Doorgerookte pijpen
Ilja Ehrenburg, 13 Pfeifen
Malik Verlag, Berlin 1930
In mijn bespreking van Ehrenburg's ‘Leven der Auto's’ heb ik er op gewezen, dat de schrijfwijze van dezen Rus uiterlijke journalistieke elementen bezit, maar tevens, dat dit boek zelf het tegendeel van journalistiek is, omdat het een anti-conventioneele wereldconceptie geeft. De conceptie van den journalist moet steeds georiënteerd zijn aan de conceptie van de helft plus één; dat is die van Ehrenburg in ‘Het Leven der Auto's’ nooit, zij is zelfs niet georiënteerd aan de wereldconceptie van de sovjetistische helft plus één.
In deze dertien verhalen over pijpen schijnt nu de journalist in Ehrenburg ook eens een banaal divertissement te willen zoeken. Zij zijn bijna zonder uitzondering leeg onder de virtuose handen van den auteur uitgekomen. Dezelfde techniek als in ‘Auto's’; maar hier als een trucje, dat meestal niet opgaat. Speelsch zijn de verhalen ook al niet; daarvoor is Ehrenburg te veel propagandist en ook te... sentimenteel. Hij komt daarvoor in zijn laatste story, ‘Die schwarzgerauchte Pfeife’, trouwens zelf uit: ‘Ich selbst bin sehr sentimental, und schäme mich dessen nicht im geringsten. Ich liebe jede Art von Melodrama: Blut und Vergissmeinnicht auf Filmplakaten. Ich weiss, dass die Liebe nicht nur in den eisstarren Augen der Halbgötter, sondern auch in den tränenden Blicken alter Hunden ist, die den nachsten Tritt erwarten.’ De geschiedenis, die dan volgt, is inderdaad bijna wee van quasi-cynisme en schijngevoel...
Vergeefs tracht de schrijver van ‘Die Liebe der Jeanne Ney’ in dezen trant luchtig en fijn te zijn; het mislukt hem, hij is òf banaal, òf zelfs drakerig, òf in zijn gewonen stijl handig cynisch-ironisch. Zijn verzameling pijpen, waarvan hij de biografieën wil geven, heeft hem geen geluk gebracht! De vlotschrijverij van luk-raak beoefent niemand ongestraft! Het beste woord voor zulk werk is: goedkoop, spotgoedkoop. Goedkoop is de confrontatie van een belgischen millionnair met de Kongonegers, goedkoop is de parodie van den engelschen, gevoelloozen lord, goedkoop is het filmverhaal, dat ‘Die Pfeife des Artisten’ heet, spotgoedkoop is werkelijk de liefdeshistorie van den kapitein der ‘Maria’. Hoe goedkoop het wel is, kan den Hollander toevallig blijken uit ‘Die Pfeife des Holländers’, waarin de kaasboer uit de buurt van Alkmaar niet beter gecaricaturiseerd schijnt te kunnen worden dan door hem een nakroost van twaalf uniforme dochters te verleenen,