van indigestiën ook geen schande meer verbonden. Het denkbeeld van schande valt natuurlijk óok wech. Schande was alleen hierin gelegen, dat iemant zijn plicht niet deed. Zijn er geen voorschriften, geen geboden meer, die men heeft op te volgen - dan valt de plicht natuurlijk wech. Ieder-een doet altijd dat gene wat hem voorkomt zijn geluk, zijn genoegen, op een gegeven oogenblik, het meest te bevorderen. En dit is inderdaad de eenige natuurwet; dus de eenige wet. Sommigen zeggen wel, als je meer over die zaak hadt nagedacht, zoû je anders gehandeld en meer, langduriger of dieper genot gesmaakt hebben. Maar wie zal die grens trekken? Wie zal op zijn horlogie aanwijzen, hoe lang iemant had moeten nadenken, voor dat hij tot een besluit kwam of, ook maar ronder besluit, handelde? Ieder heeft daarover zijn eigen meening. En niemant heeft het recht te vorderen, dat men hem belijde: ‘gij kent de waarheid beter dan een ander’. Ieder is in alles zijn eigen en opperste rechter: want anders verviel men in eene zeer verouderde gezachstheorie. Nu zal men wel zeggen, dat het opheffen van wetten, van plichten, allicht kan te-weeg-brengen, dat sommige menschen anderen gaan knevelen, verdrukken, mishandelen, en dat het zich op den hals halen van indigesties hoe langer hoe meer toe zal nemen: maar dit is niet waarschijnlijk: want de menschen zijn tot dus verre alleen onrechtvaardig en boos, om dat de wetten en voorschriften hen irriteerden. Nu ze vrijheid hebben te doen wat zij willen - aangezien er geen persoonlijke, bovennatuurlijke Wetgever bestaat, zullen ze begrijpen, dat ze op zich zelven moeten gaan passen: zij zullen alle overdrijving hunner hartstochtelijke begeerten gaan mijden: de Koning of Prezident, in ieder land, zal een voorbeeld, wel niet van ingetogenheid worden (à quoi bon?), maar van wijsheid, van een wijs, zich-zelf bewust epikurisme. Er zullen geene verdrukkingen, geene oorlogen, geene aristokraten meer zijn. Zie maar reeds de Sociëteit tot bescherming - zelfs van de dieren! - zie maar eens den Voorzitter, die edelmoediglijk de hand geest aan een tiental haagsche Dienders! X. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 515]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OEKONOMISME. - Als een overvloedig bewijs, hoe het britsche Goevernement den vrijen handel voorstaat, wordt zeer opgehemeld de vermindering op de rechten der fransche wijnen! (Handelsbl. 30 Dec). De Engelschen zijn zoo gek niet. Zij laten op het vasteland overal uittrompetten, dat alles bij hen openbaar is, en vrij ingevoerd mag worden. Leve de konkurrentie! roepen zij. Maar als gij in Engeland komt, moogt gij geene zaak zien fabriceeren, dan die op het vasteland even goed gemaakt wordt, en niets zonder inkomende rechten binnenvoeren dan wat het land niet oplevert: zoo als bijv. Franschen Wijn. Maar dat wordt door de onnoozele vastelandstheoristen niet gemerkt. Perfide Albion! Badauds du continent! M.
DETERMINISME. - De Heer Martin S. van Hoogeveen, oud 35 jaren, is ‘wegens onderscheidene aanslagen op de eerbaarheid, in zijne hoedanigheid als binnenvader in het armenhuis te Zwartsluis [gepleegd]’ veroordeeld, door het prov. gerechtshof in Overijssel, tot eene gevangenisstraf voor den tijd van 10 jaren. (Handelsbl 18 Mei.) Op zijn 45e jaar kan deze brave ‘binnenvader’ zijn vroeger handwerk dus weder opvatten. Vroeger had men nadrukkelijker middelen om zulke schavuiten schadeloos te maken: maar wij leven in de eeuw der verlichting, en alle menschelijke vermogens hebben recht op gelegenheid tot ontwikkeling en botviering; dus ook de trek tot oneerbaarbaarheid der weesvaders en andere brave mannen. Men moet de hartstochten niet te keer gaan; men moet ze (zoo mogelijk?) leiden. Daar is niets kwaads in den mensch; maar van alles kan, natuurlijk, misbruik gemaakt worden. Men moet alles met mate, met voegzaamheid doen. Iemant, wiens natuur hem voorschrijft kinderen enz. te verkrachten, kan zich immers tot het minimum beperken! Wat hoeft hij ‘onderscheidene’ aanslagen te plegen? Kan hij 't niet bij 4 of 5, des noods 6 of 7, laten berusten? - Prof. Opzoomer en al de deterministen trekken een bedenkelijk gezicht. Als of men zoo maar meester over zijne handelingen was. Men doet wat men kan, niet wat men wil; of eigenlijk óok wat men wil: want de wil is niet vrij. Wat buiten ons staat dwingt ons tot willen, en wordt die wil dan wéer van buiten af niet belemmerd, dan schiet die wil oogenblikkelijk uit tot daad. Zoo is de regel - en zoo is het goed: wat is - is goed. Dat Prof. Opzoomer een fatsoenlijk man is, heeft men te danken aan eene dringende macht buiten af, die hem daartoe determineert. Het motto der waereldwet is fiat, fiat. X. