Dagboek van Gent van 1447 tot 1470. Deel 1
(1901)–Anoniem Dagboek van Gent 1447-1452– Auteursrecht onbekendVictor Fris (ed.), Dagboek van Gent van 1447 tot 1470. Deel 1. C. Annoot-Braeckman, Gent 1901
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1113 A 22
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Dagboek van Gent van 1447 tot 1470. Deel 1, in een uitgave van Victor Fris uit 1901. Het gehele werk bestaat uit twee delen. Het oorspronkelijke handschrift dateert uit de vijftiende of zestiende eeuw.
redactionele ingrepen
Ten behoeve van de overzichtelijkheid zijn in deze digitale versie de jaartallen als koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 383: de errata zijn in deze digitale versie doorgevoerd in de lopende tekst. De opgave ervan is verplaatst naar dit colofon. Het erratum betreffende p. 145 werd niet gevonden en kon zodoende niet worden doorgevoerd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π4, XVI, 340, 384) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina π1]
MAATSCHAPPIJ
DER
VLAAMSCHE BIBLIOPHILEN
4e REEKS - Nr 12
[pagina π2]
Nr 32
Exemplaar van Dr. PETIT.
de voorzitter,
de secretaris,
[pagina π3]
DAGBOEK VAN GENT
VAN
1447 TOT 1470
MET
EEN VERVOLG VAN 1477 TOT 1515
OPNIEUW UITGEGEVEN
DOOR
V. FRIS
DEEL I
GENT
BOEKDRUKKERIJ C. ANNOOT-BRAECKMAN
OPVOLGER AD. HOSTE
1901
[pagina 341]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
Voorwoord | i |
Inleiding: | |
I. Het Grondwettelijk bestuur van Gent in het midden der 15de eeuw | 1 |
II. De Bevolking van Gent en hare indeelingen | 18 |
III. De Twee Hoofddekens | 35 |
IV. Het Wanbestuur van Gent van 1430 tot 1449 | 46 |
Januari 1447. Bede van hertog Filips den Goede aan de Gentsche Collatie om eene belasting op het zout te verkrijgen | 57 |
18 Januari. Zij wordt hem geweigerd | 68 |
17 Oogst 1449. Vernieuwing van de Wet | 69 |
De hertog niet tevreden met den keus der nieuwe Wet, eischt dat men er eene andere noeme, en daar de Gentenaars hem dit niet toestaan, gebiedt hij aan den hoogbaljuw, den onderbaljuw en andere ambtenaars de stad te verlaten; zij worden gevolgd door de schepenen van het lid der Poorterij en van eenige der Neringen | 69 |
31 Oogst. De in bediening gebleven schepenen der keure met eenige andere afgezanten trachten te Brugge den hertog te bedaren, maar mislukken | 69 |
17 September. Zoo zenden de Gentenaars aan den hertog te Brugge, negen andere afgevaardigden, uit de drie leden der stad gekozen, die met de andere Leden van Vlaanderen nieuwe pogingen aanwenden maar te vergeefs, want de hertog wil dat in plaats der gekozene leden van de Wet veertien wethouders, door hem-zelf benoemd, zouden aangesteld worden tot het geschil vereffend zou wezen | 70 |
28 October. De Collatie te Gent weigert hierin toe te stemmen | 70 |
November. Vertoogschrift aangaande de verkiezing van Oogst 1449 aan den kanselier en andere heeren van den Raad te Brugge voorgedragen door nieuwe afgevaardigden der stad | 70 |
19 December. De drie leden van de stad Gent bewilligen in de herkiezing van de Wet, op voorwaarde dat de hertog zekere eischen toesta | 80 |
[pagina 342]
Bladz. | |
---|---|
26 Januari 1450. De hertog is hiermede niet tevreden. Hij beroept te Mechelen de drie Staten van Vlaanderen, en daar wordt besloten dat enkele afgevaardigden zich zouden te Gent begeven om eene onderhandeling aan te knoopen | 80 |
9 Februari. De dekens welke het bewind in handen genomen hadden, vragen dat men, om hen te ontlasten, zekere personen zou kiezen om deze onderhandeling te vervoorderen, en behoudens goedkeuring, te voleindigen; wat door de Collatie wordt aangenomen | 81 |
27 Februari. De verkozene afgevaardigden trekken bij den hertog en te Gent wedergekeerd zijnde, geven aan de Collatie verslag over hunne zending | 81 |
4 Maart 1450. Op voorstel der afgevaardigden vergadert men op den Collatiezolder de afgevaardigden van den hertog, de drie Leden en de drie Staten van Vlaanderen benevens de Kasselrij van Gent | 82 |
5 Maart. Deze vergadering stelt aan de Collatie voor te voldoen aan de begeerte van den hertog nopens de herkiezing van de Wet, op voorwaarde dat de nieuwe Wet slechts tot halfoogst toekomende dienen zal, binnen welken tijd men zal trachten het geschil tusschen den hertog en de stad te vereffenen | 82 |
6 Maart. De drie Leden der stad stemmen in dit voorstel toe | 82 |
8 Maart. De hertog zendt zijne baljuws en dienaars in Gent terug, en met hen zijne commissarissen belast met de vernieuwing van de Wet | 83 |
10 Maart. Lijst van de benoemde schepenen | 84 |
23 April. Verbanning uitgesproken tegen Klaas Van Munte, beticht van Filips Van der Vondelen en zijnen zoon vermoord te hebben | 84 |
27 Juli. Besluit, door de afgevaardigden der stad Gent en die van den hertog, aangaande het opgerezen geschil, genomen en door den hertog gewijzigd | 85 |
31 Juli. De drie leden van Gent weigeren die overeenkomst goed te keuren | 99 |
