| |
| |
| |
De Denker.
No. 574. Den 27 December 1773.
[Verzameling van Lessen, getrokken uit alle Vertoogen van dit elfde Deel.]
Ne chartae sileant, quod bene feceris.
Horatius.
Welke Lessen zyn my dit jaar in dit Werk gegeeven? Men schreef om my te leeren, te stigten, te verbeteren; en nu, wat heb ik geleerd, waarin ben ik gestigt, wat heb ik verbeterd? Gewigtige rekenschap, die ik my zelven afvraage, my zelven geeven moet. Wat baat anders het leezen, als het geleezen niet bewaard, niet gevolgd wordt?
Men hieldt het bygeloof te zyn, het tweeënzeventigste jaar deezer Eeuwe, als noodlottig voor ons Vaderland, te vreezen: men lachte over dit voor-oordeel, zeker te regt; aan de byzondere tydstippen is vloek nog zegen verbonden, Laat ik egter behoedzaam zyn, en op geen volkomen voorspoedige jaaren roemen, ten zy ze eerst geheel zonder ongelukken afgeloopen zyn. Voor dat de laatste dag aanlichtte, in de laatste Week gebeurde 'er een ongeval, dat het tweeënzeventigste deezer Eeuwe gedenk- | |
| |
waardig in onze Jaarboeken zal maaken. Doodelyke slag aan 's Lands Credit toegebragt gy leert my, dat buiten oorlog, midden in den vreede, een Land bange neepen, naauwlyks of in lang niet te geneezen, onverhoeds ontvangen kan. U bidde ik dan, ô Bewaarder Israëls! die de waereld regeert, houdt ons lieve Vaderland boven, kom den ondergang vóór, herstel onze breuke! - In het tweede Vertoog droeg men my voor eene uitbreiding over de Geschiedenis van de komst der Wyzen uit het Oosten tot den gebooren Heiland. De ophelderende Aanmerkingen over dat stuk deeden my dezelve in het regte licht zien; eene verwonderende herdenking van die gebeurtenis kan my meer stigten, dan de vreemde wyze, waarop sommige Christenen het Feest der Drie Koningen vieren. Men onteert, des doende, die Gebeurtenis, en maakt den Godsdienst niet achtbaar. - De zogenoemde Amazone - dragt, in een bespotrelyk licht gesteld, moet elken aanzienlyken Vader terug houden van zyne Dochters zo te kleeden. Weeten Dochters van minderen rang, hoe ligt zy een Minnendienst krygen kunnen door hulp van inhaalige snoode Besteedsters, 't staat te vreezen, dat het haar aanleiding, om gereeder tot ontugt te vervallen, zal geeven. Waarom zoogen de de Moeders haare eigen Kinderen niet? Pelsen en Moffen zyn goed, als ons Land Siberien gelyk wordt. - Gemak in de Studien, altoos nuttig zynde, geeft aanleiding om te onderzoeken, of niet de Studie in de Regtsgeleerdheid gemakkelyker ware te maaken, en hoe dan? Hoe korter en aangenaamer weg, hoe schielyker men vordert. - Indien het eene Juffer gezet heeft te regeeren over haaren Man, zo gedenke zy, dat alle onwettige heerschappyen, al mogten ze gelukken, voor zich zelven gevaarlykst en nadeeligst zyn. - Destige Opschriften op Huizen enz. eenige groote daaden herinnerende, kunnen zo nuttig zyn, als sotte en ontugtige, op de glaazen in Logementen en Herbergen geschreeven, ergerlyk en hoonende zyn. - Wat men vergeet of nalaat den kinderen in te scherpen, 't is de Liefde voor het Vaderland. Was die in aller harten, men
| |
| |
zou zich regt bereiden, als de Overheid ons tot het houden van eenen Bededag roept. Wy zouden meer leeten op onze belangen, die door het gemis deezer Liefde thans verwaarloost worden. God en de Overheden eischen deezen pligt van ons. - Als de Afgryzelykheden van den oorlog, thans met zo veel woede in Europa, dat deel der waereld, dat boven anderen zo verlicht is, en daarop roem wil draagen, ons afgeschilderd worden, laat ons dan medogen oefenen met die Volken, die 'er door geteisterd worden, en den Hemel danken voor onzen vreede. - Indien Schryvers nederig zyn, gelyk den wyzen betaamt, voegt het hun niet, in eige gemaakte uittrekzels hunner Boeken hun eigen lof uit te trompetten, zo min het eenen ongeoeffenden voegt een openbaar Spreeker en Schryver te worden. - 