Biblia dat is, de gantsche Heylighe Schrift, grondelick ende trouvvelick verduydtschet, Met verklaringhe duysterer woorden, redenen ende spreucken [etc.] (Deux-Aes bijbel)

Dat x. Capittel.

1. Uermeerderinghe menschelicken geslachtes na der Sundvloet, door de drye sonen Noah, met tsamen besettinghe der landen door de seluen.

A.1

DAt is het geslachte der kinderen Noah: ⁺ Sem, Ham, Iaphet: ende sy genereerden kinderen na der Sundtuloet.

+ Noah geslachte.

2

De kinderen Iaphet zijn dese: ⁺ Gomer, Magog, Madai, Iauan, Tubal, Mesech ende Thiras.

+ Iaphets gheslachte. 1.Para. 1.a.5.

3

Nu, de kinderen van Gomer zijn dese: Ascenas, Riphat ende Thogarma.

4

De kinderen van Iauan zijn dese: Elisa, Tharsis, Kithim ende Dodanim.

5

Van desen zijn wtghebreydet de eylanden der Heyden in haren landen, een yegelick na syner sprake, gheslachte ende lieden.

6

De kinderen van Ham zijn dese: ⁺ Chus, Mizraim, Phut ende Canaan.

+ Hams geslachte.

7

Nu, de kinderen van Chus zijn dese: Seba, Heuila, Sabtha, Raema ende Sabtecha, maer de kinderen van Raema zijn dese: Scheba ende Dedan.

8

^a Chus genereerde den Nimrod: ⁺ die begonste een geweldich ^b† heere te zijn op Aerden.

a 1.Para. 1.b.10.

+ Nimrod.

b† and. Heldt.

9

Ende was een geweldich iager voor den Heere: daruan spreeckt men: Dat is een gheweldich iagher voor den Heere als Nimrod.

B.10

Ende het beghin synes rijckes was, ⁺ Babel, Erech, Arad ende Chalne in den Lande Sinear.

+ Babel. Gene. 11.a.9.

11

Van dien lande is daerna gekomen de Assur, ⁺ ende bouwede Niniue, ende ^c† Rehoboth, Ir ende Calah.

+ Assur.

c† and. Der stadt straten.

12

Daertoe Ressen tusschen Niniue ende Calah: ^d dit is eene groote stadt. ⁺

d Ione. 1.a.2. ende 4.b.11.

+ Niniue.

13

Mizraim genereerde Ludim, Anamim, Leabim, Naphthuhim.

14

Pathrusim ende Casluhim, van welcken zijn ghecomen de Philistim ende Caphtorim. ⁺

+ Philistim.

15

Canaan nu genereerde Zidon synen eersten sone, ende Heth. ⁺

+ Cananiters.

16

Iebusi, Emori, Girgosi,

17

Hiui, Arki, Sini,

18

Aruadi, Zemari, ende Hamathi: van welcken zijn wtgebreydet de geslachten der Cananiters.

19

Ende hare lantpalen waren van Zidon aen, door Gerar, tot Gaza toe, tot dat men koemt tot Sodoma, Gomorra, Adama, Zeboim, ende tot Lasa.

C.20

Dat zijn de kinderen Ham in haren geslachten, spraken, landen ende lieden.

21

Sem, Iaphets grootste broeder, ⁺ genereerde ooc kinderen, die een vader is aller kinderen van Eber. ⁺

+ Sems geslachte

+ Eber.

22

^e Ende dit zijn syne kinderen: Elam, Assur, Arphachsad, Lud ende Aram.

e 1.Para. 1.b.17.

23

Nu de kinderen van Aram zijn dese, Vz, Hul, Gether ende Mas.

24

Arphachsad genereerde Halah, Halah genereerde Eber.

25

Eber genereerde twee sonen, de eene hiete ^f Peleg, daerom dat te zijnder tijt de werelt gedeylt wert: zijn broeder hiet Iaketan.

f Peleg heet op Duytsch een van einander deylinge

26

Ende Iakethan genereerde Almodad, Saleph, Hazarmaueth, Iarah,

27

Hadoram, Vsal, Dikela,

28

Obal, Abimael, Seba,

29

Ophir, Heuila ende Iobab: dat zijn alle kinderen van Iaketan.

D.30

Ende haer wooninghe was van Mesa aen, tot dat men koemt tot Sephar, aen den berch tegent Oosten.

31

Dat zijn de kinderen van Sem, in haren gheslachten, spraken, landen ende lieden.

32

Dat zijn nu de nakomelingen der kinderen Noah, in haren geslachten ende lieden: van dien zijn wtgebreydet de lieden opter Aerden, na de Suntuloet.