Delfschen Helicon ofte grooten Hollandschen nachtegael(1720)–Anoniem Delfschen Helicon ofte grooten Hollandschen nachtegael– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Nieuw Liedeken. Stemme: Alst begint. JEugdige Nimphen die de boeren bemint, Vrolijk herten hoe mag het dog komen, Dat men in plaets van singen begint, Stil, en hoe langer hoe meer te dromen, Is de geneugt dan so besnoeyt, En uyt de jeugdige herten gegroeyt, Dat die niet weder en bloeyt. De tijd sal u vallen veel te lanck, Laet ons wat lacche wat mallen wat deunen, Singen en springen ja maken een klanck, Dat de Kamer begint te dreunen, Hey wie weet wanneer 't gebeurt, Dat men 't geselschap dus samen bespeurt, Waer toe dan nu getreurt. d'Ouderdom komt ons nu op de hant, En ons ontslippen de jeugdige Jaren, 't Welck de vreugde stelt aen kant, Voort so beginnen wy dan te bedaren, Dog wilt in u lustige jeugt, Niet laten ontglippen in eer en deugt, De blijde bequame geneugt. Sult gy dan niet beginnen een reys, Waer na begeert gy langer te beyden, Naeste gebuertje voldoet mijn eys, [pagina 71] [p. 71] Heft op een Liedjen men sal u geleijen, Zijt gy beschaemt ey houd dog u kleur, Wilt wat wagten, ik sing u wel veur, Dog so niet ik geef u de keur. Vorige Volgende