dat ze de moderne burger-huisarchitektuur - cet art sans nom - niet meer beschamen kunnen. 't Is altijd nog een verdienstelijk werk, dat de Hr Leliman onlangs begonnen heeft, al de geveltjens, die stellige jaartallen aanbieden, op te teekenen en te beschrijven, in de ‘Bouwkundige Bijdragen’. Nog verdienstelijker zoû het wezen, als die bouwmeester die geveltjens ten spoedigste in fotografie uitgaf.
Het slachtoffer, dat we bedoelen, stond voor het hoekhuis 's Gravenhekjen en Rapenburg. De genoemde slooping zal nog onbegrijpelijker voorkomen en er slechts te schuldiger om zijn, als men weet dat bedoeld huis bewoond wordt door een onzer eerste letterkundigen - den Heer N. Donker. Wij wisten wel, dat de Hr Donker gaarne moderne toestanden beschrijft; maar wij meenden toch dat hem het neêrlandsch kunstenaarsharte te hoog klopte, om zulken schoonheidsmoord toe te laten, als in de onmiddelijke nabijheid van zijn levenscentrum voltrokken wordt. Zoo wij wel onderricht zijn, had de Heer Donker het huis ter bewoning gekozen, toen er het oude geveltjen nog voor stond, en betrekt hij 't, nu een moderne levenloze grins de plaats van het bezielde, thands wechgesnoeide aangezicht der woning heeft ingenomen. De Hr Donker moge toezien, hoe hij zulke openbare schoonheidsverzaking goedmake.
M.