Vonnis van de dekens der neringen ten gunste van den schipper Willem Everwijn (2 Januari 1451), waartegen de schippers in beroep gaan bij den hoogbaljuw in Vlaanderen | 99 |
Jaarlijksch onderzoek over het leven van het volk | 102 |
14 Oogst. Onderzoek over de onwettelijke opname van zekere personen in de Wevers- en Volders-ambachten, waarop |
[pagina 343]
Bladz. | |
---|---|
verscheidene oud-dekens en gezwoornen uit de stad worden gebannen | 103 |
14 Oogst 1450. Vernieuwing van de Wet in 't jaar 1450 | 104 |
20 November-2 December. Kortstondige afwezigheid der baljuws uit Gent | 104 |
4 Juni 1451. Klachtbrief van den hertog tegen Daniël Sersanders, Lieven De Pottere, Lieven Sneevoet en anderen, aan de Gentenaars overhandigd | 105 |
9 Juni. Het volk verwerpt dit vertoog en eischt straf over de handlangers van den hertog, die het aanbrachten | 112 |
28 Juli. Op verzoek van den hertog zendt de Collatie verscheidene afgevaardigden, aan de welke hij tegen de voornoemde personen in 't bijzonder en tegen de Gentsche schepenen in 't algemeen, eene nieuwe beschuldiging ter hand stelt, om in de volksvergadering voorgelezen te worden | 113 |
30 Juli. Op dit vertoog verzoeken de Gentsche gezanten den hertog dat hij in persoon binnen Gent zou komen; maar hij weigert dit te doen zoo lang Daniël Sersanders, Lievin De Pottere en Lieven Sneevoet daar aanwezig zouden zijn of eenige macht hebben | 125 |
2 Oogst. De afgevaardigden bij den hertog, te Gent wedergekeerd zijnde, roepen de drie leden samen, maken hun het besluit van den vorst kenbaar, en gezamenlijk met de schepenen van de twee banken en de twee hoofddekens, bidden de vergadering daarop een gunstig antwoord te geven | 125 |
3 Oogst. Terwijl de drie leden daarover in beraadslaging zijn, komen in de Wetkamer Colaart Van der Clijte, souverein baljuw van Vlaanderen, en Geerard Van Ghistel, hoogbaljuw van Gent, volmachtigden van den hertog, belovende van zijnentwege eene volle kwijtschelding van alle voorgaande misdrijven, alleenlijk eischende dat Daniël Sersanders, Lieven Sneevoet en Lieven De Pottere den hertog eenen voetval doen zouden, met de verzekering dat geene lijfstraf hen zou treffen; waarin deze laatsten onmiddellijk toestemmen | 125 |
7 Oogst. De voornoemde drie personen, alsook de vorige schepenen insgelijks voor den vorst gedaagd, doen den knieval voor den hertog. Sersanders, Sneevoet en de Pottere worden uit Vlaanderen gebannen, maar de verbeurtverklaring der goederen van de oud-schepenen wordt opgeheven | 126 |
9 Oogst. Groot misnoegen en beroerte door dit vonnis te Gent verwekt | 127 |
[pagina 344]
Bladz. | |
---|---|
15 Oogst. Vernieuwing van de Wet in 't jaar 1451 | 128 |
September-October. Simon Van Herbaix, hoogbaljuw van Gent benoemd in de plaats van Geeraard Van Ghistel, wordt wedergeroepen, en Geeraard Van Ghistel in zijn ambt hersteld | 129 |
4 October. Oproerige lasterschriften te Gent uitgestrooid | 129 |
13 October. Pieter Tijncke, Lodewijk d'Hamere, Roeland Van Ronneke en Jan De Smet, alias De Bels, beschuldigden in eene vergadering der Collatie Jan Goetghebuer, deken van het Weversambacht, van ontrouw in het bedienen van zijn ambt; maar de aanklagers zelve worden, op verzoek der gezwoornen van dit ambacht, in 't gevang opgesloten | 129 |
25 October. Vergadering van de Collatie over het bevelschrift des hertogs, waarbij hij verbiedt aan de Wet van Gent, Pieter Tijncke en Lodewijk d'Hamere, als zijnde zijne dienaars te vonnissen | 130 |
25 October. Brief van den graaf de Charolais om het volk tot kalmte aan te manen | 281 |
26 October. Het volk eischt recht over de vier voornoemde beschuldigden; de hoogbaljuw, die van den hertog verbod gekregen had over deze te zetelen, verlaat de stad met den onderbaljuw en de vier 's heeren knapen. Oproer van het volk; de algemeene werkstaking breekt uit | 131 |
27 October. Lieven Van der Straten, beticht een medeplichtige der beschuldigden te zijn, wordt in hechtenis genomen door den deken der Witte Kaproenen | 131 |
28 October. Afkondiging van een voorgebod, bevelende aan alle poorters van Gent van binnen den derden dag in de stad aanwezig te zijn, op straf van voortvluchtig verklaard te worden. | 131 |
29 October. Verbod van uit eenigen haat of twist zich zelven recht te doen en wraak te nemen | 131 |
31 October. Antwoord der schepenen aan den graaf de Charolais en brief derzelfden aan de afgevaardigden der stad te Brussel | 281 |
1 November. Verscheidene oud-stadsambtenaars worden door de hoofddekens Lieven De Vriese en Jan Goetghebuer, in de Collatie, van onttrouw en knevelarij beschuldigd | 132 |
Eenige van dezelve en vele andere personen worden in hechtenis genomen | 132-33 |
2 November. De oud-baljuw van Gent Boudewijn de Vos wordt in 't gevang opgesloten | 135 |
[pagina 345]
Bladz. | |
---|---|
Smeekschrift aan den hertog gezonden, opdat hij zijne baljuws gelieve weder te zenden | 135 |
3 November 1451. Vergadering der Collatie om den volkswil te kennen nopens P. Tijncke, L. D'Hamere, R. Van Ronneke, J. De Smet en over de personen die daags te voren gevangen waren, enz | 135 |
