Een glimlachend cynicus
E. du Perron, Nutteloos Verzet
A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht 1929
Als een dag, blinkende van vorst na een kwakkelwinter is E. du Perron met proza en poëzie agressief de litteratuur binnengekomen. Van stonde af aan onderscheidde hij zich door een ongewilde, zij het opzettelijk schijnende toepassing van het anti-poëticon. Die aanvalszucht is meer dan de onvoldragen begeerte, de windmolens van het burgerdom te bestoken. Ze is er nochtans nog niet aan ontgroeid en als zoodanig de keerzijde eener hem kenmerkende, bekorende jeugd. Du Perron staat zijn man en durft dingen te zeggen, die anderer gemakzucht voorbijziet. Hij is een rebel, wiens vermetelheid de veer van zijn persoonlijkheid en schrijverswaarde is. Hij bijt van zich af en als hij ‘het publiek’ beetneemt is dit even nutteloos als barsch. Hij zal wel door die bevliegingen heengroeien en zooals hij zich voorloopig voordoet aanvaarden we hem.
Want hij heeft talent, een natuurtalent, ongelijk, wel sterk, maar voorloopig fijn noch diep. Hij is een persoonlijkheid, wat hem van de verplichting ontheft, ze als uithangbord te voeren. Hij is boordevol zin voor het leven en dit stroomt bij hem zonder ‘helling’, als deze toespeling op den door hem bewonderden Gide geoorloofd is, in de litteratuur over. Hij is schrijver bij de genade van de hevigheid, waarmee hij het leven ondergaat, waarmee zoo min zijn geestelijke en zintuiglijke bedrijvigheid beperkt wordt als het hem bij Marsman's vitalisme inlijft.
Het boekje Nutteloos verzet is voornamelijk een belofte. Van een nog niet gerijpte vrucht heeft het de groene en zekere sappen losmakende wrangheid. Deze vijf verhalen willen erge dingen op een van zelf sprekenden toon beschrijven. Bloederige verhalen zijn meer en met meer talent te boek gesteld. Het is een te gemakkelijk spel, bij een jong auteur naar invloeden te zoeken. Zijn verdienste is, gebruikte zakken met most volgeschonken te hebben zonder zich zelfs aan die uitwasemingen te benevelen. Du Perron stelt er integendeel een eer in, in die verleidingen van moderne contes cruels de zakelijke kroniekschrijver en objectieve rechter van instructie te blijven.
Eer dan immoraliste komt er een amoraliste uit naar voren. Deze amoralist heeft evenmin iets schrikwekkends als de politieman of de reporter, die na de misdaad met onderzoek en verslag belast worden. Ze bedrijven dit eerzame beroep als een ander. Zijn zelf- of