't Is sommige jonkers in den mond bestorven te roemen op gunsten, van Vrouwen ontvangen, welken zy egter nooit genooten hebben; hoe hoonend is zulk een gedrag! welk een geweldig onregt doen zy daar mede de onschuldige schoone Sexe aan! - Leerden wy, dat de Pragt de oorzaak is der Fallissementen, en koozen wy de voorgestelde middelen om de Pragt te verminderen, hoe wys zouden wy zyn! - 't Is onbarmhertig, als Vreemdelingen zich onder ons neerzetten, hen te laaten loopen, en geene liefdediensten te bewyzen, dat de Goddelyke Wetgeever zo ernstig heeft bevoolen. - Een Dichtstukje, ten Tytel voerende: een Christen op zyn Sterfbedde, moet my leeren de wyze van wél en vrolyk te sterven. - Lasteren is verfoeilyk; ligtgeloovigheid onvoorzigtig en zeer nadeelig, beiden worden met nadrukkelyke kleuren geschilderd. - Die de Survivance van een Ampt krygt, behoort voor af zich zelven wél kennen, en te weeten, of hy met deszelfs kleine Inkomsten zal te vreeden zyn, zonder te verlangen naar de dood des geenen in wiens plaats hy komt. Begeeren is in zulk een geval een doodslag. - De handeling van Celia met haar schoothendje levert een nieuwe proef uit van de aan houden de dwaaze liefde van eenige Juffers omtrent die dieren. Deeze satyre moet in zekere Stad, waar een Honden- | |
| |
Doctor plegtige adviezen over de ziekten deezer beesten geeft, met aandagt geleezen worden. - Zyn 'er niet reeds overtollige Genootschappen in ons Land? of zou het niet by uitstek nuttig zyn, wanneer een Gezelschap van Dichters zich verledigde om nuttige Straatliedjes, met Zedelessen doormengd, voor 't gemeen op te stellen? - De Maimaand geeft aanleiding tot eene ernstige, verheve, aangenaame beschouwing van het lieflyk jaarsaisoen, beslooten met een Dichtstukje over de Lente. - De lust om te fitten, in 't allerernstigste iets berispelyks te vinden, en daartegen met eige bekwaamheden overal te pronken, vindt men in allerlei slag van menschen, doch in allen is het tevens een mistal. - 't Zal altoos voor een braave Juffer gevaarlyk blyven te trouwen met een Ligtmis: met de hoop van hem beter te maaken mag men zich vleien, doch ze is zeer onzeker. - Reizen te doen, om elders woonende Vrienden te bezoeken, is voordeelig voor het genoegen des harten, en de gezondheid des lighaams; maar onaangenaame vertellingen of ongemakken der reize, verkeerd beschouwd, maaken veeltyds dezelven onzoet. - Op welk uur van den morgenstond moet men opryzen, en wanneer des avonds te bed gaan, zal men voor zyne gezondheid best zorgen? de Dieren, van welken wy ons niet moeten schamen te leeren, zullen ons dat zeggen, indien wy hooren willen. - Is het mogelyk, dat de Bybel een verzonnen Boek zy, indien alles, wat men 'er in aantreft, strekt tot heerlykheid van het Opperwezen, het groote doelwit van den Godsdienst? Dit stuk moet den Geloovigen stigten; mogt het den Ongeloovigen overtuigen! - Een Dichtstukje, dat booze Wyven, die altoos heerschappy over haare Mannen willen oefenen, leezen moeten, zo zy zich willen verbeteren, en onderdanigheid leeren. De booze Griet ging haar hierin voor, en werd eindelyk een braave Vrouw. - Een schildery van slegte Gedigten ter verbetering van kreupele Dichters opgehangen - Onvoeglyk is 't, dat onbekwaame Chirurgyns en Apothekers voor Doctoren speelen, waardoor menigmaal kundige Geneesheeren niet te doen hebben, en
| |
| |
