Rathenau?
Dr. H. Gerversman: Walther Rathenau, de tragedie van den tijd
W.L. & J. Brusse's Uitgeversmij, Rotterdam 1929
Het was mij niet bekend, dat zulke tragedies nog geschreven werden. Zij zien er uit als tragedies; dat is een slecht teeken. Zij zijn - ik heb het bij het lezen van ‘Rathenau’ ervaren - rijk aan die bijzondere figuren, die op het levenstooneel ontbreken, maar op zeker ouderwetsch plankentooneel opschieten als onkruid. Diplomaten met theorieën over menschelijkheid, die op een conferentie biechten stamelen. Huisknechts, die philosopheeren, zonder zich daarbij door hun dienstbetrekking gehinderd te voelen. Lieden, die in het geheel niet tragisch zijn, omdat zij uit een banalen duim zijn gezogen. Het is zeker, dat Rathenau zoo niet geweest is, als dr. Gerversman hem bedenkt. Erger: het is ontoelaatbaar, zulk een Rathenau te bedenken. Voorts is het zeker, dat de ondertitel ‘tragedie van den tijd’ geen zin heeft. Er is geen tragiek en van den tijd bemerkt men niets dan een bloemlezing uit de holste phrasen, die deze onze tijd als een ongelukkige staart achter zich aan sleept. Het stuk van dr. Gerversman is een greep naar het Hoogere, met een hoofdletter. Rathenau is zijn Held, ook met een hoofdletter. Zoo is het waarschijnlijk gekomen, dat zijn Hoogere Held geen voedingssappen van de lagere aarde heeft kunnen bemachtigen, en dat het ons geen oogenblik spijt, dat hij (overigens achter de coulissen) wordt neergeschoten.
Dit werk is zeldzaam rhetorisch en zeldzaam naïef. Het is het werk van iemand, die het best meent met de toekomst onzer wereld, maar