2 November. Bevel, door de schepenen en raad van Gent aan de kasselrijsteden gezonden, om hen te bevelen dat zij de gewelddaden der gentsche ballingen en andere kwaaddoeners zouden gewapenderhand bedwingen | 136 |
Door de oproerige drukking van het volk worden zekere personen uit de poorterij, de neringen en het weversambacht gekozen, om met de schepenen en de hoofddekens tot de pijniging der beschuldigden over te gaan | 137 |
4 November. Roeland Van Ronneke, Lodewijk D'Hamere, Pieter Tijncke en Jan De Smet worden op de pijnbank ondervraagd, en bekennen zich schuldig aan de feiten die hen opgelegd waren | 137-140 |
5 November. Geeraard Van Ghistel, hoogbaljuw, Jan Quistebaut, onderbaljuw, en de vier 's heeren knapen worden in de Collatie, mits hunne afwezigheid, voor altijd van hunne ambten vervallen verklaard | 141 |
Hetzelfde besluit wordt genomen tegen Jacob Donche, secretaris van het lid van de poorterij van schepenen van gedeele, Jacob Van Westhuuse, sergeant van de schepenen van de keure, en tegen alle andere bedienden door P. Boudins of J. De Bul aangesteld. Zes oud-ambtenaars moeten borgtocht storten 141 Pieter Tijncke en voornoemde medebeschuldigden worden andermaal ondervraagd door zes personen, gekozen uit elk lid, met beide dekenen en eenige schepenen | 142 |
Aanhouding van Jan Lammins, oud-schepene der Keure | 145 |
6 November. Pieter Tijncke en Lodewijk d'Hamere bevestigen opnieuw hunne voorgaande bekentenis | 145 |
Verscheidene vluchtelingen worden ballingen verklaard | 148 |
Gillis Pappal, beticht van ontrouw in den ontvangst van stadspenningen, rechtvaardigt zich en wordt vrijgesproken | 148 |
Aanstelling van eenen raad van twaalf personen, gekozen uit de drie Leden, om over alle knevelarijen en onrechtvaardigheden onderzoek te doen | 148 |
Ghijselbrecht De Meijere en zijn zoon worden in hechtenis |
[pagina 346]
Bladz | |
---|---|
genomen, omdat zij Urbaan, d'Ammans broeder, doodelijk gekwetst hadden | 148 |
8 November. Collatie over Pieter Tijncke en zijne medeplichtigen, waarop deze op eisch van het volk, een vierde maal gepijnigd werden en nieuwe bekentenissen aflegden | 149 |
9 November. Overlijden van Percheval Alaerts, voorschepene der keure | 149 |
10 November. De drie Staten van Vlaanderen in de Collatiekamer vergaderd en van stadswege gebeden om zich bij den hertog te begeven, willen dit niet toestaan vooraleer het volk de wapens hebbe afgelegd, maar de ambachtslieden weigeren hierin toe te stemmen | 149 |
Pieter Bogaert begeeft zich vrijwillig in de gevangenis, om de hem opgelegde beschuldiging te wederleggen | 149 |
11 November. De onlusten groeien hoe langer hoe meer te Gent, daar de afgevaardigden, bij den hertog te Bergen in Henegouwen gezonden, niet verkrijgen kunnen dat hij zijnen baljuw late terugkeeren, om over elk recht te doen | 149 |
Voorgebod aangaande de vluchtelingen en de rechtspleging | 150 |
Gwijde de Schoutheete wordt voorschepene door het lid der poorterij gekozen | 150 |
Pieter Tijncke en Lodewijk D'Hamere worden onthoofd, en alvoor zij gerecht worden, bekennen zij de onschuld der personen die zij belast hadden, behalve Boudins en Jooris De Bul | 150 |
13 November. Voorstel van enkele neringen aan de drie Leden der stad om de vluchtelingen en de knevelaars streng te bestraffen | 151 |
In de zelfde Collatie weigert het volk de personen, door P. Tijncke en L. D'Hamere belast en andere, van knevelarij of ontvluchting beticht, te ontslaan; men maakt bekend dat Gwijde de Schouteete, nu voorschepen gekozen, zijn ambt niet aanvaarden zal, zoo men de wapens niet aflegt | 155 |
15 November. Oploop door de schepenen en dekens gestut, die daarop aanstonds een smeekschrift aan den hertog sturen, hem dringend biddend van ten spoedigste zijnen baljuw te Gent te laten wederkeeren, om de onheilen te voorkomen die door zijne afwezigheid mocht veroorzaken | 155 |
16 November. Het volk vergadert gewapend ter markt, waar uitgeroepen wordt dat zich niemand uit de stad verwijdere, op straf van verbanning | 158 |
[pagina 347]
Bladz. | |
---|---|
Lieven Willemets wordt door zekere afgevaardigden van de drie Leden Rechter gekozen, om dit ambt te bedienen tot de wederkomst van den baljuw en dienaars van den hertog | 159 |
Nieuw gezantschap, door de Gentenaars aan den hertog gestuurd, om zich over den voorzeiden keus te rechtvaardigen en hunne onderdanigheid te betoonen | 160 |
17 November. Het volk legt de wapens neer, de werkstaking neemt een einde, en Gwijde de Schouteete legt den eed af als voorschepene | 162 |
18 November. Lieven Willemets wordt verplicht het ambt van Rechter te aanvaarden, en zijne kommissie wordt aan het volk voorgelezen; hij zweert den eed die hem de macht van eenen baljuw verleent | 163 |
20 November. Verscheidene prelaten, edelen enz., door schepenen en dekens te Gent geroepen, bewilligen in 't verzoek van zich bij den hertog te begeven. Onderrichtingen hen dienaangaande ter hand gesteld | 165 |
