Mengelingen.
FRANSQUILJONNERIE. - Onder het Patronaat van het fransquiljonsch Ministerie Frère-Rogier, in Belgiën, is op den grondsteen voor het standbeeld van den nederlandschen schilder Jan van Eyck, in het nederduitsche plaatsjen Maeseyck, het volgende fraaye fransche chronikon geplaatst:
Pierre fondamentale placée
à la statve van Eijck.
Die snaken kunnen den naam van den schilder niet eens behoorlijk spellen. Ze zetten wel Van Eyck; maar de y = i zijnde, zoû dan de uitkomst 1862 wezen, 'twelk 1863 moet zijn. Ze bedoelen dus, zeer dom en zeer onfransch tevens, Van Eijck. 't Is buitendien heerlijk Fransch: ‘Pierre fondamentale placée à la statue Van Eyck’; en la statue van Eyck is zeer klassiesch gezegd, behalven dat het hôtel Rambouillet en het hôtel Recamier er van zouden gruwen. Neen, Heeren, men zegt wel le bal Mabile en l'Estaminet Peeters: maar niet la statue Van Eyck. Domme Jorissen, die uwe moedertaal vergeet, om er wat gebrekkig kappers-fransch op na te kunnen houden!
M.
ONZE JAPANSCHE VRIENDEN. - Wij hebben, in der tijd, de ovatiën, hier in Nederland aan de japansche afgodendienaars gebracht, zeer belachlijk gevonden (Christelijke ‘bazilieken’ hebben o.a. hun ter eere de vaderlandsche driekleur uitgestoken!): maar nu moeten we bekennen zijn wij op dat punt geheel bekeerd: want ware aan het japansch gezantschap eene minder goede ontvangst bereid geweest, dan had Z.M. stoomkorvet Medusa, op 11 Juli ll., bij het passeeren van de Straat van Simonoseki (de Westelijke ingang van de Japansche Binnenzee) het kwaadaardig batterijvuur gedurende 1½ uur wellicht niet door te staan gehad, waarmeê dat ontuig gewoon schijnt zijne vrienden te bejegenen, en het dozein hollanders, die er moorddadig bij verwond of gedood werden, hadden de eer gemist, dat er op die wijs notitie van hen werd genomen.
M.