Vuurpijlen
Kees van Bruggen, De droge Koetjes
C.A.J. van Dishoeck N.V., Bussum 1931
Ongetwijfeld is dit boek van dezelfde auteur als ‘De Verlaten Man’, dat buitengewoon trieste, maar zeldzaam knappe werk, dat eenige jaren geleden verscheen. In deze bladzijden leeft datzelfde navrante, scherp-ironische, datzelfde genadeloos belichten van menschelijke kleinheid en menschelijke zwakheid. Maar ‘De Droge Koetjes’ is iets luchtiger van toon, een weinig meer grappig dan tragisch. Het boek treft veel minder, omdat de schrijver de zaak veel luchtiger beziet. Hijzelf neemt deze Meneer en Mevrouw in hun halve villa met hun koetjes op het droge, niet heelemaal au sérieux (Of ze dat genomen moeten worden, laat ik onbesproken). En dus doen wij het ook niet, behoeven wij het ook niet te doen. Maar ook al neem ik dit boek luchtig, heelemaal wil het me toch niet bevallen. Hoogstwaarschijnlijk omdat het geen eenheid is. Eigenlijk is het niet heel veel meer dan een reeks spottende, ironische, grappige invallen over het buiten-wonen van stadsmenschen. Nu is dit waar: vele van deze invallen zijn grappig, raak en met hunne homerische vergelijkingen dikwijls koddig, maar meer dan dit is er niet. Het boek laat de indruk na van een vuurwerk: een