Critisch Bulletin. Jaargang 2

Periscoop

f. van der goes verzamelde in litteraire herinneringen uit den Nieuwen Gidstijd (C.A. Mees, Santpoort) de destijds in Groot-

[p. 338]

Nederland verschenen artikelen over, in hoofdzaak, het uiteenvallen van de Nieuwe Gids-groep en de crisis van het tijdschrift in 1893. Meer met de uitwendige feiten dezer gebeurtenissen en conflicten dan met hun interne oorzaken houdt hij zich bezig. Het is nuttig, dat deze gebeurtenissen, die anders een haard van misvattingen en verkeerde interpretaties of gissingen zouden zijn gebleven, door een tenvolle bevoegd en betrouwbaar getuige objectief en nauwkeurig teboek gesteld zijn. Maar jammer is het toch, dat Frank van der Goes zich slechts hiertoe bepaalde, zich in deze mémoires niets anders ‘herinnert’ dan juist het onverkwikkelijkste deel der Nieuwe Gids-historie en nalaat milieu en sfeer, waarin de Nieuwe Gidsers zich bewogen, voor ons op te roepen. Als geen ander zou hij daartoe bevoegd en in staat geweest zijn. Nu bepaalde hij zich tot de netelige taak van beschrijver van een precair tijdstip uit onze uiterlijke litteratuur-historie (waarom moeten schrijvers, die bij uitstek de waarde van het woord heeten te kennen, altijd weer tot de primitiefste of roekelooste misverstanden vervallen, veelal uitsluitend door slecht lezen, verergerd door on-redelijke parti-pris!). Verdere mémoires van Van der Goes, waarin hij het tijdperk van de Nieuwe Gids voor ons tot leven brengen zou, zou men met vreugde begroeten!

Bij Kindt u. Bucher (Berlin) verschenen van Franz Blei een boekje over Die göttliche Garbo, van Franz Hessel over Marlene Dietrich, van Max Brod en Rudolf Thomas over Liebe im Film, waarin zij betoogen, dat de geluidsfilm in de uitdrukkingsmiddelen der erotiek niet haalt bij de stomme film.

De Heidelbergsche ‘Kunstverein’ organiseerde een tentoonstelling van schilder- en teekenwerk van Duitsche dichters. Men kan er teekeningen vinden van Goethe, Mörike, Gottfried Keller, Fritz Reuter, E.T.A. Hoffmann, Morgenstern, Wilhelm Busch. Schilderwerk van Dauthendey, Herman Hesse, Else Lasker-Schüler, Ruth Schaumann (de in ons land te weinig bekende jonge Katholieke dichteres), Thomas Mann, Ringelnatz, Walther Mehring, Penzoldt. Beeldhouwwerk van Ernst Barlach natuurlijk, maar ook van Gerhardt Hauptmann. Interessant ware een dergelijke Ned. tentoonstelling met werk van Carel van Mander, Breeroo, Jan Luyken, Hofdijk, Jan Veth, Van Looy, Felix Timmermans, Fabricius jr. e.a.