Cronyk van Sint Aagten Convent. Een oude kloosterkroniek uit de 15-17e eeuw
(1939)–Anoniem Cronyk van Sint Aagten Convent– Auteursrecht onbekend
[pagina 13]
| |
[Cronyk van Sint Aagten]De Nonnen van het voorsz. S. Aagten Klooster hebben in haar tyd zelfs een omstandige Cronyk geschreven en gehouden, die in veele zaaken tot opheldering van de Historien dezer Stad noch dienen kan, en alhoewel dezelve door het menigvuldig uitschryven gansch gebrekkelyk is, zo hebben wy nogtans dienstig geoordeelt 't geene men daar van vind en noch voor handen is, alhier mede te plaatzen. | |
1400.aant.In den selve jaare worde de Eerw. Heer Jan van Lemego, Priester, onse eerste Biegtvaeder, die ook Rector was der Susteren van S. Agneta binnen deze Stad, welke twee huysen hy eerbaerlyk regierde tot zynre dood toe: doen waeren mede Bewaerders onses huys twee Eerbaare Mannen, genaamd Heer Willem Hendriksen, den Generaal Minister, ende Heer Warmbout Priester, die ons in alle saaken ('t huys aangaande) getrouwelyk behulpelyk waaren. | |
[pagina 14]
| |
Raad doen ende laaten wolde, soo en soude wy haar geen gebrek laten hebben. | |
1415.aant.Den 7. February is dit Convent by 't Capittel van S. Joris toegelaten, na dat 's jaars te vooren agtien Susteren waaren ingeleyd en opgeslote en een Proeveljaar van Slote gegeven. | |
1416.aant.In desen jaare op d'Apostelen Petri en Pauli avond, worde ons huys gewyt tot een Slote, ende daar deeden doen vyftien Susteren van de agtien opgeslotene, professie van den Slote. | |
1426.aant.In den selven jaare op Sint Lucas de Evangelisten dag gink Heer Michiel, onse Eerwaerde Vaeder van hier, ende worde van ons uyt der Stede van Amersfoort verdreven om groten last die daar was, ende pericul in de H. Kerke tusschen twee Bisschoppen, als Heer Sweer van Culenborg, ende Jonker Roelof van Diepholt, in welke tyd de Stad van Amersfoort gedestrueert wert. Want hoer Borgers worden gevangen uytgevoert ende verdreven, ende sommige om 't leven gebragt, ende alle dat Stigt was seer beswaard met groote bannen, alsoo dat de vrienden Godts ende die Conscientie hadden seer verdrukt worden. | |
[pagina 15]
| |
een Capelle en een Autaar ingewyt. | |
1455.aant.In den selven jaare na doode van Bisschop Roelof van Diepholt, stont op groote onvreede in den Gestigte om het kiesen van twee Bisschoppen, sonderling tusschen de Stad Utrecht en de Stadt Amersfoort, in welke tyd sy leeden veel verdriets van oorloge, brant en doodslaan, verlies van goed, ende onse Convent leet ook veel verdriets, anxt en brant, verlies haars goets, ende van haaren Geestelicken saacken, het welke wel ses jaar duurde. | |
1463.aant.Is de Kerk gewyt door Idocus, Bisschop van Hieropolis, en Wy-Bisschop van den Utrechtsen Bisschop David van Borgonje. | |
1474.aant.In dit jaar op S.S. Perpetua en Felicitas dag wierd de eerste steen geleyd van de Reventer, dat is de Eetsaal of de Refter. In dat selve jaar wierden twee Susteren aangenomen, waar van de eene, genaamd Margriet Jan Brands Dogter, niet ouder was als seven jaaren. | |
1483.aant.Zyn dezer Stads Ballingen, die over de vier jaaren uyt hadden geweest, gekomen op S. Vincentius dag des morgens ten twee uuren, door hulpe sommiger Jonkeren en anderen, ende zyn kloeckelycken in de Stad gekomen om haar wederpartye te vangen, te slaan, ende te verdryven, d'eene Partye ge- | |
[pagina 16]
| |
naamd Houcx, ende de andere Cabeljaus. Ende leden doen de Conventen door de Heer van Ysselsteyn ende zyn volk groote last, door de goederen die in haar Conventen van de verdrevenen gevlugt waeren. In den selven jaare 1483 sterf Heer Hendrik van den Broek, onse Eerwaerde Pater ende Biegtvaeder, die de vierde was van onsen Huyse. Hy hadde geregeert 32 jaaren 7 maanden in alle Eersaamheit, Stigt ende Vrede, wesende verciert met ootmoedigheyd, gehoorsaamheyd ende weerdigheyd tot synen Oversten, ende sonderlinge tot onsen Eerwaerdigen Bisschop David van Bourgondien, die in den lesten jaare syns levens van den Joncheer van Cleve ende van der Stat Amersfoort gevangen worde, ende beroeft tot synen hembde toe, want daar grooten oorloch was, alsoo de Steden Utrecht ende Amersfoort metten Joncheer van Cleve overdragen waeren, met Rade eens Ridders, geheten Heer Reyer van Broechuysen, tegens ons genadigen Heere van Utrecht, hem te verdryven, ende synen Broeder den Joncheer van Cleve tot een Regierder des Lants te setten, welke ondaat ende onregtvaerdigheyt veel Heeren verdroten heeft, ende sonderlinge den Hertog van Oostenryk ende van Bourgoengen, die den Bisschop trouwelyk te hulpe kwam, ende heeft de Stad Utrecht met magt gewonnen. In welke tyt voor ende na groote bloetstortinge geschiede, want in 't begin van den oor- | |
[pagina 17]
| |
loge worden t'Eemnes wel ses honderd mannen dood geslagen. Ende alle de Dorpen by Amersfoort worden van de Hollanders ende ander Heeren van des Bisschops weegen verbrant ende berooft. Op een tyt liepen de Borgers van Amersfoort uyt om haar roof weder te haalen, maar bleven haarder veel dood, ende by Utrecht blevens eens wel twee honderd doodt. In den selven tyt seynde ons H. Vaeder den Paus Sixtus eenen swaeren Ban op alle de geene, die tegens den Bisschop van Utrecht waeren, gevoelden of spraaken, in wat Steden sy waren, sonderlinge op de Steden Utrecht ende Amersfoort: welken Ban sy niet en hielden, niet alleen de Moederkerk, maar ook sommige Geestelyke luyden, om 't welk sy ook schade en schande geleden hebben. In welke Ban onsen Pater hem seer gehoorsaam en wyslyk gedragen heeft: waarom dat hy verdiende dat onse genadige Heere den Bisschop hem in syn laatste siekte gevisiteert ende getroost heeft, ende vyf of ses uuren voor syn dood hem van alle sonden geabsolveert ende over hem genomen heeft, ende om syn lydsaamheyt, groote druk ende bangigheyt, die hy geleden hadde, een Martelaar geoordeelt heeft. Deselve Pater hielde hem so wyslyk ende behoorlyk in alle partyen, dat hy van den Jonker van Cleve ende van de Borgers ende alle menschen bemint wert; want de Joncheer van Cleve met syn Hofmeester ende alle haar | |
[pagina 18]
| |
Huysgesin hem in grooter waerden hielden, hem dikwils gevisiteert ende Broederschap met onsen Convente gehouden hebbe. Doen onsen Eerwaerdigen Bisschop tot Amersfoort gevangen gebragt werde, reysden onse Pater buyten de Stad tot syn Clooster, om den Ban te ontgaan. Een maant daar nae kwam den Bisschop ende worde in ons Patershuys gebrogt, ende in de gevankenisse gehouden op een Camer van den Hofmeester van Cleve, ende van de Burgers van Amersfoort nauwe bewaart. Doen ons Pater dat vernam, kwam hy weder t'huys, ende vermits syn huys van de Cleefschen geoccupeert was, kwam hy in ons besloten Clooster, ende woonde een wyle tyts in een cleyn camerken, in 't welke hy synen geest gaf onder syn kynderen handen, die seer van syn afscheyden bedroeft waeren. | |
1486.aant.In dit jaar hebben de Susteren op de vermaninge en begeerte des Priors van Windesheym het lesen der Priesterlyke getyden aangenoomen. | |
1491.aant.In desen jaare wast een groote duyrte in allen Landen, ende een grote plage van Muysen, die dat Koorn op den Velde aten, soo dat een Last Rogge koste seventig golde Rynse gulden, ende dese duyrte stont wel tien jaaren, maar noyt soo swaar als in 't eerste. In al desen tyt was dit Convent kwalyk versien van Koorn, vermits wy ons geld vertimmert hadden aan onse Keuken en ander timmeringe; maar ons Lieve Heere holp ons dat | |
[pagina 19]
| |
wy redelik deurkwamen, ende ook nog om Godswille gaven na ons vermogen, ende sonderlinge den Observanten, die doen gebrek geleden souden hebben, en hadden wy 't niet gedaan, soo sy seyden. | |
