Dietsche Warande. Jaargang 4(1858)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Christen Kunst. aan den bestuurder der ‘dietsche warande’. 1. Neen! of zij ons de oogen ombonden - Der zonne is haar licht niet belet! De Waarheid, miskend en geschonden, Gaat rustig haar maagdlijken tred. 2. En wierd u de rechte geketend, Ter fnuiking van veder of zwaard - Uw zake is haar loopbaan geteekend: Geen macht kan haar keeren op aard. 3. Een zwaard en een pen zal er komen Zoo lang er éen menschenhart klopp'. Men vell' en verbrande de boomen - Ginds schieten de zaadkorrels op! 4. En of zich, in 't woelen der scharen, Uw woord als een zuchtjen verloor: Ze zullen 't gemis niet ontwaren In 't eerlang ontelbare choor. 5. De lente zal des niet verzwinden Met lovren en vogelgezang, Al drongen vertwijflende ontzinden Een leeuwrik of twee in 't gevang. Th.K.t.D. De form is van G.J. Dodd. Vorige Volgende