Den dapperen prins Karel van Lotharingen(1744)–Anoniem Dapperen prins Karel van Lotharingen, den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Een Nieuw Liedt van een Meysje van Haarlem die Dragonder geworden is. Stem: Lon laderette. VRienden luystert na dit Lied Wat tot Haarlem is geschied Van een Dogter jong en schoone Lon laderette falderadela Die soo garen getrouwt wou syn Maar bleef in pijn. Dese Dogter wel verstaat Kleeden haar in Mans gewaed En een hoedje op drie haartjes Lon laderette &c. Sy gaat in een Herberg ras Op het selfde pas. Doen sprak daer den Officier [pagina 47] [p. 47] Wild gy dienen met plaisier Dan sal ik uw vry Monteren Lon laderette Nog tien ducatons in uw hand Houd u maar constant. Sy stak dat Geld in haer Tas Daer sy mee te vreden was En sy dienden den Staat getrouwe Lon laderette Dat gelijk een braaf Soldaat Die den dienst verstaat. Doe kreeg sy een Kameraat Die haar jonk hert wel aanstaet En sy ging dit openbaren Lon laderette Dat sy nog reyne Maget was Op het selfde pas. Desen quant was heel bedugt Over dese rare klugt En sy paarden daar te samen Lon laderette Tot dat dese Maget reyn Kreeg een kindje kleyn. Dese Stad kwam vol gerugt Over dese rare klugt En den Officier getrouwe Lon laderette Die ontsloeg haar van den dienst Op het onversienst. Nu raad ik al de Meysjes fijn Die nu geen Kloppies willen sijn En als u niemand komt vragen! Kwispel de kwaspel robbe dobbe dob Wild maar voor dragonder gaan Gelijk ik heb gedaan. Vorige Volgende