keer wonen ze weer korte tijd samen, hun gevoelens voor elkaar zijn dezelfde gebleven. Na enkele weken studeert Jihan af. Ze zal haar stage doen in Beiroet, in het Amerikaanse hospitaal o.l.v. Nadim, de man van haar vriendin. Jan vergezelt haar naar Libanon maar zal nog een jaar in Harvard studeren. Daarna zullen ze trouwen.
Er gaan geruchten dat Jan haar ontrouw is. Ze reist naar Boston. Jan bëvestigt, vol berouw, zijn ontrouw en spreekt haar over zijn eenzaamheid, zijn gevoel van verlatenheid. Jihan krijgt medelijden met hem maar vraagt zich af of dit een basis is voor een huwelijk. Ze keert terug naar haar hospitaal, stort zich in het werk en wil nadenken over hun verhouding.
Uiteindelijk trouwt Jihan in Libanon met Nadim, nadat diens vrouw en kind in het geweld omgekomen zijn. Als Nadim achter het front gaat verplegen zoekt Jihan rust in wat haar een oord van vrede lijkt: Leuven. Een waanzinnige onderneming: alleen met de auto, om wat en wie te zoeken?
Jan heeft carrière gemaakt in de politiek. Hij houdt nog steeds ontzettend veel van haar maar eerbiedigt haar beslissing om terug te keren naar haar land, naar haar man. ‘Een Libanees verlangt één ding, het te blijven’. En haar wortels zijn als die van de ceder, diep vertakt in de rotsen van haar land.
De personages in dit eerste boek van Hilde Eynikel hebben allen door omstandigheden een lange evolutie doorgemaakt. Het leven heeft hen getekend en geleerd.
Wil de auteur ons een boodschap meegeven of enkel eigen of andermans ervaringen afschrijven? Ze sleept ons mee, betrekt ons in de haastige handelingen die zich in een enorm ritme opvolgen. Zowel in Leuven als in Libanon, de twee plaatsen waar het verhaal zich afspeelt, leeft men opgejaagd en gehaast. Jan rent van de ene vergadering naar de andere, zet akties op het getouw, bedrijft tussendoor de liefde. Haastig, morgen zien we wel... De stijl waarin de auteur haar verhaal stelt is gehaast. In korte zakelijke zinnen brengt ze de gebeurtenissen in beeld. Het is het beeld van de moderne, rusteloze mens. Zich bezinnen is onmogelijk of gevaarlijk.
Het lijkt ons dat Hilde Eynikel juist door haar doordringend en ‘haastig’ brengen van de feiten een pleidooi houdt tegen die haast en de wereld van de ‘daad’, waarin de mens vervreemdt van zichzelf, van zijn eigen diepste verlangen, te wonen in ‘een huis van zachtmoedigheid’.
Boeiend verhaal dat waarachtig overkomt door haar kennis van de situatie in Leuven en in Libanon. Hilde Eynikel schrijft niet als een joernaliste die een ‘verhaal’ schrijft, maar als iemand die het aan den lijve ondervonden heeft. En... helaas is haar boek nog steeds brandend aktueel.
g.l.