Er zijn verscheidene oorzaken voor dit verval aan te geven, het intellectueele isolement van Rusland speelt hierin zeker een rol, zoo ook de door de politieke omstandigheden belemmerde ontwikkeling van het vrije letterkundige leven en dan vooral het vijfjaren plan die deze bezwaren zoo verscherpt heeft en op de voorgrond heeft gebracht.
Merkwaardig is hetgeen Professor Arthur Luther, een der beste kenners in West-Europa der russische letterkunde in het Julinummer van ‘Ost-Europa’ hierover zegt: ‘Wer Sich ein richtiges Urteil über die gegenwärtigen Zustände an der russischen “Kulturfront” bilden will, muss sich stets vor Augen halten, dass in Russland Kriegszustand herrscht. Und der Krieg ist unerbittlich und grausam. Er reiszt alle fort, zwingt alle in seinen Dienst. Es gibt keine freie Kunst mehr. Der Dichter hat mit seinen Versen die Arbeiter auf den Fabriken anzufeuern, dasz sie ihre Pflicht erfüllen, das Theater ist nur noch für Agitationsstücke da, die bildende Kunst erschöpft sich fast ganz in der Plakatmalerei; ja, die einzelnen Künste haben überhaupt kein Recht auf Sonderexistenz, sie sollen alle zusammenwirken, um das Ihre zum Werk des sozialen Aufbau beizutragen.’
In deze omstandigheden kan men zich slechts verwonderen dat er toch nog kunstenaars zijn die hun individualiteit weten te bewaren en hun werk vrij weten te houden van een, aan het wezen van hun kunst vreemde, politieke tendenz, zooals o.a. Mariengof, Ossip Sawitsch, Alexis Tolstoi en deze tot nog toe buiten Rusland onbekende Matwej Roesmann.
Fischbein, Aaron Salomonowitsch, in hart en nieren schieber, nep-man en natuurlijk jood, is geen nieuwe persoonlijkheid in de russische roman; het is, zooals de schrijver zelf zegt, eigenlijk vreemd dat wij hem nog niet kennen, zoo dagelijksch en gewoon is zijn verschijning in het russische leven en de litteratuur van na de revolutie. - Hij is de vermogende, onontwikkelde joodsche winkelier, die geen scrupules kent, God en de Duivel te vriend houdt, in troebel water goed weet te visschen en tenslotte alleen op finantieel voordeel uit is. - Onder de tsaar ging het hem al goed, iedereen kende hem in zijn wijk, en zelfs de inspecteur van politie groette hem eerbiedig; toen de oorlog uitbrak ging het hem nog beter, op handige wijze wist hij zijn voordeel te behalen; de liberale revolutie van Kerenski kon zijn positie slechts verbeteren, want Fischbein ontdekte natuurlijk onmiddellijk dat hij eigenlijk altijd een overtuigde republikein was geweest.
Zoo stonden de zaken toen in October 1916 de burgeroorlog begon, Fischbein, die zooveel had meegemaakt, nam deze nieuwe revo-