1495.aant.Op den 13. Martii geschiede een groote moortbrand binnen Amersfoort. Ende doen den brant opsloeg kwamen de vianden voor de Stad: maar de Borgeren lieten haar huysen branden, ende liepen op de muyren, ende bewaarden haar Stadt, soo dat wy in tweederley benautheyd waeren, als verderffenisse der vyanden, ende noot des brants, want daar verbrande wel het derdedeel der Stat met het Observanten Clooster, ende ons branden af vyfhuysen ende twee bergen. Den brand begon in de Teutstraat, ende soo daar een sterke Noord-Oosten wind was, soo sloegt haastig voert aan onse schuur en twee bergen, ende nog een dakhuys, dat op den anderen houk van de Straat stont, soo dat de vlamme sloeg op onse Paters solder, ende op de solder van 't Vrouwenhuys lag veel droge heye, daar die vonken op vielen als sneeuw, die onse Susteren met de voet uyttraden, ende weynig waters hadden. De geut van de Kerk ontstak binnen ons besloten Convent, dat men de vlamme op sag slaan, soo datmer niet aancomen konde, d'welk by haar selfs weder uytging door de hulpe Godes alleen. Naast onsen Reventer verbrande ons Buyrmans huys, daar onse Reventer ende Koecken | |
[pagina 20]
| |
mede in groot pericul waren, want de vlammen sloeg op de Koornsolder ter vorsten in. De veynsteren sloegen van de kragt des brants op, ende worden met gewelt weder toegesloten, soo datse byna buyten doorbranden. Op de Keukensolder lagen veel droge rysen, daar de vonken veel op vielen. De houte geute van de Keucken verbrande geheel buyten af. Die goete van de Reventer was ontsteeken, daar onse Pater op klam ende uytdeede, ende waagde syn lyf, want hy hadde byna gestikt van de rook. Ons Turfhuis by de Koecken verbrande ook, dat met week dak gedekt was, soo dat ons Clooster midden in 't vuur stond: maar onse Lieve Heer bewaarde onse besloten Convent, daar wy hem nimmermeer genoeg of danken mogen, ende met de H. Laurentius wel seggen, in 't midden des vuurs ben ik niet gebrant. Tot dankbaarheyt van soo grooten weldaat ons Liefs Heeren ende Maria ons Liefs Vrouwe, ende ons waerdige Patronesse S. Agatha, soo heeft ons Mater Suster Alidt gelooft alle jaar den avont van S. Agatha gevastet te worden van ons allen met vastelyke spyse. | |
1503.aant.Op S. Peters avond ad Vincula brande Harderwyk, ende den brant was soo groot, dat mense niet uytdoen en mogte, sulks dat alle de Stadt verbrande op 20 of 30 Huysen nae, ende ook verbrande alle de Kloosteren ende alle de Godshuysen, die in de Stadt waeren, | |
[pagina 21]
| |
ende ontallike veel menschenGa naar voetnoot(1). Onse Pater Heer German was daar ook tegenwoordig met twee onser Susteren, alse Geertruyt Willems ende Alidt Casyns. Des dages na Petri kwam onse Eerwaerde Pater t'huys met twee waegens vol Nonnen, daar wy daar tien van hielden in ons Convent, ende twee ongekleede, ende woonden by ons een jaar en 24 weeken en drie dagen. | |
1507.aant.Is gestorven ons Suster Mary, Roelofs Dogter, dewelke behalven andere deugden, seer neerstig was in Sangboeken en Choorboeken te schryven. | |
1511.aant.Omtrent S. Agnieten dag kwam Jonkheer Floris van Ysselsteyn ofte ymand van synre weegen by nagte om Utrecht, doende seer groote schaede ende de Cloosteren seer quellende. Die van Utrecht naamen Knegten en Ruyters aan, en togen tegen Paschen voor Ysselsteyn, ende hadden tot hulpe den Hertog van Gelre, maar sy worden verjaagt en ver- | |
[pagina 22]
| |
slagen, ende worden de Borgers en Kloosteren seer geschat, soo dat dier tyt ingefet worde veel Mergengeld, Huysgeld, Ruytergeld &c. met seer swaeren nywen Excys, ook tot Amersfoort, tot verderfnis der Steden, des Lands, ende des gemeen volcx. Ende soo bleef voorts een groot quaat tusschen de Steden van Utrecht ende Ysselsteyn, ende sonderling als Frederik van Ysselsteyn op ten H. Paasch avont des morgens de Stat Utrecht bedriegelyk meynde in te neemen, waar door den selven avond laat elf Ruyters gevierendeelt worden. | |
1514.aant.Op St. Agapitus dag was een Ruyter uyt den Lande van Cleve, genaampt Wouter Smoeling, die om seer kleyne Renten die hy van een Vrouwe gekogt hadde op de Stadt van Amersfoort, verbrande dat Hooglant tot op 43 ofte meer goede Bouwhuysen, ende veel Corens &c. Houdende de Borgers alle de Soomer in grote anxte ende benauwtheyd, want op S. Barbara avont te vooren vink hy onse Borgers, ende hieltse alle die coude winter over by hem in jammerlycken ellendigheyt, soo datter een van acht gevangens aldaar storf. | |
1517.aant.Heeft Heer Frederik van Baden het Bisdom van Utrecht overgegeven aan Heer Philips van Bourgongen, Davids Broeder, als Heer Frederik geregeert hadde 21 jaeren. Philips wesende een Layck, quam t'Utrecht den 19. May om gehult te worden, den 27. July t'Amersfoort, ende voorts in Overyssel. | |
[pagina 23]
| |
1518.aant.In dit jaar worde Philips van Bourgondien in de Vasten Priester ende Bisschop gewyt. Nae Paschen heeft syn gratiose Precarie verkeert in een strenge Schattinge der Religieuser Personen, meer en boven alle syne Voorsaten sonder barmhartigheyt. Men gaf hem half meer dan Baden, ende Baden half meer dan David. | |
1520.aant.Daachs na S. Odolphus des Woensdags ten een uyre namiddag tot nae de Vesper is tot Amersfoort een seer groot schadelyk vuyr of brant geweest, beginnende agter S. Joris Tooren op de Markt, voortgaande door de Papenhofstede, Langestraat ende Camp, tot de Camppoort toe, ende van de Pot tot S. Jans in de breete, behalve sommige vaste Huysen, die met grooten arbeydt beschermt worden, soo datter verbrant worden omtrend 430 Wooningen, een Vrouwe ende een Kindt. Daar geschiede groote schade in Kleynoten, Huysraat, ende ander gereede Goederen, veel meer dan over 25 jaaren te vooren. Maar nergens na soe yselyk ende vervaarlyk als te vooren in den jaare 1495. | |
1525.aant.In dit jaar begon de Geestelykheydt verdrukt en versmaat te worden, en in sommige Steden geheel verjaagt, ende gedwongen haar habyt te verlaten ende te hylicken; ende worden in sommige Steden den H. Olye en de Insettinge der H. Kerke seer oneerlyk versmaat, 't welk hartseerig was te hooren voor | |
[pagina 24]
| |
den geenen die Godt lief hadden. Ook worden in dat jaar de Cloosteren seer geschat, soo dat wy alleen gaven by de drie hondert golt-guldens. Nae desen tyd begonnen de Nonnen sterk te verloopen. In den selven jaare zyn in ons Convent uytgegaan twee natuyrlycke Susteren, als Mary ende Beijeraat, Roelof van Hardevelts Dogteren, ende daar nae Henrik Roelofs Dogter van Arichem, item Mary Tonis, Beatris Alberts, ende Jan Ricouts Dogter. | |
1526.aant.Zyn in ons Convent gekoomen Claas Gerritsz en Evert van Dompselaar, Borgemeesteren, met den geheelen Raadt, ende dit met gewelt, soo datse in den Convente waeren eer dat men woste, ende waeren met veele logenen opgemaakt, ende sonderlinge tegen onsen Eerw. Pater, dien sy dief ende verrader noempden, ende seyden dat hy 't Cloostergoedt zyn Vryenden had gegeven, en de Susteren gebrek laeten lyden; de Pater stont met ontdekten hoofde, begerende de saake te weten, ende sig te excuseren, maar sy wilden hem voor Sonnen ondergank uyt de Stad hebben, 't welk de Susteren nyet wilden toestaan, of sy wilden alle mede gaan; doen worden de beschuldingen gelesen, ende als de Secretaris wat had gelesen, stonden al de Susteren op, ende riepen uyt eenen monde dattet leugen was, steeckende veel Susteren daar voor op, ende syende die van de Magistraat dat sy be- | |
[pagina 25]
| |
