De 'Disticha Catonis' in het Middelnederlandsch

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3617 B 6

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De 'Disticha Catonis' in het Middelnederlandsch in de editie van Adriaan Beets uit 1885. Het originele werk verscheen in de dertiende eeuw.

 

redactionele ingrepen

p. VII: de kop ‘[Woord vooraf]’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

p. 27: de kop ‘[I]’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

p. 35: de kop ‘[II]’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

p. 41: de kop ‘[III]’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

p. 46: de kop ‘[IV]’ is tussen vierkante haken toegevoegd.

p. 118: de ‘verbeteringen’ op deze pagina zijn niet doorgevoerd in de lopende tekst.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV en VIII) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina ongenummerd (p. I)]

BIBLIOTHEEK

VAN

MIDDELNEDERLANDSCHE LETTERKUNDE.

 

[pagina ongenummerd (p. III)]

BIBLIOTHEEK

VAN

MIDDELNEDERLANDSCHE LETTERKUNDE

ONDER REDACTIE VAN

Dr. H.E. MOLTZER

Hoogleeraar te Utrecht,

EN

Dr. JAN TE WINKEL

Praeceptor aan het Gymnasium te Groningen.

Aflevering 37.

TE GRONINGEN BIJ J.B. WOLTERS, 1885.

 

[pagina ongenummerd (p. V)]

DE

‘DISTICHA CATONIS’

IN HET

MIDDELNEDERLANDSCH

DOOR

D^R. A. BEETS.

TE GRONINGEN BIJ J.B. WOLTERS, 1885.

 

[pagina ongenummerd (p. VI)]

Stoomdrukkerij van J.B. Wolters.

 

[pagina 108]

INHOUD.

	Blz.
Inleiding	1.
De ‘Disticha Catonis’ in het Middelnederlandsch	25.
Aanteekeningen	54.
Bijlage I. Spreuken, op naam van Cato gaande	82.
Bijlage II. Overzicht der litteratuur van de ‘Disticha Catonis’	89.
Bijlage III. Parodie van Cato's zedelessen	106.

 

VERBETERINGEN.

Blz. 1,	reg. 8 v.o. moet doordien vervallen.
Blz. 85,	noot. Pelliert zal wel verl. deelw. zijn van *pellieren, bijvorm van paleren, palleeren ‘opschikken, tooien, (fra. parer)’.