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 516]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LE SENTIMENT EXQUIS DES CONVENANCES. - Wat wij meermalen met vreugde en trots hebben getuigd en beweerd, ontvangt dagelijks nieuwe bevestiging: dat namelijk onze tijd zoo bizonder vooruitgaat in fijne beschaving. Niemant zal het kenmerk van beschaving zoeken in het vermogen van nieuwe uitvindingen te doen, noch ook in eene geregelde, maar dagelijks gekomplikeerder werking van het oordeel. Scheikunde, astronomie, mechaniek maken de beschaving niet. Den grootsten chimist, ingeniëur of sterrekundige zal niemant, om die reden, den beschaafdsten man noemen. Beschaving is harmonische volmaking: daar komt het hart, daar komt de liefde voor het ideaal in elke zijner verschijningen, daar komt kracht tot ontvangen en voortbrengen op verschillend gebied, le sixième sens, daar komt van alles bij te pas: veel individueels, vooral ook veel sociaals. Bij uitnemendheid, indien men het maar ruim genoeg opvat, is de vrucht, of eigenlijk de bloem der beschaving: le sentiment exquis des convenances. En hierin staat natuurlijk onze zoo door en door beschaafde tijd bizonder hoog. Den 26n April is te Brussel, in de Kamer der Volksvertegenwoordigers - die het geheele Volk reprezenteeren, zonder diskussie aangenomen het voorstel van zekeren Heer Pirmez, om al de rekeningen der leveranciers en ambachtsbazen, wier waren en diensten men zich bij de begrafenis van Koning Leopold I heeft aangeschaft, ‘openbaar te maken’ - om dat men vreest bestolen te zijn. Het konstitutioneel regeeringsstelsel brengt toch al tot mooye dingen! Als of het niet duizend maal verkieslijk ware, voor de erfgenamen van dien Croesus, dat zij een paar maal honderd duizend francs in de staatskas stortten, dan dat de dekoraties der chambre ardente uit elkaâr gescheurd, en er nagegaan wordt, of men den dooden Koning gemeene harst, in plaats van benjoin in zijn kadaver gestopt heeft - of wáar vullen misschien de liberalen hun doode Koningen meê op? M.
RIDDERTEEKENS. - De Heer K. Wiener, een israëlitiesch stempelsnijder, heeft verlof gekregen tot het aannemen en dragen der vercierselen van de Christusorde, hem door Z.M. den Koning van Portugal geschonken. De dichter Nolet de Brauwere van Steeland desgelijks voor de vercierselen der ridderorde van Adolf van Nassau - Handelsblad 22 Mei. Den verdienstlijken Dietschen dichter had de Koning óok wel de opmerking mogen maken, waarmeê de aanvrage om zeker ridderkruis te mogen aannemen, wijlen den Heer Westreenen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 517]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Tiellandt beandwoord werd: ‘als uw kleêrenmaker nog plaats op uw rok weet te vinden, is het mij wel.’ De Heer Wiener is er erger aan toe: die wordt óok met kruisen vervolgd, en ditmaal moet hij in de Christus-orde zitting nemen. ‘Ic doe dit geerne, Heer Coninc!’ zegt hij, met den middeleeuwschen romancier, en beweert toch, als Israëliet, volkomen in zijn geheel te blijven. En dan klaagt men nog, dat onze eeuw geen karakters, geen mannen meer oplevert! X.
PROEVEN VAN ‘VOORZANGERS- [en Schoolknape-] NEDERDUITSCH’, uit beroemde hedendaagsche schrijvers.- Klaasje Zevenster. I, bl. 1. Eerste volzin: 29 regels, ter helfte: ‘het zou mij niet verwonderen, indien genoemde personen, op eens, bij het zien van het opschrift, boven dit hoofdstuk geplaatst, den neus optrokken, het pas geöpende boek weêr dichtsloegen, enz. welke ceremonie,.. aan de freuletjes,.. ten wier bate zij genomen werd, een tijdelijke teleurstelling zal veroorzaakt hebben.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 518]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M. |
|