logen en bedrogen waeren, setten sy de Mater af, omdat sy des Paters Suster was, ende worden een ander in de plaats geset, 't welk daar naar altemaal by den Prior van Windessem te nyet gedaan worde. In den selven jaare sterf binnen Amsterdam sonder berouw-teyckens in Weerlyck habyt Henrik Rulofs Dogter, ende men seyt dat sy onder de galge begrave worde, doen sy voor haar sterve bekent hadde een Geestelycke Persoon te zyn. Ook sterf Suster Beijeraat, Roelof van Hardevelds Dogter in Weerlyk habyt, sonder teyckenen van berouw; den Cappellaan gaf den Pastoor te kennen als of sy berouw gehad hadde, waarom sy in de Capelle van ons L. Vrouwe begraven werde. Den selven Cappellaan viel daar nae dood in de Groote Kerks Tooren, omtrent vier of vyf trappen van der Aerde, want Meester Evert de Pastoor hadde hem geseydt, dat indyen hy hem bedroog, soo soude hy een schennis hebben of haastelyk sterven, ende dit is hem gebeurt corts daar nae. | |
1531.aant.In dit jaar heeft de Bisschop geordonneert dat nyemand van de Susteren voor de traelje soude gaan dan met hun tween, daar eenige Susteren veel ongestigtheyt tegen de Mater op spraaken. | |
1536.aant.In dit jaar wierd de eerste steen geleyt van 't nieuwe Ziekhuys. In 't selve jaar wierd Geertruyt, Zeger de | |
[pagina 26]
| |
Wilden Dogter in 't Klooster aangenomen, dog alsoo sy sonder haar Moeders bewilliginge in 't Klooster gekoomen was, hebben haare Moeder en twee Susters van gemelte Geertruyt, haar acht dagen daar nae weder t'huys gehaalt. Op S. Policerpus dag is de Klok gehaalt uyt den Tooren, met hulp van Cornelis Jansen onse Vaeder, syn Soon Jan Cornelisz ende Rooch syn Dogters Man, deselve worde t'Utrecht gebrogt om te vergieten, ende is op de Octave van S. Agatha ons Patronesse gewiedt ende opgehangen. | |
1543.aant.In dit jaar was groote Oorloge ende benautheyd voor onse Stat. Den eersten Donderdag na Paschen word des nagts een Molen in brandt gestoocken. In den selven jaare (1543) op Martinus Translatie op een Woensdag wordt Amersfoort belegert van Marten van Rossum. Des Saturdags begonnense tegen malkanderen te schieten, buyten ende binnen, ende hielden niet op, eer dat de Stadt overgelevert was, 't welk was tusschen Sonnendag ende Manendag. De Borgemeesters met sommige Borgers gaven hem de Stadt op buyten weeten van de Gemeente, want de Borgers streden nog lange daar nae, dewyle sy niet en wisten datse verraden waren. Daarenboven had de Borge- | |
[pagina 27]
| |
meester aan Marten van Rossum belooft 80 duysend gulden. Ons Convent worde ten eersten op twee duysend gulden geset, 't welk wy niet en hadden. Wy brogten ons Gout, Silver ende Kelcken, ende verkogten eenig Landt en Renten goedt coop. Men dreygden ons Conventgoet te verkoopen indien wy 't gelt niet op en bragten. Wy mogten geen Klok luyden om Misse te doen, maar met besloten deuren met onrust, dat wy niet en wisten of wy leven of sterven souden. Naar de Reekening van onse Rentmeester Wouter Claassen soo hadden wy wel vierdehalf duysent gulden schaede. Wy mosten de Ruyters ende Knegten, wel tot seventien honderd, eten geven. De Prior van Windesem die by ons gecomen was, conde uyt de Stadt niet koomen, maar holp ons alles trouwelyk schicken, hoewel sy hem de blanke sweerden op de borst setten, soo dat onse cost opgink: waar over door bidden van goede Vrunden onse Susters verlof kregen naar haere Vrunden voor een tydt lank te reysen, ende quamen d'een voor d'ander nae wederom t'huys. | |
1547.aant.In dit jaar kwam Gruwel, een Kettermeester tot Amersfoort van Utrecht, uyt macht van Keyserl. Majesteyt om de Boeken te ondersoeken, die een ider binnen acht dagen brengen moste, soo datter veel Bybels en- | |
[pagina 28]
| |
de Testamenten gebrogt ende verbrant worden, ende de goede Boeken bleven onbeschaedigt. In den selven jaere op S. Vitalis avond des nagts ontstak door een swaeren Donder ende Blixem ons L. Vrouwen Tooren. Dan brande niet meer door de gratie Godts dan de cap van de Tooren. Het geliet of al de Stadt verbrant soude hebben door den swaren Blixem. | |
1552.aant.Des nagts voor S. Pontiaans avondt was het soo grooten onweder van Donder, Blixem, Hagel, Regen, Wynt, ende Vloet van Water, datter groote schaede ende jammer geschiede. Te Bunschoten werde de schaede geschat aan de Dycken op een Tonne goudts. Veel schaede aan Menschen ende Beesten geschiede ook op andere Plaetsen. Ter Goude wierde een schone Kerke, ende op andere Steden Toornen ende Huysen van den Blixem verbrant. Tot Deventer ving men visch in de Kerke. Ende daar vielen veel grote Huysen ter neder. De Menschen clommen op de boomen, daar sommige afvielen ende storven van honger ende koude. | |
1555.aant.Was het soo natten jaar datter geen drie weeken oyt en waren sonder regen. De Beesten gingen in 't water. Men konde Koorn nog Hoy gewinnen, nog Turf uyt het Veen crygen, daar veel armoede ende verdriet uyt kwam. | |
[pagina 29]
| |
't velt, waar op grote duyrte is gevolgt. Een cluyt Boter golde sestehalve stuyvers, een Schepel Rogge vierdehalve gulden, een Utrechts Mud Weyten acht gulden, een Schepel groene Erweten 44 stuyvers, een Mud Garsten 6 gulden 8 stuyvers, een Amsterdams Mud grauwe Erweten 4 gulden 11 stuyvers, een Schepel Boekweyt een daalder, een Mud Havers 50 stuyvers, een Ton Assen sestehalve gulden, een Ton Sepe sestien gulden, een Ton Boter 32 gulden. Daar was soo grooten elende van honger, dat men niet schryven en kan. Men maakte broot van Haver, van Garst, van Boonen. Men mogt uyt de Steeden Coorn nog Broot dragen, of ten worde genomen. De Armen ende Ambagtsluyden wilde op de Rycke luyden slaan. Den Raedt setten de Conventen ende Rycke luyden op een somme gelts, daar men Coorn en Broot om coft. De leste duyrcoop Roggen was in de Pynxter Heylige dagen om vyftehalve gulden. In het jaar 1557 is het Coorn allenxkens beter coop geworden. In 't selve jaar gaf ons Convent hondert gulden aan den Armen, behalven dat de Susteren selfs gaven, ende deden vier Susteren professie. | |
1564.aant.In den selve jaare begon het te vriesen van den 13. December, ende geduyrde tot S. Mathias toe, eer 't begon door te doyen. Het was soo harden vorst datter niemant diergelyke beleeft en hadde of horen seggen. Men hadde het ys onder de brugge te Campen ge- | |
[pagina 30]
| |
meten, dat het dik was twaalf mans voeten, soo datter veel Menschen en Beesten van koude storven, want het soo fel koude was, dat men het niet beschryven kan. Ook haddet soo hoog gesneuwt, dat als 't begon te doyen, de luyden op haar solders moesten vlugten om haar leven te behouden, soo groten water kwamder, waar door ook veel Menschen verdronken ende ook Beesten, soo datter ook groote schaede geschiede aan Dycken ende Dammen, ende het Boulant soo veel onder water stont, dat men in vyf of ses weeken daar nae dattet begon te doyen, geen lant kennen conde. Men kan d'elende deses Wynters niet schryven van de koude ende waternoot. | |
1572.aant.In dit jaar was het seer groot onweer op St. Pauli bekeeringe nagt, dat de daken van de Huysen, de glasen aan stucken, de muyren om, ende de boomen uyt de aerde wayden. In den selve jaare op de Octave Petri ende Pauli naar de middag worde de Klocke geslagen. Daar was groot gerugt in de Stadt, alsoo de Geusen voor de Stadt kwamen. Des Coninks volk kwam verjaagt van de Geusen, ende versogt in de Stadt te koomen. De Poorten wierden voor haar gesloten, soo dat sy van de Geusen onder de muyren van de Stadt doodt geschoten worden, ende eenige gevangen. Op S. Jacobs avont worde de Stadt opgeeyscht, maar worde geweygert. De Geusen vertrocken. Des nagts voor S. Pantaleon beleyden de Geusen wederom de Stadt, ende | |
[pagina 31]
| |
