adjectief dat nooit mocht wegblijven, gebannen. In zijn ‘Lebensdienst’ prijst hij het werkwoord als de veelzeggende en meest evoceerende zinsspil aan. Hij laat zich in den zin nooit tot stijl en beschrijvingsvirtuositeit verleiden en of hij met enkelen zinnen een avondlandschap dan wel een kamer, een kleederdracht moet weergeven, hij blijft zeer, zeer sober.
Tegenover die soberheid in iederen aparten zin staat zijn bepaalde vernuftigheid en virtuosendom als bouwer van romans. Het komt mij voor dat Wassermann van nature geen makkelijk vormgever was. Zijn eerste werken, ‘Die Juden von Zirndorf’ in het bijzonder, deden dit vermoeden. Hij stelde zich toen tot taak het proza der meesters van de technische zijde bekeken, te bestudeeren: Dickens, Cervantes, Dostojewski. En al oefenend en studeerend en verwerpend en herbeginnend, vond hij in den Caspar Häuserroman de goede, vloeiende vorm. Maar nu ging hij steeds verder, voelde zich heer van iedere verbeeldingssituatie en maakte in zijn ‘Gänsemännchen’ en ‘Christian Wahnschaffe’ de kunstigste constructies. Ware zijn ernst niet zoo groot, zulke boeken zouden inderdaad te veel aan het schaakspel doen denken en de personen aan schaakfiguren die de schrijver naar zijn wil voor- en achteruit kan schuiven. Men diene te weten dat Wassermann ook werkelijk een ijverig en uitstekend schaker zijn moet. Een allereigenaardigste constructie bracht zijn ‘Der Fall Maurizius’, een verhaal dat tegelijkertijd retrogadeert en avanceert, het verleden uitgraaft om in 't heden naar voren te komen.
Toch moet men erkennen dat de constructieve virtuositeit, 't is ook de eenige die dezen ernstigen schrijver kenmerkt, de natuurlijkheid van zijn boeken schaadt. Wassermann's romans gaan ons boeien na zoo ongeveer de eerste vijftig, zestig bladzijden; dit is begrijpelijk omdat deze eerste pagina's eenvoudig de dam- of schaakstukken opstellen en het nog even duren zal voor we door hun onderlinge strijd en verhoudingen gepakt zullen worden.
Ik geloof dat Wassermann als leeraar van den tijd weinig invloed zal hebben. Zedelijken invloed uitoefenen kan alleen hij, die zich één euvel uitkiest en met heel zijn leven dienen wil om dat te verbeteren: sprekend, schrijvend, preekend, schreeuwend. Wanneer Wassermann na zijn Maurizius heel Duitschland en daarna de wereld bereisd had om over de gevangenisschande te spreken, er nog eens en nog eens over had geschreven en er in al zijn boeken op terugkwam, misschien dan... Misschien ook wordt de ethische invloed dien Wassermann had kunnen uitoefenen, nog verminderd doordat hij geen Germaan is en tot een naar zijn bloed vreemd ras