de Zieken veel lyden. - Alleenspraak van Salomo, of beklag over zyne Ontugt, oorzaak van zo veele tegenwoordige en toekomende onheilen voor dien anders zo wyzen Vorst. Een treffend voorbeeld voor jonge Lieden, die zich aan losbandigheid overgeven. - Kende men den last en de gevaarlykheid der rykdommen, wist men hoe aangenaam het zy wél te doen in dit leeven, men zal met genoegen leezen een zeldzaam hier opgegeeven voorbeeld van een Heer, die zyn overtollig geld daartoe wilde besteeden in zyn leeven. Bekoorlyk gedrag! - Een tekening van het ellendige Militaire leeven, door een ontrouwe pen geschetst, om een jong Heer, die nergens anders zin in heeft, daarvan af te schrikken. Neigingen van dien aart laaten zich niet wel buigen. waarom een oud Officier, in gezelschap van den Denker, een geregeld verslag van het militaire leeven geeft, waarin men het gedrag van een kundig, geoeffend, braaf Man aantreft, en anders dan men gewoon is, van braave Militairen leert denken. - De hedendaagsche Pragt voert veele nadeelen aan menig Huwelyk blyft 'er door agter; men durft niet trouwen wegens den slegten tyd. En het getal der dienstboden hier vermeerderende, verliezen andere Provintien haare jonge lieden, die nuttiger waren zo ze daar trouwden, en het veld bouwden. Hoe heilzaam ware dan onze vermindering van Pragt in ons Land, die de Huwelyken zou aanmoedigen! - De onbillykheid dat men de verwagt wordende nieuwe Psalmen becritisere; een werk, waartoe anders fitzieke Geesten zo gereed zyn - De voortreffelyke nuttigheid van de uitgeschreeve Vraagen der Hollandsche Maatschappy der Weetenschappen te Haarlem, byzonder die tot voortplanting van het Evangelie strekt, aangeweezen, en bekwaame Schryvers tot beantwoording aangemoedigd. Dit is het eerste Godvrugtig voorbeeld van dien aart in ons Land, en strekt ter eere van hetzelve. Mogt het verdere aanmoediging hebben! - De Schim van P. Dathenus troost de Aanbidders zyner Psalmen, dat ze zo lang zyn gebruikt, en nu eerst, na twee Eeuwen, uit de Kerke raaken. Het gebrekkig gezang wordt op veele plaat- | |
| |
zen geweeten aan onbekwaame Schoolmeesters, die voorheen Lyfknegten waren, en ter belooning van gedaane diensten, tot dat ampt bevorderd zyn. De Hoogduitschers zingen wél; zy leeren het vroeg in hunne Zangschoolen; hadden wy die ook, het zingen zou regt geleerd worden, en by ons op beteren voet geraaken. - Gantsch onbetamelyk is het in alle Rouwbrieven van den Overledenen, al heeft hy zich dood gezoopen, te zeggen, dat men op goede gronden zyn gelukkig afsterven vertrouwt: men leere deeze brieven in een anderen vorm gieten. - Een Oom, zynde een Man van de waereld, wendt alle moeite aan, om zyne Nigt, stil en gerust op het Land leevende, over te haalen om in de Stad te komen woonen, en zich in de zwierige waereld te vertoonen. Armhartig zyn zyne daartoe aangevoerde drangredenen, die zyne sneedige Nigt op eene geestige wyze met nadruk wederlegt, en zyn verzoek in kragt afslaat. Zy kent de waereld, en stelt haare rust boven schynvermaaken. Hadt zy veele navolgers! - Kinders zyn niet gaarne by oude Lieden, de ongelykheid is te groot. Gedroegen zich Ouden by Kinderen als of zy Kinders waren, de laatsten zouden gaarne derzelver gezelschap zoeken. - Altoos revert men in zyn leeven om by de geheele waereld in een goed gerugt te staan, een goede naam is ook beter dan goede olie; maar hoe weinig ievert men om na het leeven een goeden naam na te laaten: wat genoegen, zo men ons lastert en vloekt na ons verscheiden! Op een godvrugtig leeven volgt een goeden reuk, die stigt, als wy niet meer stigten kuunen. - Van wat hoog belang is eene goede Opvoeding in de waereld! Eene Dochter van een Officier, die agter het waare geheim der Opvoeding was, geeft ons eenige schoone trekken van de wyze, hoe haar Vader dit stuk behandelde. 't Waare te wenschen, dat de gegeeve regels meer nagevolgd wierden; de Kinders zouden 'er de vrugten, de Ouders het genoegen van plukken. Benignus, een Student tot de Godgeleerdheid geschikt, komt in een ongeschikt gezelschap, daar men de Leeraars dermaate havent, dat hy een afschrik van die Studie krygt. Veele men- | |
| |