schoten alle daag dapper in de Stadt, ende die van binnen schoten ook dapper uyt de Stadt, waar naa sy wederom van de Stadt trocken. Op onser Vrouwen Hemelvaartsdag werdt de Stadt wederom opgeeyscht te vuyr ende te sweert, ende daar stont in de Stadt een grooten onrust op. Wy waeren in groote vreese, ende begaven ons tot bidden. Doen heeft Elisabeth Ruysch ons Mater, ons schreijende te kennen gegeven, dattet best waere, dat sy haar aan een kant begeven soude, om niet gevangen te worden tot schaede ofte schattinge des Convents soo dat wy bitterlyk van malkanderen scheyden. Sy trok uyt de Stad met haar Suster Geertruyt, ook ons Pater ende syn Socius naar Utrecht. Maar onse Procuratrix is Moederlyk by ons gebleven in alle ons lyden, ons troostende in allen onsen angst ende ons niet verlatende. Op S. Agapitus dagh is des Conings volk gekomen ende hebben de Stadt opgeeyscht. De Borgers antwoorden dat sy de Stadt vry wilden houden, ende nemen geen van beyden partyen in. Daar over des Coninkx volk is vertrocken, ende die Geus gesint waeren hebben de Geusen ontboden, ende syn des anderen daags gecomen, ende met triumph ingehaalt. Als wy dat in ons Convent hoorden, waeren wy seer vervaart. Wy sliepen meest in 't stroo, alsoo wy alles uyt het Convent hadden gevlugt. Ons waeren toegeleyt by de 70 Paarden, ende daar Ruyters en Jongens by, | |
[pagina 32]
| |
die wy de kost geven mosten. Wy hadden ons Convent niet vry. Sy liepen over al. Leyden veel listen tot schande. Maar de Heer maekten out en Jongen stantvastig in aller eere. Daags voor ons Vrouwe avont quam hier een Maarschalk, die de Susteren op 't Choor vergaderden, ende een Diender met een blank sweert voor de deure sette, datter niemant af en mogt, ende eyschte een fyn webbe met hondert daalders aan gelt. Wy seyden dat wy het niet hadden, nog niet en conden geven. Hy stelde hem in 't Convent aan met syn Dienders als dolle Menschen, slaande met haar blote rapiers de beelden in den nek, ende om 't hooft, ende diergelycke, hier te lang om te verhaalen. Op S. Michiels dach worde de Pater in S. Joris Kerke van de Stoel gehaalt onder de Predicatie, daar groote onrust van kwam door de Stadt, maar worde nog gestilt, nadien zy eenige Autaaren gebrooken hadden. Op S. Martens avont quam tydinge dat Zutphen wederom Conings was. De Lantluyden quamen en seyden dat des Coninghs volk over quam soo veel als gras op der aerden: waar over de Geusen een Bode uytsonden, dan den selven niet tyts genoeg terug comende, hebben sy op L. Vrouwe avont presentatie omtrent ten vyf of ses uuren uyt de Stat gelopen, ende veel Borgers met hun: waar over op de Klok Te Deum Laudamus gespeelt wort. Een uure twee of drie daar nae quam | |
[pagina 33]
| |
Heer Willem Anthonissen, Pastoor, met eenige geschikte Borgers, die in de nagt met een waegen nae Utrecht voeren om de sleutelen tegen te brengen, die 's andere smorgens met 's Coninghs volk in de Stat syn gecomen. Ons Pater is ook ingecomen, ende sig met haast naar ons Convent begeven, dien wy te gemoet zyn gecomen, ende met blytschap ontvangen hebben. Des middags als wy in de Reventer saten om te eten, syn ingecomen onse Eerwaerde Mater Elisabeth Ruysch, ende Suster Geertruyt Ruysch, ende die getrouwe Mede-Priester Heer Wouter Claassen, die welcom geheten syn met tranen. Doen togen veel Spanjaarts nae Naarden en Haarlem. Ons Susteren Judith Knyft, Jannichgen Thonis, Anna Victors, Marrichgen Aarts quamen van Utrecht, ende Aeltgen Peters van Amsterdam wederom t'huys van haar Vrinden. | |
1574.aant.Is overleden Eerlant Everts, een devoot ende behulpsaam tot Godt ende de Susteren in haar leven geweest zynde. In 't selve jaar sterf Suster Griet Willems ende Geertgen, Splinter van Nyenrodens Dogter, ende Lutgen, Jacobs Dogter. | |
[pagina 34]
| |
nen geprofessyt, Marrichgen Jans ende Elsgen Soes, en quam Marrichgen Soes in 't Clooster. | |
1579.aant.In dit jaar op St. Perpetuae ende Felicitatis dach des avonts laat quamen die van Utrecht met al haar magt, ende belegerden dese Stadt Amersfoort, ende sy hieldent met de Prins tegen den Coninck, 't welk sy wilden dat Amersfoort ook soude doen, dien niet en wilden. Waar over Mr. Paulus Buys in Amersfoort is gecomen, alsoo hy een Borgers Soon was. Hy heeft een deel van den synen vergadert, om deselve met schone woorden te brengen tot syn desseyn. Maar hoewel sy hem wel toegedaan waeren, en dorsten het nogtans niet bestaan. Ende als hy geen raadt en wist keerde hy wederom. Ende sy ontboden in 't Leger buyten de Stadt d'Overheyt van de Stadt. Als die gecomen waren hielden sy gevangen Mr. Gerardt van Schadyk. Dat die van Utrecht voor de Stadt quamen geschiede Saturdagh savonts voor den eersten Sonnendagh in de Vasten, ende worde verboden tusschen negen en tien uuren de Klok te laeten hooren. Ende vermits die van buyten de Stadt deden opeysschen, of sy wilden de stucken van de gevangenen over de muyren werpen, soo worde Dingsdag accoort gemaakt, dat sy in de Stadt soude comen. De Kerken souden blyven als sy waeren, ende den dienst nae gewoonte gedaan worden. Daar op | |
[pagina 35]
| |
sy haar Eedt deden. Ende syn veel Guarnisoenen in de Stadt geleyt. Des Donderdags op S. Gregorius dach quamen veel Capiteyns ende ander Overheyt in de Spinkaemer, spreekende veel ligtveerdige woorden. Een van hun allen haalde uyt de Reventer een tafellaken, hangende 't selve om syn lyf, staende voor 't Autaer, doende grote spot aan 't Sacrificie der Missen. Waar over de Mater Ruysch ende andere Susteren bitterlyk schreyden. Waar door de Capiteyns beweegt worden, ende beclaegden hem, dat sy 't niet eerder belet of gestraft hadden. Op deselve tyt eyschtense de Vrouwen Capel om haarluyder Predicatie daar in te doen, smytende voorts boven haeren Eedt met groote rebellie d'Autairen in stucken. In 't selve jaar op S. Petronellen dag, als 't ons L. Vrouwe Vaart was, quam de Schout met twee van den Raede in ons Spinkamer, ende vergaderde 't geheele Convent, gevende ons vryheyt van de gedane professie, ende van Sloth, ende om te mogen hylicken, ende sodanige dolligheyt meer. Wy worden seer beswaart met Schattingen ende Garnisoenen. So dat wy gelt op Renten namen, ende Lant vercopen moesten. Wy deden ons Dienst en Predicatie nog in ons Kerkgen. Dynsdaghs na Paschen song men de laatste Misse ende Vesper, alsoo daar een groote turbatie in de Stadt was, want een deel Rebellen in S. Joris Kerk de Beelden ende Autairen | |
[pagina 36]
| |
aan stucken sloegen. Doch sy worden voor die tyt door de Magistraat uytgedreven. | |
1580.Op den 8. Maart is weder een grooten oproer in de Stadt gecomen, door dien de tyding quam, dat tot Utrecht de Kerken gesloten waeren, ende dat ment hier mede doen soude, ende de Cloosters plonderen, waar door wy onse goet vlugten. Eer wy sulks te recht doen conden, waren de Geusen met Trom en Vendel voor ons Kerke. Quamen daar in vallen als vyanden met cryten en singen. Sy smeten al aan stucken in de Kerk, ende bragtent in een vuyr op Cingel: waardoor wy seer ontstelt waeren, ende met tranen en droefheyt ons mosten gedult hebben. | |
1582.aant.Op den 12. May als wy ter tafel saten syn in ons Convent gecomen de Scholt van Utrecht, de Scholt van Amersfoort, ende Mr. Paulus Buys, roepende de Mater en de Susteren by malkanderen, die met grote droefheyt na de Spinkamer syn gegaan. Mr. Paulus, Aart Buysen Soon sprak met bitteren aangesigt ende mondt, als of hy Godts gramschap geweest waere, ende om de Religie te niet te maken, gebiedende van Princen weegen onse Mater ende den Susteren haar habyt uyt te doen, jongen ende ouden, ende hun te kleden als Vrouwen ende Jonkvrouwen deses Stifts. Daar tegen onse Mater wyslyk gesprooken heeft, waar door Mr. Paulus nog bitterder geworden is, ende heeft geseyt, dat ons Mater | |
[pagina 37]
| |
niet meer soude regieren, ende heeft veel harde woorden gebruykt om het habyt ende Paus Bullen, so hyse noemde, te veranderen ende af te setten. Ende hy heeft Mr. Cornelis van Deuverden onsen Scholt bevolen daar op wel te letten, dat sulks soude geschieden. Daarmede hy gegaan is. Voorts heeft Mr. Paulus Buys onsen Pater Heer Peter van Wyerdt veel bittere smadelyke woorden gegeven, ende geheten het Convent te verlaten, ende meer andere swarigheydt ende aanstoot hadden wy dagelyx van den Scholt, bysonder als hy beschonken was. | |
