De Geschiedenis van het Huis
door Kees van Bruggen
C.A.J. van Dishoeck, Bussum 1929
Men bouwt een huis. Het komt dagelijks voor. Maar het komt niet dagelijks voor dat Kees van Bruggen een huis bouwt en daarbij de lijdensgeschiedenis van dit plan, van zijn geboorte tot en met zijn verwezenlijking, dit ròekeloos avontuur, navertelt tot leering en vermaak...
Is dit literatuur? Literatuur, zooals wij zwaarwichtige en bezonnen Hollanders dat verstaan? Nee, het is niets meer dan in haar soort voortreffelijke journalistiek.
Kees van Bruggen laat zich hier zien van een zijde, waaraan zijn langdurig verblijf in het buitenland niet vreemd kan zijn. Zijn vlotte pen schrijft de eene geestigheid na de andere en het geheel heeft hier en daar die vluchtige, heimelijk-spottende charme, waarmee de rest der Hollandsche letterkundigen ons al te zelden verwent. Zijn stijl is kort, gescandeerd. Maar scherp, op den màn af. Zijn grillige geest openbaart zich in dit boekje.
Ik geloof dat maar weinig literatoren klaar zouden spelen wat van Bruggen hier presteerde. Men kan tenslotte over ontzettend-gewichtige en ingrijpende zaken een boek schrijven, dat vele honderden bladzijden telt. En lang niet iedereen slaagt erin - ondanks de boeiende elementen van het onderwerp - het geheel leesbaar, - laat ik allèen maar zeggen: leèsbaar - te maken. Maar doe dìt van Bruggen eens na: een boek van welhaast 200 pagina's te compo-