22 November. Gebod aan alle personen, zoo geestelijke als wereldlijke, om alle bekende feiten van knevelarij, door openbare ambtenaars begaan, voor de daartoe aangestelde gemachtigden te komen aanklagen | 171 |
Daniël Sersanders, Lieven De Pottere en Lieven Sneevoet begeven zich te Gent met eenen geleidebrief, dien zij verkregen hadden van den hertog | 171 |
23 November. Het volk, bij het vernemen dat men buiten zijne wete afgevaardigden aan den hertog heeft gezonden, verplicht de schepenen en dekens nieuwe onderrichtingen aan deze te zenden | 171 |
24 November. Oploop en beroerte wegens het voorstel van Daniël Sersanders, Lieven De Pottere en Lieven Sneevoet, dat zij als bemiddelaars bij den hertog zouden optreden; het volk verplicht ze van zich te verwijderen | 173 |
Joos Pijl, Jan De Cooman en Jacob Meyeraert worden gevangen. Weigering van Lieven Willemets van recht te doen, vooraleer het antwoord der afgevaardigden bij den hertog bekomen te hebben; hij verzoekt te zelver tijd ontslag uit zijn ambt | 174 |
Nieuwe brief aan den hertog over de terugroeping van zijne baljuws, en om hem over de inhechtneming van Joos Pijl en de twee andere voornoemde personen in te lichten | 174 |
25 November. Lieven Boone, uit de gevangenis ontslagen, wordt in de plaats van Lieven Willemets als rechter aangesteld | 177 |
[pagina 348]
Bladz. | |
---|---|
26 November. Rechterlijk onderzoek over Hendrik De Drooghe en Jan De Smet | 178 |
30 November. De stadsafgevaardigden bij den hertog, uit Brussel teruggekeerd, brengen als antwoord dat deze zijne baljuws zal terugzenden indien het volk de wapens wil afleggen | 178 |
Voorgebod van de schepenen over de vluchtelingen | 179 |
De Rechter eischt dat de schepenen zouden zweren zich uit de stad niet te verwijderen | 179 |
Voorstel nopens de rechtsoefening door de schepenen aan de drie Leden gedaan, om het volk te bedaren en de wapens te doen nederleggen | 179 |
Op verslag der commissie benoemd tot onderzoek van al de knevelarijen in de stad gepleegd, wordt bevolen aan alle ambtenaars, die eenig geld boven hunne jaarwedden zouden ontvangen hebben, van dit in handen der stadsontvangers weder te keeren | 182 |
De Rechter verzoekt van de schepenen dat zij, volgens hunne belofte, het recht uitoefenen, hetgeen zij weigeren te doen; zij verlaten het Schepenhuis | 182 |
1 December. Het volk bezet gewapenderhand de Vrijdagmarkt; waar een voorgebod over de verdediging der stad wordt uitgevaardigd | 183 |
Bevel aan alle weerbare mannen van zich, op doodstraf, 's anderdaags te negen uren, onder hunne wederzijdsche bannieren, ter markt te bevinden | 185 |
2 December. Groote beroerte in deze vergadering; het volk eischt het onderzoek tegen Boudewijn de Vos, Jan Leijns en Jan Lammins; bij de verklaring der schepenen dat deze niets bekenden, ontstaat er een nieuwe oploop zoodat zij opnieuw worden gepijnigd | 186 |
3 December. Verkiezing der drie Hoofdmannen; men verleent hen eene wacht; 's avonds onderzochten zij op de pijnbank Steven van Formelis en Boudewijn De Pratere | 186 |
4 December. De Hoofmannen zenden een tweehonderd mannen naar Biervliet om die stad te bezetten | 186 |
Vlucht van Jan Goetghebuer, deken der weverij, welke door Lieven De Hondt vervangen wordt | 187 |
Filips Van Loo ontsnapt uit de gevangenis | 187 |
5 December. Boudewijn de Vos, ter markt gebracht om onthoofd te worden, ontgaat de doodstraf, op de belofte van binnen |
[pagina 349]
Bladz. | |
---|---|
acht dagen Jooris De Bul en Pieter Boudins, of een van hun beiden te leveren | 188 |
8 December. Antwoord gezonden aan de Luikenaars, waarin die van Gent hun gedrag, aangaande de opgerezen geschillen met den hertog, verklaren en rechtvaardigen | 188 |
De krijgsbende, uitgegaan om Biervliet te overmeesteren, is genoodzaakt te Gent weder te keeren, zonder haar ontwerp ten uitvoer te hebben kunnen brengen | 192 |
De bode van Luik vertrekt, rijkelijk begiftigd, met den voorgemelden brief | 193 |
Ontkennend antwoord van de Bruggelingen op het verzoek van bijstand, hen door die van Gent gedaan | 193 |
8 December. Huiszoeking gedaan door den deken der Witte Kaproenen, vergezeld door zes mannen uit elke bannier, die Klaas Van Hoevelde, Jan Keerberch, Jooris Van Melle en Cornelis De Waghemakere in 't gevang opsluiten | 194 |
Kiezing van Olivier Van der Meersch, raadslid der Hoofdmannen, tot deken der weverij | 195 |
Twee raadslieden der Hoofdmannen worden vervangen | 195 |
Onderzoek op Klaas Van der Sickelen, Pieter Van Heertvelde en Hendrik Goethals | 195 |
9 December. Bezoek der bestuurders in het archief der stad | 195 |
10 December. Verscheidene privilegiën en brieven van verbond aldaar berustende, worden aan het volk openbaar voorgelezen | 195 |
10 December. Voorgebod over eenige personen, op kwaad vermoeden in hechtenis gesteld, maar door de Hoofdmannen onschuldig bevonden | 193 |
Ondervraging van Jacob Uten Hove, Jan Keerberch, Jooris Van Melle en Gerolf Van der Haghen | 210 |