1584.aant.Leyden die van de Magistraat ons dikwils aan om ons goet in haaren handen te geven onder alimentatie, ende quamen ons dikwils moeijelyk zyn in ons getyden. Ook quam ons menigmaal tydinge, dat de Ruyters en Knegten ons souden koomen spolieren. Waar door wy dikwils nagt en dag in groote bangigheyt waeren. Den Mede Priester des Convents Wouter Claessen werde uyt de Stadt geset, ende den selven eens heymelyk ingecomen synde, ende 's avonts te bedde gegaan synde op het Koeken-Solderken, heeft 's nagts groote pyn in 't hooft gehad, is ook cranker geworden, in den Heere gerust, ende by ons heymelyk sonder luijen in 't Choor begraven. | |
1585.aant.Is overleden Aechgen, Evert van Hees Dogter, aan 't Roode Melifoen, ende is haar Broeder Heer Jacob van Hees, die uyt de | |
[pagina 38]
| |
Stadt geset was, heymelyk ingekoomen ende is by ons verborgen gebleven, die schoone Sermoenen heeft gedaan, als ons Geestelyken Vaeder, ende heeft ons Pater den H. Godtlicken dienst weerdelyk helpen volbrengen. | |
1586.aant.Op Palm-avondt worde ons Convent een bende Engelsche Ruyteren toegesonden, behalven nog dat ons Patershuys vol Engelsche Ruyterye lagh, waar door wy groote overlast ende schaede leden. In 't zelve jaar den 20. April, wesende op een Dingsdag, quam den Grave van Leicester in de Stadt met veele Heeren ende volk van de Coninginne van Engelant, ende des Donderdags quam Leicester in ons Convent om 't selve te besien. Des Vrydags Mayavont quam Leicester weder in ons Convent met den Oversten Schenk, den Coervorst, den Bisschop van Coelen, ende syn Wyf, met eenige Canonicken van Coelen om 't selve Convent te besien. Daar nae syn den Scholt en de Borgemeesters gecomen in den Convente, ende hebben met veele woorden ons gesogt te bewegen ons goet in hun handen te geven onder alimentatie. Wy seyden dat wy maar lyfpensie aan 't goet ende daar over geen magt hadden. Sy seyden dattet die van Utrecht dan aanslaan souden. Wy antwoorden dat het Godt dan versien ende ons niet verlaten soude, ende meer andere woorden, soo datse op ons niet winnen en conden. Maar wy mosten groote schattin- | |
[pagina 39]
| |
gen geven. Ons Procuratrix heeft berekent dat ons Convent aan de Stadt te kost geleyt hadde, soo van Karren te houden, als van Garnisoen en Schattingen van 't jaar 1572 tot den jaare 1592 een duysent gulden. | |
1590.aant.In desen jaare heeft onse Eerwaarde Mater Elisabeth Ruysch haar gulde professie gedaan, ende gaf een vrolyke maaltyt, met Rens Thonisgen Foierts, die mede haar gulde professie dede. | |
1591.aant.In dit jaar worden alhier gevangen drie Tovenaarsters in de Somer, een oude Vrouw met haar Dogter, ende een Dogters Dogter out 15 jaaren, dewelke veel afgryselykheyt van den vyant verhaalden. De Moeder en de Dogter werden op den Berg gebragt om gebrant te worden, ende dewyle de Scherpregter de Dogter verworgde, brak de bose Vyant de Moeder den hals. Het kint worde 't Utrecht gebragt ende ywers bestelt. Weynig tyt hier na kwam de Scholt des avonts tusschen vyf en ses uuren, seer beschonken, willende in ons Convent zyn. Syn Broeder hadt ons ontboden, dat wy hem niet inlaaten souden. Wy hielden ons deure toe. Hy liep after en voor als een verwoedt mensch, ook op den Hof, om de Dienaars, | |
[pagina 40]
| |
Kruyt en Loot, om de deuren op te schieten, soo dat de Stadt in roeren was. Maar syn Broeder, syn Suster, ende een Secretaris quamen op de been en stilden hem. | |
1592.aant.Sterf Suster Judith, Andries Knyfs Dogter op den 10. February, die drie jaaren aan een sware passie had gegaan, ende sy storf in groote lytsaamheyt. In den selven jaare heeft ons Subpriorinne Elisabeth, Peter Fockings Dogter, haar gulde professie gedaan, alsmede Styntgen, Egbert Wasmans Dogter, ende sy deeden ons een vrolycken dach. In desen tyt waeren in dit Lant grote menigte van Wolven, sulks dat men niet veylig op 't Lant konde gaan. Omtrent Joannis hebben de Geusen gewonnen de Stadt Steenwyk, daar der wel 1500 voor geschoten waeren, maar geen ontset koomende, moestent overgeven. | |
1593.aant.Op St. Paulus bekeeringe dach heeft Heer Jacob van Hees in syn Predicatie ons vercondigt, dat ons Heylige Vaeder den Paus Clemens de Achtste ons Convent verleent hadde voor de Susteren aflaat van alle sonden, pyn en schult, ter saake van een gedeelte van S. Aachten hooft, 't welk ons ter handen gecomen was. In 't selve jaar moesten wy de Stadt geven tot schattinge hondert vyf en twintig gulden. In den selven jaare is in den Heere gerust op St. Pontiaans avont ons beminde Suster | |
[pagina 41]
| |
Geertgen, Willems Dogter, die onbesloten ons gedient hadde over de 50 jaaren, en hadde 't Convent veel diensten gedaan, ende de leste tien jaeren blint geseten in groote lytsaamheyt. In den selven jaere naemen de Geusen Geertruydenberg in. In den selven jaere is Aechgen Melis wederom in 't Convent gekoomen, die in 't jaar 1589 by haar Moeder gegaan was, maar sy begeerde wederom te comen, daar haar Godt eerst geroepen hadde, ende wy hebben haar goedertierlyk ontfangen. | |
1594.aant.Op den 4. May quam den Stadts-Diender, ende dede ons de weet dat wy Mr. Paulus Buys souden overluijen, het welk wy deeden tot drie reysen. In den selven jaare op S. Margrieten dag quam de tydinge dat de Geusen de Stadt Groeningen ingekregen hadden. In deselve tyt op St. Alexius dagh quamen de Schout, Borgemeesters ende andere in 't Godshuyse de Poth, daar sy den H. Dienst der Missen stoorden. Den Priester worde versteecken. Sy sloegen Kisten en Kassen op, en de namen alles mede dat Kerkelyke saaken waeren ende den Autair aangingen. In den selven jaare in Septembri is ons door een Stads-Diender de weet gedaan om alle onse goederen op geschrifte te stellen, ende aan de Magistraat te leveren. Ende alsoo wy 't selve niet en deeden, quam hy tot driemaal | |
[pagina 42]
| |
op de verbeurte van 's daags vyf en twintig gulden. In den selven jaare op S. Stevens dag quam hier een Jesuit, Meester Willem genaamt, die den H. Dienst der Missen ende des avonts Predicatie dede, ende ons Biegt hoorde: ende hebben wy hem geleken by den Samaritaan, die ons wyn ende olie in ons wonden goot. Des anderen daags celebreerde hy wederom den H. Dienst, ende dede een kleyn Sermoon, dat wy meest met traanen hoorden. Hy nam syn afscheyt, seggende dat hy sig verblyde, dat hy nog sulke vergaderinge van Maagden en anderen vont in dit verwoeste Lant. Ende wy waeren nog een en dertig Susteren. | |
1595.aant.Den 5. Marty is den Rhynvloet hier gekoomen, en 't water hoog in de Stad gegaan, dat sommige Straaten onder water stonden, ende syn eenige Poorten en Bruggen van de Stadt weggelopen. Dominicus ten Bergh, woonende in 't Patershuys, heeft ons Pater uyt syn Kaemer, ende Heer Jan uyt Schotland, die ons van de Heeren toegeleyt was, ook uyt syn Kamerken, en de Heer Jacob van Hees, die twee jaaren aan de Beroeringe in 't Siekhuys hadde gelegen, uyt 't selve Siekhuys op den Rugge door het water gedragen op den Dormter, alsoo beneden geen plaatse sonder water en was. Deselve ten Berch deede ons soo grooten getrouwigheid als of wy syn Susteren hadden geweest. In den selven jaaren synder wederom eeni- | |
[pagina 43]
| |
ge Tovenaars tot Utrecht gebragt. Onder anderen een van 't Hooglandt die Volcken hiet, ende vyf syner Kinderen. Het jongste van dien, acht jaeren out, die veel wonder dingen van Toverye wisten te verhalenGa naar voetnoot(1). Ende worde hier ook gevangen ende gebrant een Vrouw, die men hiet de Roode KaterGa naar voetnoot(2). | |
[pagina 44]
| |