schen maaken zich schuldig aan dit snood wangedrag; dan hem wordt geleerd daarom van die edele Studie niet af te zien: die aan den weg timmert, lydt toch veel aanspraak. Het uitzigt van het nut, dat hy in de waereld doen kan, moet hem verheffen boven alle Lasteringen. - Men schikt veeltyds Kinders vroeg, verre weg al te vroeg, tot het een of ander beroep; men dringt ze daartoe, schoon men niet weet, of zy daartoe neiging en bekwaamheden hebben. Een nieuw voorbeeld leert de Ouders zich van zulken onvoorzigtigen handel aftehouden. De uitkomsten zyn altoos voor beiden droevig en ongelukkig. - Geef Kinders, die gy in de waereld zendt, eenen Bybel, Vaderlandsche Historie, maar ook een Martelaarsboek mede. Dit zal hen leeren prys te stellen op eenen Godsdienst, voor welken zo veele verstandige en Godvrugtige lieden Lyf en leeven hebben opgezet. - Verbazend is het vershil der menschelyke Aangezigten, nog treffender dat hunner Lotgevallen, zo ook hunner gaaven en bekwaamheden, die de wyze Schepper wegens wyze redenen hun gegeeven heeft: is dit zo, mag ik dan eenen Leeraar, met minder gaaven dan een ander voorzien, veragten? Is dit niet den vryen Uitdeeler zyner goederen aanranden? laat ik zwygen, en God aanbidden in zyne wysheid. - Bezie de meeste Familien, en gy zult de liefde maar sober onder dezelven zien heerschen: wat kragtig bewys der algemeene verdorvenheid onder de Menschen! Hoe veele nadeelen en smerten spruiten 'er uit voort! Hoe gelukkiger was de waereld, hoe gelukkiger de Geslagten, indien zy naauwer aan elkander verbonden leefden! - Die elders eene dengdzaame Juffer, het huishouden wel verstaande, ter Vrouwe zoekt, om dat de meeste Juffers in de Steden aan een kostbaar, zwierig leeven, dat niet wel goed te maaken is, verslaafd zyn, dwaalt hy? in het geheel niet, hy zal gelukkig zyn. - Een Ligtmis, die andere Vrouwen verleid hadt, trouwt, na langduurige uitspattingen, eene slegte Vrouw, en wordt op zyn beurt door haar bedroogen. Hy komt eindelyk tot inkeer, erkent de regtvaerdige straf des Hemels, stort bittere klagten over zyn god- | |
| |
loos leeven, bidt om genade, en schikt zich tot verbetering. Hoe bitter zyn de vrugten van een losbandig leeven! Hoe veelen worden 'er door weggesleept! Verleiding, hoe veel kragts hebt gy op jonge harren! - Vrienden van één Geslagt willen dikwils elkanderen niet kennen dan by gebooren worden en sterven: schoone bloedverwandschap! nuttelooze Vrienden! - Men volgt dikwils de Leeraars als men ze ten graave brengt, by derzelver leeven kwam men by hem niet in de kerk: averechtsche handeling, die eene strenge berisping verdient. - De ouderdom heeft weinig meer van doen om aan het einde van het leeven te komen, en intusschen beminnen zy zo sterk als de jeugd, dat men dezelve geschenke geeve. Waartoe de gierigheid, als men geene goederen meer nodig heeft! - Nadeelige gewoonte, als ze, gelyk thans meest gebeurt, de aandoening der ziele over langduurige plaagen uitwist! - Boeren klagen altyd, het tegendeel wordt in een vergenoegden Landman beweezen. Gelukkig hy, die de ontvange gaven erkent, en dankbaar is.
Deeze Lessen wierden, deezen Jaare, my en andere in dit Werk gegeeven. Laat de herdenking van allen, my en anderen wysheid leeren. ô! hoe gelukkig zullen wy dan zyn! Nu, nu is het tyd om te leeren: maar de tyd om te leeren is kort, waarom wy 'er ons des te meer op moeten toeleggen. De waereld gaat voorby met alle haare begeerlykheid, maar die den wille Gods doet, blyft in eeuwigheid.
Deze Vertoogen worden uitgegeven, te Amsterdam, by de Erven van F. Houttuyn, en zyn, ieder Maandag, by dezelven te bekomen: en, wyders, te Nymegen by H. Wolfsen, Arnhem W. Troost, Dordrecht A. Blussé, Haarlem J. Bosch Delft E.v.d. Smout, 's Gravenhage J. Thierry, Leiden P.v.d. Eik en D. Vygh, Rotterdam R. Arrenberg, Middelburg P. Gillissen, Vlissingen P. de Payenaar, Leeuwaarden H.A. de Chalmot, Harlingen F.v.d. Plaats, Sneek R. Zeylstra, en Groningen J. Crebas en L Huyzing.
|
|