Brand in een huis op den Polder | 210 |
11 December. Drie reeksen van burgers uit de stad gevlucht, 't zij oud-bestuurders, 't zij anderen, worden door de drie Hoofdmannen, om drie verscheidene betichtingen, gebannen en hunne goederen aangeslagen | 210 |
Streng verbod van bij eenige rechtoefening een oploop te veroorzaken | 216 |
Bekendmaking dat de graaf van Etampes, de Bisschop en de Stad van Luik brieven gezonden hadden om uitstel te verzoeken voor de halsrechting van Boudewijn de Vos | 217 |
12 December. Onderzoek op Hendrik De Drooge, Jan De Smet en Jacob Mast | 217 |
[pagina 350]
Bladz. | |
---|---|
Antwoord van de drie Hoofdmannen op den brief van den Bisschop van Luik | 217 |
Antwoord aan de stad Luik | 220 |
13 December. Verscheidene beschuldigden worden op borgtocht in vrijheid gesteld | 223 |
Boudewijn de Vos verkrijgt eene week uitstel | 224 |
De wedden van de dekens worden op hunne aanvraag verhoogd | 224 |
14 December. Onthoofding van Hendrik Van den Broucke | 224 |
Vertoog door de Hoofdmannen voorgedragen, om het volk te stillen en te ontwapenen; het volk verlaat de Vrijdagmarkt en keert tot zijne bezigheden terug | 225 |
Gevangneming van Otto De Wale | 230 |
15 December. Deurwaarders worden in de huizen van de vluchtelingen gelegd | 230 |
19 December. Nieuwe brief van den graaf d'Etampes ten voordeele van Boudewijn de Vos; deze op 't punt van de doodstraf te ondergaan, verkrijgt een derde uitstel | 231 |
Nieuwe voorgeboden der Hoofdmannen, nopens de openbare rust en het stadsbestuur | 233 |
21 December. Bevrijding van Klaas Van Heetvelde en Otto De Wale | 238 |
23 December. Borgtocht door Boudewijn de Vos gesteld | 238 |
De Hoofdmannen veranderen de plaats van hunne rechtbank | 239 |
24 December. Antwoord der stad Gent op den brief van den graaf d'Etampes | 332 |
Openbare veiling der goederen van de vluchtelingen | 239 |
25 December. Aanstelling eener nieuwe commissie van onderzoek tegen de knevelaars | 265 |
31 December. De Hoofdmannen beroepen het volk om het te waarschuwen tegen het uitgestrooide valsch gerucht volgens hetwelke zij oneenig waren met de schepenen en de dekens; verders stellen zij de afschaffing van verscheidene nieuwe belastingen en zettingen voor | 239 |
Nieuw vertoog over de bestraffing en de misdrijven der knevelaars | 245 |
Lezing van eenen brief, die aan de stad Brussel en andere steden van Brabant door de Hoofdmannen zal worden gezonden | 248 |
Zij verklaren terzelvertijd vluchtelingen en stadsvijanden: Gillis Van der Zwalmen, Lieven Wicke, Eloy Coolbrand en verscheiden anderen | 249 |
[pagina 351]
Bladz. | |
---|---|
Voorgebod van de Hoofdmannen, aangaande alle stadsadvokaten, schepenen, secretarissen of dekens, die aan knevelarij zouden schuldig wezen | 249 |
6 Januari 1452. Feestkleedij van de Hoofdmannen, van hunne klerken en dienaars | 250 |
10 Januari. Moord op Hendrik De Backere, alias Van de Putte | 250 |
10 Januari. Aankomst der drie Leden van Vlaanderen, te Gent ontboden door het bestuur, om aan den hertog zeker vertoog over te brengen, alsook om deze punten vooreerst aan het gemeene korps hunner steden of leden voor te dragen; dit wordt door de afgevaardigden der Drie Leden geweigerd; alsdan op verzoek van de stadsbestuurders stemmen zij er in toe zich bij den hertog te begeven om een vrijgeleide te bekomen voor zekere stadsafgevaardigden die aan den vorst met de onderrichtingen zouden gezonden worden | 252 |
11 Januari. De drie Hoofdmannen verzetten zich tegen alle onderhandeling in de Collatie, bij afwezigheid van den baljuw, en eischen dat het volk per hoofd op den Vrijdagmarkt beraadslage | 251 |
Samenroeping van het volk op de markt, om het kennis te geven van de onderhandelingen met de drie Leden en van het vertoog dat de schepenen en dekens, met goedkeuring van de Hoofdmannen, beraamd hebben aan den hertog te doen geworden, indien men het vrijgeleide bekomt | 251 |
Het volk beslist dat men over het zenden der afgevaardigden 's anderdaags in de Collatie en niet op de markt zal stemmen | 262 |
Antwoord van den graaf van Etampes op den brief die hem gezonden was om den hertog over de stadstoestanden kennis te geven | 262 |
Nieuw voorgebod van de Hoofdmannen, het bestuur en de goede orde betreffend | 262 |
12 Januari. Het volk stemt toe in het zenden der afgevaardigden; men spoort de drie Leden aan zich te haasten in het bekomen van het vrijgeleide | 264 |
Afstelling van ondergeschikte stadsbedienden | 265 |
De Hoofdmannen veranderen opnieuw van vergaderingplaats | 266 |
19 Januari. Twee afgevaardigden aan den graaf de St-Pol gezonden, brengen eenen brief mede waarin hij hen de komst van een zijner ambtenaars meldt. D. II. | |
20 Januari. Brief aan de stad Dendermonde geschreven over de |
[pagina 352]
Bladz. | |
---|---|
werving van krijgsvolk, door den onderhaljuw en den oppermeier van het land Dendermonde bevolen; men gebiedt aan de kapiteinen en schepenen aldaar het bevel in te trekken | 266 |