ren met ons gewoont hadde, ende menig schoon Sermoen hadde gedaan. Hy is gestorven ten huyse van syn Broeder Clemens van Hees, die hem t'huys gehaalt hadde, vermits syn memorie hem eenige tyt te vooren geheel ontgaan was. In den selven jaare op den H. Paaschdag is in den Heere gerust Aeltgen, Peter Fockings Dogter, die op haar 50 jaaren olderdoms soo onnosel worde, datse haar handen voor haar voeten niet en kende, noch het eten in haar mont van selfs en soude hebben gedaan, soo dat men haar moeste dienen en havenen als een kyndt. Sy was een geprofesside Nonne, ende hadde 52 jaaren met ons geleeft. Met Godt moet sy rusten. In den selven jaare isser een grooten duyren tyt geweest, dat men een Schepel Rogge cofte voor drie gulden 10 stuyvers, een Kluyt Boter 25 Stuyvers, een Schepel Weyte vier gulden vyf stuyvers. | |
1598.aant.op Nieuwjaarsdach is in den Heere gerust Geertruyt, Huych Ruysschen Dogter, die 56 jaaren ons L. Heer getrouwelyk gedient hadde, ook Binnen-Procuratrix geweest, mede Buyten-Procuratrix, ende wel 35 jaaren Paters Maecht, ende ook Gastwaerster geweest was. Met Godt moet sy rusten. | |
1598.aant.Op St. Agatha dag hebben wy het eerste aflaat ontfangen, dat Heer en Meester Nicolaas Soes ons verworven hadde van ons H. Vaeder den Paus van Roomen. | |
[pagina 45]
| |
In den selven jaare op St. Sixtus dach hebben Jacobgen Thonis ende Marrichgen Gerrits haar gulde professie gedaan, ende was Marrichgen Gerrits 39 jaaren Procuratrix geweest. Sy gaven ons een vrolyken dach van gesoden, gebraden, Pastyen, Bier ende Wyn. In 't selve jaar op St. Martens avont creeg Marrichgen Gerrits de Pest onder haar arm, waar over wy seer verbaast waeren, want niemant in 't Convent de Pest beleeft hadde. Doch sy quam daar van voor die tyt niet te sterven. Op St. Cecilia dach creeg onse waerde Mater Elisabeth Ruysch de Gave Godts. Donderdags ging sy in 't Siekhuys, ende daar was groote droefheyt. Des Vrydags ontfing sy haar Kerkgeregt. Des Saturdags wiert sy in een huysgen van den Hof gebrogt. De Heere wil haere ziele in genade ontfangen. Sy hadt ons L. Heere 62 jaaren 5 maanden en 8 dagen gedient. Sy hadde Mater geweest 39 jaaren en derdehalve maant. De Pater gaf haar in 't laatste ende uyterste de Benedictie. De gemeene Susteren hebben eendragtelyk tot Mater gekoren Elisabeth, Peter Fockings Dogter, een eerbaare Suster, oud 71 jaaren, die Onder-Mater lange stigtelyk geweest was. Dit gedaan zynde hebben de Scholt Mr. Cornelis van Deuverden, Looch Janssen, ende Peter Franssen Borgemeester, op onse kosten verdronken sestien gulden, ende wy mosten nog vier en dertig gulden op haarluyder tel- | |
[pagina 46]
| |
joor leggen, om dat wy een Mater hadden gekooren buyten haarluyder weten. Ons Mater Ruysch worde in den Trans onder een blauwe steen begraven. Des Woensdags daar nae is in den Heere gerust ons seer beminde Suster Gerritgen Willems, die 65 jaaren ons L. Heer met ons gedient hadde, ende 37 jaren als Kock Moederlyk ende minlyk in ons Convent gedient. | |
1599.aant.Is de Pest soo sterk in de Stad geweest, datter geheele Huysgesinnen uytstorven. In den selven jaare op S. Jacobs dagh quamen in ons Convent Joncker van Doornick, Aert Gerritsen met beyde syn Soonen Cornelis ende Gerrit, ende meer anderen, ende songen met onse Susteren de Vesper ende compleet in Musyck, daar wy grote devotie in hadden, overmits wy alles heymelyk ende stil moesten doen in ons Spinkamer, alsoo ons Kerk was des Stadts Turfschuyr. Op St. Augustinus avont heeft onse Suster Thoentgen Jans een verheffinge aan haar hals gekregen, ende is eenige dagen daar nae in 't huysken in den Hof aan de Pest in den Heere gerust. Den 14. December is Suster Griet Everts siek geworden en schielyk overleden. Sy was met stippelkens uytgeslagen naar haar doodt, soo dat men het hielt voor Pepervuyr, hoewel men in haar siekte niet konde verneemen dattet Peste was. Sy was een deugtsaam regveer- | |
[pagina 47]
| |
dig Persoon, out 63 jaaren, ende by de 50 jaaren in 't Clooster geweest. | |
1600.aant.Op den 5. Aprilis is siek geworden onse Eerwaerde Mater Elisabeth Peter Fockings des Saterdachs tegen den avont. Des Sondags morgens conde sy niet opstaan; soo slaperig was sy, ende haar tonge lyet niet wel, daar uyt wy merkten dattet de Peste was. Tegen den avont bragt men haar in 't huysken door haar begeeren. Sy heeft met groote begeerte haar Kerkgeregte ontfangen. Des Dynsdags is sy in den Heere gerust. Des Woensdags is sy in den Trans begraven, doen sy geregeert hadt een jaar ende vyfthalve maant in grooter ootmoedigheyt ende vreede. Wy mosten sonder Mater sitten, alsoo die van de Magistraat niet en wilden consenteren dat wy een Mater souden kiesen. Op H. Kruysdag is siek geworden onse Suster Neeltgen Henrik Quinten. Sy is op Sonnendag daar nae in een huysken gebragt, ende 's Woensdags den 7. May is sy overleden. Sy hadde 47 jaar in den Convente geweest, ende was out 58 jaaren. In den selven jaare heeft Heer Lambert Roelofsen, een Broeder te Marrienhof, ons te kennen gegeven dat de Prior Superius van Windesem hem volcomen macht gegeven hadde om onse Overhooft te wesen. Daar over deselve op St. Simon en Juden dach by ons gecomen is, begerende dat wij eendragtelyk een Mater verkiesen souden volgens onze | |
[pagina 48]
| |
Statuyten, daar over wy voor de middag ten selven dage eendragtelyk gecoren hebben tot onse Mater Marrichen Gerrits, oudt 72 jaaren, ende sy worde den 6. Novembris geconfirmeert by Heer Lambert Roelofsen, in presentie van ons Pater Heer Peter van Weyerdt, ende alle de Conventualen. Ten selven dage zyn onse twee jongste ongeprofesside Susteren, die ons vry onbelooft hadden gedient, te weten Maria Soes 25 jaaren, ende Agatha Melis 22 jaaren, voor Heer Lambert op haar knijen gevallen, ende hy heeft hun beyde de belofte van ons Oorden voorgehouden met veel goede strenge Leeringen, vragende of sy die uyt liefde Gods, uyt liefde van S. Augustinus Oorden ende de liefde van onse Susteren begeerden aan te nemen, ons te dienen, ende eeuwelyk by te blyven, soo hebben sy daar op geantwoordt jae, elks in 't bysonder jae seggende met hulp van Godt, maar sy hebben haar beloften met haar monden selfs niet gesproken voor 't Autair, ende daar het H. Sacrament ontfangen, so wy gedaan hadden: want den tyt en eysschtent niet, maar sy hebben geconsenteert al dat haar de Priester voorgehouden heeft. Dit gedaan zynde heeft Heer Lambert in ons Priors plaatse hun beyde de Benedictie gegeven, ende sy syn opgestaan sonder eenig habyt ontfangen te hebben, ende hebben alle de Susteren geluyt met te seggen Ora Prome, ende wy hebben Godt de Heere gelooft ende | |
[pagina 49]
| |
gedankt met Te Deum Laudamus te singen. Ende wy hebben van hun gehadt een heerlycke maaltyt. | |
1601.aant.Op den 4. Aprilis op een Sonnendag naardemiddag isser sulken onweder van wynt ontsteecken, dat wy wel hondert Croonen aan muragien, dak en anders te schaaden geleden hebben. Op Palm-Sonnendach quam hier een kynt te Clooster, out ses jaaren, ende hiet Catharina, Jan Groens Dogter, 't welk ons van de Stat toegeleyt worde uyt de liefde Godts te houden, 't welk wy doen mosten. Op den 21. Juny heeft ons Eerw. Heer Peter van Wyerdt syn gulde Misse gedaan des Sonnendachs voor St. Jans Geboortendach, met groote Solemniteiten met een singende Misse. Hy heeft ons Convent 44 jaaren met alder ootmoet ende stigtigheyt gedient, ons houdende alle te saamen tot de liefde ende vreese Gods. Hy heeft ons een heerlyke maaltyt gegeven drie dagen langh, de wyn geschonken, ende nog elks van de Susteren vereert een gouden Conings daalder. Den 17. October, wesende S. Lucas avondt, syn in ons Convent gekomen twee Gedeputeerden van de Staten van Utrecht, ende hebben ons voorgehouden, dat wy souden hebben alimentatie, ende hebben ons in deselve maant tot Rentmeester gestelt Anthonis van Dompselaar, die in de Spinkamer is gecomen, vragende yders naam ende ouderdom, 't welk | |
[pagina 50]
| |