25 Januari. Antwoord van de Leden van Vlaanderen op de bede, hen door die van Gent gedaan, om den geleibrief van den hertog spoediger te bekomen; zij hebben nog niets verkregen | 268 |
27 Januari. Brief, achtervolgende dit antwoord, door de Gentenaars aan den graaf van Sint-Pol gezonden | 270 |
29 Januari. Antwoord op dezen brief door den graaf van St-Pol; hij bericht dat hij onmiddellijk naar Brussel vertrekt | 271 |
29 Januari. Brief van de drie Leden van Vlaanderen aan de stad Gent over het antwoord door den hertog, op het verzoek van eenen geleibrief gegeven; de vorst eischt alvoor de afstelling der Hoofdmannen | 274 |
1 Februari. Antwoord op dezen brief; men weigert daarin toe te stemmen | 276 |
1 Februari. Antwoord van de Gentenaars op het schrijven van den graaf van Sint-Pol van 29 Januari | 272 |
Brief van den graaf van Sint-Pol over zijne pogingen om den geleibrief te bekomen; evenals de Drie Leden is hij gestuit op den eisch van den hertog, dat men vooreerst de Hoofdmannen zou afstellen | 278 |
Men antwoordt dat het volk de Hoofdmannen niet wil afstellen | 283 |
Moord gepleegd op Geeraard De Vries | 284 |
5 Februari. De Hoofdmannen beroepen het volk, om hetzelve kennis te geven van de brieven en onderrichtingen door hen aan de graven van Etampes en Sint-Pol, aan de hertogin van Bourgondië en elders gezonden, als ook van de onderhandelingen van de drie Leden van Vlaanderen | 284 |
Verders leest men eene onderrichting voor, aan den hertog en de hertogin gezonden, over het gedrag van degenen die de stadsregeering sedert de vijftien of zestien laatste jaren hadden bezeten | 285 |
Staat der schuldige personen vooraleer zij aan 't bestuur kwamen | 292 |
De hoofddekens doen weten dat zekere Jacob van Hemsroden zich in de gevangenis aangegeven heeft, op zijn leven verzekerende dat, indien men de Hoofdmannen wilde afzetten, de hertog den geleibrief zou bewilligen; zij verzoeken het volk hierover zijn gevoelen te uiten | 297 |
[pagina 353]
Bladz. | |
---|---|
Gedurende de stemming ontstaat een geschil tusschen Hoofdmannen en raadslieden; een der Hoofdmannen luidt de stormklok; het volk loopt gewapend ter markt en, na lange beraadslaging, beperkt de werkzaamheden der Hoofdmannen | 298 |
6 Februari. Afkondiging van verscheidene voorgeboden | 299 |
21 Februari. Politiek wagenspel te Gent | 303 |
29 Februari. Ingelram Hauweel, Sanders van St-Pieters, Lieven Masins en Boudewijn Van Everslaer worden onthoofd | 299 |
10 Maart. Jan Damman en Jan Rijm zweren den eed van secretaris en van onderklerk van de schepenen van gedeele | 300 |
11 Maart. Brief van de magistraten van Brugge en van 't Vrije aan de stad Gent, waarin zij de bemiddeling van de graven d'Etampes en de Saint-Pol voorstellen, om de geschillen met den hertog te slechten; zij bieden ook aan van de afgevaardigden der drie Leden naar Gent te sturen om over die zaak te handelen. D. II. | |
12 Maart. Toestemmend antwoord der Gentenaars. D. II. | |
15 Maart. Feestkleedij van de Hoofdmannen, van hunne sergeanten en boden, ter gelegenheid van Halfvasten | 300 |
Aanhouding van eenen bode met eenen brief van een pensionaris van Sluis uit Brussel aan de schepenen dier stad gezonden | 300 |
18 Maart. Deze brief, welke aan het volk openbaar wordt voorgelezen, doet ons een hertogelijk mandement kennen, drie dagen te voor te Brussel uitgeroepen, waarbij het verboden wordt nog eenige betrekking met Gent te hebben | 301 |
21 Maart. De Hoofdmannen doen drie dieven ophangen | 305 |
24 Maart. Brief door de Hoofdmannen, schepenen en raad van Gent aan de steden van hare kasselrij geschreven, om het gedrag van de Gentenaren te rechtvaardigen en hen te verzoeken geen vreemd krijgsvolk in te laten, noch het afkondigen van eenige bevelen, nadeelig aan hunne stad, te gedoogen | 305 |
25-31 Maart. Antwoorden op den voorgaanden brief uit Aalst, Geeraardsbergen, Ninove, Kortrijk, Oudenaarde, Dendermonde; die van Ninove alleen is gunstig gestemd | 308 |
27 Maart. Gelijkvormige brieven aan elk der drie Leden gezonden | 319 |
28 Maart. Antwoord van de Bruggelingen, ontwijkend en ongunstig | 321 |
28 Maart. Gunstig antwoord uit Doornik | 329 |
[pagina 354]
Bladz | |
---|---|
27 Maart. Onthoofding van Godevaart Braem, hoogbaljuw van Waas, en verbanning van Lieven De Rudder en twee anderen | 324 |
Plakbrief, behelzende het vonnis van Lieven De Rudder en zijne gezellen, boven het schavot, waarop zij stonden, gehecht | 329 |
Steven Van Liedekercke en twintig andere personen worden vluchtelingen verklaard en hunne goederen aangeslagen | 325 |
Opsomming der hertogelijke eischen, waarin de Gentenaars te vergeefs toegestemd hadden om zich met den hertog te verzoenen, door de Hoofdmannen voorgedragen aan het volk | 326 |
30 Maart. Bevel van de Hoofdmannen, verbiedende het volbrengen van alle bedevaarten, waartoe men veroordeeld mocht zijn | 329 |
Punten, waarover voortaan alleen de onderzoekscommissie der Twaalf zal zetelen, ter ontlasting der Hoofmannen | 331 |
[pagina 383]
Errata.