hy aangetekent ende mede genomen heeft. Den 9. November zyn de Gecommitteerden van de Staten wederom gecomen, vragende alleenlyk ons ouderdom. Den leste Novemb. op S. Andries avont ende Radtboldus dach syn alle onse Koeijen, tot negen toe, verkoft, mitsgaders alle ons Coorn ende Hoy om halft gelt. In 't selve jaar syn alle onse goederen aangeslagen, ende is Marrichjen Gerrits, die wel 40 jaaren onse Procuratrix geweest, ende Ao. 1602 onse Mater gecoren was, by of van wegen de Heeren Staten onse Procuratrix gestelt. | |
1602.Den 8. February is gestorven ons beminde Suster Catharina Jans, die den Heere getrouwelyk met ons gedient heeft 68 jaaren, sy was een geprofesside Nonne. De Heer wil haar siel genadich zyn. In 't selve jaar zyn op ons goet op 't Hooglandt verdronken twee twylingen, Evert Aartsen Dogters Kinderen. | |
1603.aant.Op den eersten Augusti is overleden ons Eerw. Vaeder ende Pater, Heer Peter Laurentius, Symons Soon van Wyert, die ons 45 jaaren als Pater gedient hadde, in aller ootmoet ende stigtig leven, in de vrese Godts ons onderwysende, gedaan hebbende alle dagen den Dienst Godts, ende ons in geloof soo gesterkt, datter niemant van geweeken en is. Hy heeft alle syn goedt, tot twee duysend gulden by hem verspaart, ons Convent gegeven, ende by syn afsterven elks van ons be- | |
[pagina 51]
| |
sproocken een goude ducaat, ende sestien gulden jaarlyks tot een Maaltyt van recreatie voor de Susteren, ende tot een Memorie om voor syn siele te bidden. Nogh heeft hy een heerlyk deyl besprooken, eens te geven in de Kerke voor alle arme menschen deser Stadt, 't welk ook soo gedaan is. Syn lichaam is heerlyk ende eerlyck ter begraaffenisse gebrocht. Den Almogende Heere wil syn siele genadig syn, ende brengen hem in de eeuwige glorye Amen. Hy hadde 't Clooster gedient 51 jaaren, ende als Pater 45 jaaren. In den selven jaare op den 18. Augusti voormiddag heeft Heer Jan Goudt in de Spinkamer ons vertoont ende voorgelesen syn Commissie ende Confirmatie van te wesen onse Pater, 't welk wy geerne hebben geaccepteert, vermits syn goet devoot leven ende ootmoedigheyt. Catharina Groen die by de Staten tot alimentatie vyf en dertig gulden jaarlyx was toegeleyt, is door haar Moeder den 15. July 1603 t'huys gehaalt. Den 23. September op St. Tecla dach sterf Suster Pauwelsgen, Pauwels Gerrits Dogter aan de Peste, out omtrent 60 jaaren, ende hadden met ons Godt gedient 45 jaaren. De Heere wil haar genadig wesen. Den eersten October desselven jaars hebben de Susteren haar eerste alimentatie gekregen uyt handen van Anthonis van Dompselaar, Rentmeester, ende de Susteren hebbent de Mater laten ontfangen, daar sy de Susteren | |
[pagina 52]
| |
kost en drank voor bestelt heeft, als sy te vooren hadde gedaan. Maar eenige Susteren hebben haar selvens besponnen ende gecleedt. Op Alderheyligendach is ons Convent overvallen van den Onderscholt Jan van Deuverden, ende den Wagtmeester Jan Bode den oude, ende eenige Soldaten van Graaf Ernst. Sy braken door een glas in de Kerk, ende hadden een Slotemaker by hun. Marrichjen Jans is by gevalle gecomen om te sien of alle de deuren wel gesloten waeren. Sy hoorden het glas vallen, ende daar over is sy comen loopen in de Spinkamer, roepende dat men ophouden soude, want het onder het singen van de Misse was. Waar door een ider sig versien heeft. Aechgen Melis bracht de Pater op een heymelycke plaatse. Marrichgen Aarts heeft de beste Carsuyffel gebercht. Henrik Verhaar bergde de Kelk, ende het Busken daar 't H. Sacrament in was, 't welk hy deede in bewaringe van de Weduwe van Jorden Poeyt. 't Welk alles in der haast naulyx volbracht synde, synse in de Spinkamer met gewelt gecomen, cloppende ende tierende als of alles prys geweest waere. Henrik Verhaar, Cornelis Aertsen ende andere liepen na de Koecken om speten en ander geweer te haalen, maar ten was geen vechtens tyt. Den Onderschout gaf Cornelis Aertssen een kinnebakslag, 't welk hy datmaal verdroeg om meerder ongemak te schuwen. Den Onderschout ende Wagtmeester liepen alle het Convent door om den | |
[pagina 53]
| |
Priester te soeken, maar hebben hem niet gevonden. Het Convent is geslagen in een boete van vyftig gulden. Maar de Borgemeester Hardevelt was het Convent soo toegedaan, dat de boete wederom word afgedaan, mits datse hem hun voortaan souden wagten op dubbelde boete. | |
1605.aant.Op S. Steven Martelaarsdag vindinge, des nagts tusschen twaalf ende een uyre sterf Christina Rembert Wasmans, geboren van Swol, een geprofesside Nonne, die ons Heere Godt 68 jaaren seer devotelyk met ons gedient hadde. Sy was een seer ootmoedige Suster, ende naerstelyk om die goede insettingen ende ordonnancien van ons Convent te onderhouden, soekende 't profyt desselven Huyses in de officien die sy hadde bedient. Sy was lange dragende de blintheyt haarer oogen met verduldigheyt, out zynde als sy sterf 82 jaaren. Met Godt moet sy rusten. | |
1606.aant.Op ten 12. January is in den Heere gerust ons Eerwaerde Pater Heer Jan Goudt, Regulier van 't Convent van Marrienhove binnen Amersfoort. Hy is geweest den eersten Regulier, die ons Convent tot een Pater gehat hebben. Hy heeft 't selve bedient omtrent derdehalve jaar. Hy heeft den Susteren | |
[pagina 54]
| |
besproken sestig gulden eens, die sy minlyk met malkanderen deylden, ende een rouwmaaltyt begeert gedaan te worden uyt syn goet. Syn siele moet in der eeuwigheyt rusten. | |
1616.Den 4. December is in den Heere gerust ons Eerwaarde Mater Maria Gerrits, die met ons den Heere gedient heeft 69 jaaren, ende is Procuratrix geweest omtrend 50 jaaren, ende Mater 14 jaaren. De Heere wil haar de eeuwige ruste geven, Amen. Naar het afsterven van zaliger Heer Jan Goudt is van de Susteren aangenomen tot Pater Johan van Langevelt, dewelke nae dat hy omtrend twintig jaeren den Susteren hadde gedient, heeft door syn ouderdom ende impotentie zyn aangenomen officie opgeseyt. | |
1629.aant.Den 13. July is den Grave van Montecuculi met 's Keysers volk gecomen tot hulpe ende bystant van den Conink van Hispaignen op de Veluwe, alwaar Grave Hendrik van den Berch ook een magtig Leger hadde, die den Grave van Montecuculi heeft gecommandeert met syn Troupen te gaan nae Amersfoort, dewelke den 3. Augusti oldenstyl voor Amersfoort is gecomen, makende de | |
[pagina 55]
| |
belegering met omtrendt elf duysent of twaalf duysent man te voet ende 29 Cornette paarden. De Stadt door swakheyt van wallen en muyren, ende met cruyt en loot niet behoorlyk voorsien synde, ook met Crygsvolk onvoorsien, heeft sig met accoort overgegeven. Het Keysersvolk is ingecomen den 5. Augusti, ende is het Staatenvolk des anderen daags uytgetrocken. Naar den middag is den Grave Montecuculi persoonlyk in de Stadt gecomen, eysschende veel onredelyke ende onmogelyke saacken, 't welk groote verslagenheyt door de Stadt causeerde. Den 6. Augusti is den H. Dienst der Missen gedaan in St. Joris Kerke door den Pastoor Mr. Willem Bloem, die daar toe werde gecommandeert. Ende is een nieuwe Magistraat gestelt. Omtrent dese tyt naamen de Keyserschen ook in het Huys Ter Eem. De Soldaten bedreven in veel Borgers huysen grooten overlast. Den 7. Augusti ende navolgende dagen tot 's Keysers volk wederom vertrok, is den H. Dienst der Misse gedaan ook in ons L. Vrouwen Kerke. Den 9. dito quam de tydinge dat Wesel van de Staten volk was verrast ende ingenomen. Ten selven dage telde men aan den Grave van Montecuculi vyf duysent drie hondert gulden, om alle swarigheyt te verhoeden: welke somme by de Burgers moeste worden opgebracht. | |
[pagina 56]
| |
Den 10. dito is het Leger opgebroken ende weder vertrocken naar den Ysselkant. Den 14. dito heeft het Guarnisoen der Keysersen de Stadt verlaten, plonderende de Soldaten veel huysen, soo daarse gelogeert waeren geweest als anderen, in weerwil van den Gouverneur, die syn been brak op den selven dag als hy 't plunderen wilde beletten, ende daar over met syn paardt quam te vallen. Niettemin hy commandeerde den Capiteyns om sulks te beletten so veel mogelyk was, daar voor hy ontfangen hadde een schenkagie van duysent gulden, by de Borgers opgebragt. De Capiteyns sommige deden haar devoir tot 't beletten van de plonderinge, sommige Conniveerdent. De Soldaten waeren meest Luthers. De Pastoor Mr. Willem Bloem dede alle dese tyt grote dienst ende behulp aan de Stadt, niettegenstaande hy door quaade tongen worde belogen, als of hy de Keysersen hadden ontboden, 't welk gansch valsch ende gelogen was. Den 15. Augusti worde gevangen de nieuwe Magistraat ende eenige van de oude Magistraat. De Gouverneur ende andere wilden ook vangen den Pastoor, die door goeden raadt om de furie te ontgaan, was gevlugt in dit Convent van S. Agatha, alwaar hy hem elf weeken met syn Onder-Pastoor Mr. Lambert Dirksen in stilligheyt onthielt. Daar nae worde hem weder toegelaten syn huys ende Stadt te gebruycken. Op den nagt als sy hem | |
[pagina 57]
| |
wilden vangen worde syn huys van de Soldaten eensdeels geplondert. De Magistraten t'Utrecht gebrocht synde, syn naar ettelyke dagen onder borgtochte los gelaten, ende is gesententieert dat de nye Magistraat de penningen, aan den Grave van Montecuculi vereert, ende door de Borgers betaalt, selfs souden moeten opbrengen, ende aan de Borgers restitueren, die deselve hadden opgebracht. Doch is sulks niet geschiet, dewyle by een yder in de Stat verstaan worde, uytgesondert weynig persoonen, onredelyk te zyn, dat de Magistraat soude betalen 't geen de noot vereyschten om alle swarigheyt te verhoeden. Omtrent dese tyt is onder de Catholycke Gemeente alhier groote onrust ontstaan, door dien sommige tegen het accoort tusschen syn Heyligheyt ende den Doorlugtigen Heere Vicarius Philippus Rovenius wilden indringen een Priester van de Societeyt, waar door de Pastoor veel te lyden hadde, ende grooten opspraak t'onrecht most verdragen, want hy de saacke gansch verbleef aan synen Oversten. Daar naar uyt liefde van vrede ende om alle onrust weg te nemen is versogt aan den Heer Vicarius den selven Priester toe te laeten, bysonder gedaan wordende groote beloften van dat het niet soude zyn tot consequentie, maar dese toelatinge alleen voor desselfs persoon, wesende een Borgers Soon, ende mits dat de rechten van de Pastorye souden blyven on- | |
[pagina 58]
| |
verhindert ende onvercort: waar op den Heere Vicarius 't selve heeft geconsenteert. In den selven jaare is van ons geloopen Mechtelt Rutgers met haar Bedt, Kleederen ende Wyel, ende voorts met alle haar tuygh. Ende op St. Valentyns avont quam Mechtelt Rutgers door de Kerk nae der Misse, ende liep in 't Siekhuys, sy toonde grooten rouwe, ende wilde sodanige penitentie doen als men haar soude setten, sy dede diverse boeten en penitentien, ende werde ten lesten door driewerf versoek van den Prior van Wyndesem wederom aangenomen. Op St. Laurentius dag heeft onse Eerwaerde Pater voor den ouden Susteren in 't Graf ons Heeren een briefken van den Prior van Windesem gelesen, dat men Mechtelt Rutgers wederom in 't Convent soude neemen, ende haar geven een genadige Kercker, 't welk soo gedaan werde. Doen is in 't Convent een onstigtelycken oploop geschiet, doen men hoorde dat sy daar in was, dewyl de Prior selfs in de Vasten geseyt hadde datse ons niet en diende, men soude haar niet inneemen, maar afsnyden. Op S. Geertruyts dach is den Prior gecommen, ontschuldigende den Pater ende stilde de Susteren ende deede veel penitentie, met veele Conditien werde hy ingelaten, maar daar viel nog veel twist om. Op St. Prothi en Hyacinthi dach, ende was den 13den Sonnendach, syn van hier gegaan | |
[pagina 59]
| |
Mechtelt Rutgers ende Oede, Hendrik Vossen Dogter, eysschende de Dormpters sloetel van Suster Catharyn Jans, al steenende of sy siek hadden geweest, ende naamen al mede daarse yet seggens toe hadden. In 't selve jaar heeft men de Kercker bereyt tegen Mechtelt Rutgers comste, want sy op Bischops Hof gevangen was, maar sy worde door bevel des Priors van Windesem tot Arckel in 't Clooster gebrocht, daar sy een wyl tyts bleef, dat ons Convent most betalen, ende meer dan 40 gulden ons costen. Daar nae tusschen ons L. Vrouwen Hemelvaart ende Maria Magdalena heeft sy gesworen datse tegen haar wille in 't Clooster gebracht ende geprofessyt was, daar op sy is verlost ende haar vrienden dertig gulden wederom geeyscht ende ontfangen hebben van ons, die het Convent eens van haar goet gebeurt hadden. | |
1630.aant.Is aan de Peste overleden Mr. Lambert Dirksen, Onder-Pastoor, ende is den Pastoor Willem Bloem uyt syn huys gegaan in S. Agatha Clooster, daar hy vier weeken is gebleven tot dat syn huys geboent was, alsoo Mr. Lambert aldaar siek gelegen hadde, ende veel vuyrs daar was vernomen. In dese tyt, ende bysonder in de Nawynter isser soodanigen duurte in 't Coorn geweest, als by menschen gedenken niet en was geschiet. Een Mud Roggen heeft gecost 24 gulden. Den 15. October 28 gulden. Een Mud | |
[pagina 60]
| |
Weyten 25 gulden, alsoo de Rogge duyrder was dan de Weyte. Een Broot van ses pont tien stuyvers. De Poorten worden bewaard by de Borgerye, om geen Coorn nog Broot vervoert te worden. De Provintien van Gelderlandt, Sticht, ende Hollandt hielden tegen malkanderen de Granen op. | |
1632.aant.Den 9. Februari is den Pastoor Mr. Willem Bloem gevangen, neffens de Heeren Jordans van Wenckum ende Cornelis van Zyl, door last van den Heere Prince van Orangien, die van een gevangen in den Haach te onrecht beschuldigt waeren van het verraat op Schenkenschans kennisse gehadt te hebben. Mr. Willem is geset op de Weeskamer, Cornelis van Zyl op de Pleytkamer, beyde wordende seer nauw bewaart alle dagen met een Corporaalschap Soldaten wacht houdende. De Heer Wenckum is gebrogt op de Gyselkamer. Naar dat sy eenige weynige dagen geseten hadden, syn sy van hier gebrocht naar Utrecht, ende voorts naar 's Gravenhage, wel bewaart met Musquettiers ende brandende lonten. Buyten Utrecht synse in een Schuyt gegaan, in tegenwoordigheyt van honderden van menschen, ende syn soo in der nacht over gebracht op St. Jans Poort in den Haech, daar sy scherpelyk geëxamineert, ende naar veertien dagen wederom gebracht syn in voorgaande plaatsen binnen Amersfoort, ende bewaart als vooren. Ook des nagts al sy sliepen drie persoonen by haar blyvende ende | |
[pagina 61]
| |
's daachs twee. Den sesden dach daar nae synse weder vervoert naar Utrecht op Hasenberch, ende daar blyven sitten Mr. Willem en de Heer Wenckum twaalf weeken min twee dagen, verterende 's daechs yder twee gulden boven wyn en bier. Mr. Willem daar nae gebannen uyt de Seven Provincien, ende syn goet geconfisqueert. Heer Wenckum de Stadt Amersfoort ontseyt. Mr. Willem reyst naar Huyssen metter woon. Middelertyt syn de Susteren in haar Biechte te hooren geholpen door Heer Jan van Langevelt de oude. Geduyrende de gevankenis worden van de Gemeente seer vuyriglyk gebeden voor deselve gevangens aan Godt de Heere, ende wel scherpelyk gevast. In St. Agatha Convent worde alle daech van 's morgens vroeg tot 's avonts laat het gebedt geduyriglyk van de Gemeente ende Geestelycke Dogters gedaan, gelyk ook ten huyse van Mr. Jacob van Westrheenen, ende Mr. Willem te Huyssen synde, syn hem veel van de Gemeente in de Somer gevolght, hem besoekende ende by hem biegtende, ende heeft op een seeker Hoochtyt 29 of 30 van syn Communicanten gehadt. Omtrent Corsmisse is syns Mr. Willems goet, dat geconfisqueert was, geredimeert, mits betalende de costen, belopende omtrent twee duysent gulden, behalven de schenkagien ende ander verlies of schaede by haastige vercopinge van syn goet. |
|