Bz. i, | reg. 2 en | bz. xiv, reg. 26, lees 1447 en niet 1446. |
Bz. i, | reg. 17, | lees 1446 en niet 1445. |
Bz. xv, | reg. 8, | lees voorkomen en niet vookomen. |
Bz. 145, | aanm. 1, | lees 104 en niet 44. |
Bz. 156, | reg. 14, | lees huwen in plaats van hunne brieven. |
Bz. 176, | reg. 15, | lees vermaert van rechter degher justicien. |
Bz. 181, | aanm. 1, | lees bz. 201 in plaats van 199. |
Bz. 231, | aanm. 6, | lees ghereede de scroode, den blinddoek bereid. |
[pagina 385]
Maatschappij der Vlaamsche bibliophilen Bestuur:Voorzitter: De Heer F. VAN DER HAEGHEN, te Gent.
Secretaris: De Heer J. OBRIE, te Gent.
Schatbewaarder: De Heer E. COPPIETERS-STOCHOVE, te Gent.
[pagina 386]
Lijst der leden.De Heeren:
Fr. Vergauwen, te Gent, overleden in 1881. |
Dr. V. VANDER HAEGHEN, te Gent, benoemd den 22sten Juni 1882. |
Jhr. Mr. Ph. Blommaert, te Gent, overleden in 1871. |
J.-P. Blommaert, te Gent, overleden in 1874. |
Dr. Eelco Verwijs, te Leiden, overleden in 1880. |
Jhr. Mr. N. de PAUW, te Gent, benoemd den 8sten Mei 1880. |
D.-J. Vanderhaeghen-Hulin, te Gent, gaf zijn ontslag in 1845. |
K. Annoot-Braeckman, te Gent, gaf zijn ontslag in 1864. |
H. Annoot, te Gent, overleden in 1880. |
Mr. L. De Hondt, te Brussel, overleden in 1898. |
A. VAN WERVEKE, te Gent, benoemd den 18den Januari 1899. |
R. Brisart, te Gent, overleden in 1851. |
E. Van Damme-Bernier, overleden in 1882. |
Dr. P. Willems, te Leuven, overleden in 1898. |
Dr. A. DE CEULENEER, te Gent, benoemd den 18den Januari 1899. |
R. Chalon, te Brussel, overleden in 1889. |
Dr. J.-G.-R. Acquoy, te Leiden, overleden in 1897. |
J.W. MULLER, te Leiden, benoemd den 18den Januari 1899. |
Mr. P.-F. de Decker, te Gent, gaf zijn ontslag in Juni 1839. |
F.-H. Mertens, te Antwerpen, overleden in 1867. |
Mr. A. Angillis, te Rumbeke, overleden in 1870. |
Mr. A. de Portemont, te Geeraardsbergen, overleden in 1886. |
Mr. A. SERESIA, te Gent, benoemd den 4den December 1886. |
[pagina 387]
De Heeren:
Th. de Jonghe, te Brussel, overleden in 1860. |
Ridder Gust. van HAVRE, te Wijnegem, benoemd den 1sten Juni 1860. |
J.-J. de Mulder, te Oudenaarde, overleden in 1853. |
J. de Crane van Heyselaer, te Mechelen, overleden in 1857. |
Martinus Nijhoff, te 's-Gravenhage, overleden in 1894. |
BOELE VAN HENSBROECK, te 's Gravenhage, benoemd den 23sten December 1897. |
L.-J.-A. de Roovere van Roosemeersch, te Brussel, overleden in 1842. |
Mr. F.-J. de Bonne, te Brussel, overleden in 1879. |
Dr. P. FREDERICQ, te Gent, benoemd den 8sten Mei 1880. |
Mr. Baron J. de Saint-Genois, te Gent, overleden in 1877. |
K. de Brou, te Gent, te Brussel, overleden in 1877. |
J.-B. Lavaut, te Gent, gaf zijn ontslag in 1898. |
E. COPPIETERS-STOCHOVE, Schatbewaarder, benoemd den 18den Januari 1899. |
Graaf Fr. Goethals-Pecsteen, te Brugge, overleden in 1846. |
Baron Ph. Kervyn van Volkaersbeke, te Nazareth, overleden in 1881. |
Mr. J.-P. LAMEERE, te Brussel, benoemd den 28sten Januari 1882. |
J. Ketele, te Oudenaarde, overleden te Brussel, in 1856. |
L. Geelhand van Merksem en Dambrugge, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1887. |
Dr. W. Van Helten. te Groningen, gaf zijn ontslag in 1898. |
Dr. J TE WINKEL, te Amsterdam, benoemd den 23sten December 1898. |
[pagina 388]
De Heeren:
P. Kocks, te Gent, gaf zijn ontslag in 1845. |
J. van den Bossche, te Gent, gaf zijn ontslag in 1853. |
P. Visschers, te Antwerpen, overleden in 1861. |
Graaf Maurits de Robiano, te Brussel, overleden in 1870. |
F. de Cort, te Elzene, overleden in 1878. |
A. Verbaere, te Gent, overleden in 1881. |
Dr. L. VAN DER KINDERE, te Brussel, benoemd den 9den Juli 1881. |
A. Kreglinger, te Antwerpen, gaf zijn ontslag in 1851. |
C. Welvaert, te Gentbrugge, overleden in 1867. |
Dr. M. ROOSES, te Antwerpen, benoemd den 6den Februari 1867. |
J.-B.-F. le Roy, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1853. |
Dr. J.-F.-J. Heremans, te Gent, overleden in 1884. |
J. VERCOULLIE, te Gent, benoemd den 8sten April 1884. |
K. Pieters-Morel, te Gent, overleden in 1863. |
Ed. Neelemans, te Eekloo, gaf zijn ontslag in 1879. |
Mr. Baron J.-B. BETHUNE, te Oost-Rozebeke, benoemd den 8sten Mei 1880. |
M.-L. Polain, te Luik, gaf zijn ontslag in 1852. |
Eug. Herry, te Gent, overleden in 1857. |
Aug. Daele, te Gent, gaf zijn ontslag in 1871. |
Mr. A. Orts, te Brussel, overleden in 1880. |
Mr. J.-O. DE VIGNE, te Gent, benoemd den 28sten Januari 1882. |
[pagina 389]
De Heeren:
Mr. C.-P. Serrure, te Moortzele, overleden in 1872. |
Mr. C.-A. Serrure, te Kuregem, gaf zijn ontslag in 1877. |
Mr. P. CLAEYS, te Gent, benoemd den 8sten Januari 1882. |
L. van Alstein, te Gent, gaf zijn ontslag in 1846. |
Graaf K. de Kerchove van Denterghem, te Gent, overleden in 1882. |
Mr. Graaf O. de KERCHOVE van DENTERGHEM, te Gent, benoemd den 22sten Juni 1882. |
Dr. D.-J. van der Meersch, te Oudenaarde, overleden in 1863. |
Mr. Graaf DIEDERIK van LIMBURG-STIRUM, te Brussel, benoemd den 14den December 1863. |
Mr. P.-C. van der Meersch, te Gent, overleden in 1868. |
F.-H. d'Hoop, te Gent, gaf zijn ontslag in 1881. |
Mr. Ad. HOSTE, te Gent, benoemd den 9den Juli 1881. |
Mr. S. van de Weyer, te Londen, overleden in 1874. |
Dr. M. De Vries, te Leiden, overleden in 1892. |
Dr. DE VREESE, te Gent, benoemd den 3den December 1892. |
A. Voisin, te Gent, overleden in 1843. |
J. Gautier, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1850. |
Dr. C.-A. Van Coetsem, te Gent, overleden in 1865. |
Dr. A. van der Linde, te 's-Gravenhage, gaf zijn ontslag in 1876. |
Dr. K.-A. Barack, te Straatsburg, overleden in 1900. |
Dr. J. EUTING, te Straatsburg, benoemd den 7den Juni 1901. |
[pagina 390]
De Heeren:
Dr. J.-G. de Block, te Gent, gaf zijn ontslag in 1850. |
J. Diegerick, te Gent, overleden in 1885. |
A. DIEGERICK, te Gent, benoemd den 30sten April 1886. |
P.F.-X. de Ram, te Leuven, overleden in 1865. |
Ridder de Schoutheete van Tervarent, te St-Nicolaas, gaf zijn ontslag in 1887. |
Mr. Fl. VAN DUYSE, te Gent, benoemd den 24sten Juni 1887. |
J.-B. David, te Leuven, overleden in 1866. |
Dr. A. WILLEMS, te Brussel, benoemd den 11den Mei 1866. |
C. Carton, te Brugge, overleden in 1863. |
Dr. G. Carton, te Wijngene, overleden in 1897. |
Dr. H. PIRENNE, te Gent, benoemd den 22sten December 1897. |
Ant. van Dale, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1847. |
J.J. de Smet, te Gent, overleden in 1877. |
Mr. J. OBRIE, te Gent, Secretaris, benoemd den 16den Februari 1878. |
Ridder K. van Eersel, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1850. |
Mr. V. Gaillard, te Gent, overleden in 1856. |
Ph. Cuypers van Velthoven, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1869. |
Mr. A. Van den Peereboom, te Ieperen, overleden in 1884. |
Johan VAN RUYMBEKE, te Oedelem, benoemd den 16den Januari 1885. |
[pagina 391]
De Heeren:
P. de Brauwere van Steeland, te Elzene, overleden in 1855. |
Mr. H. Raepsaet, te Lokeren, overleden in 1871. |
Prins Alf.-Emm. de Croy, te Brugge, overleden in 1888. |
E. LAQUET, te Gent, benoemd den 22sten December 1897. |
Ed. Malou, te Ieperen, overleden in 1849. |
Baron H. Surmont van Volsberghe, te Gent, overl. in 1887. |
Baron SURMONT van VOLSBERGHE, te Ieperen, benoemd 11den Januari 1888. |
Baron E. de t'Serclaes, te St-Joost-ten-Oode, gaf zijn ontslag in 1853. |
Baron Isid. van Altenstein, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1871. |
Mr. E. de Borchgrave, te Brussel, gaf zijn ontslag in 1882. |
Dr. A. Kluyver, te Leiden, gaf zijn ontslag in 1895. |
Dr. PETIT, Secretaris der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, te Leiden, benoemd den 29sten Mei 1896. |
J. de Mersseman, te Brugge, overleden in 1853. |
Dr. Ferd. VAN DER HAEGHEN, te Gent, voorzitter, benoemd den 20sten December 1853. |
Ant. Dael, te Gent, gaf zijn ontslag in 1866. |
Dr. F.-A. Snellaert, te Gent, overleden in 1872. |
Dr. C.-J.-K. Ledeganck, te Brussel, overleden in 1882. |
Mr. Julius VUYLSTEKE, te Gent, benoemd den 22sten Juni 1882. |
[pagina 392]
De Heeren:
Theod. de Valenzi, te Gent, overleden in 1855. |
J.-B. de Ghellinck van Elseghem, te Gent, gaf zijn ontslag in 1875. |
Baron James von Rothschild, te Parijs, overleden in 1881. |
Graaf de GHELLINCK van ELSEGHEM, te Elzegem, benoemd den 22sten Juni 1882. |
F. van de Putte, te Kortrijk, overleden in 1882. |
Mr. GILLIODTS-VAN SEVEREN, te Brugge, benoemd den 22sten Juni 1882. |
Dr. J.-A. Grothe, overleden. |
Vacat. |
K.-F. Stallaert, te Everberg, overleden in 1893. |
Prof. VERDAM, te Leiden, benoemd den 22sten December 1897. |
Th.J.-I. Arnold, te Gent, overleden in 1900. |
Dr V. FRIS, te Geeraardsbergen, benoemd den 14den Augusti 1900. |
R. VANDEN BERGHE, te Gent, benoemd den 22sten November 1884. |