speelt. Wat is dan wèl de oorzaak dat ‘Berlin Alexanderplatz’ den lezer boeit? Het is dan in de eerste plaats de uitstekende, rake beschrijving van het actiecentrum, van het milieu; den Alexanderplatz en diens omgeving, waarin zich de geschiedenis van Biberkopf afspeelt. Een stuk Berlijn met zijn speciale structuur, met zijn vele eigenaardigheden, met zijn lief en leed wordt hier voor onze oogen werkelijkheid. En niet slechts Berlin-Alexanderplatz krijgt in Döblins boek een eigen leven: Berlijn zelf, een tragische, wreede, harde stad, waarin voor zooveel tegenstellingen, voor zooveel verscheidenheid, voor zooveel onrechtvaardigheid plaats is, verrijst voor onze oogen. Nu naderen wij de kern onzer bespreking: Döblin heeft zich niet beperkt tot de geschiedenis van Biberkopf, hij heeft zich niet beperkt tot de milieu-beschrijving van Berlin-Alexanderplatz, noch tot die van Berlijn alleen: Döblin grijpt naar ruimere gebieden. Alles wat er in zijn gezichtskring gebeurt is voor hem belangrijk. Berlin-Alexanderplatz is dan ook geen roman in den gewonen zin des woords; het is een verzameling van persoonlijke opmerkingen, van divagaties, van krantenberichten, reclameopschriften, oeconomische mededeelingen, monologen, lyrische ontboezemingen, interessante tips, metereologische indicaties, politieke berichten en wat al niet meer. Zoo wordt het eigenlijke verhaal telkens onderbroken; telkens gevoelt de schrijver de behoefte zijn verhaal af te breken en te vermelden wat op het tijdstip van onderbreking elders gebeurt. Zoo lezen wij op bladz. 215: ‘In Berlin erschoss damals ein russischer Student, Alex Fränkel, seine Braut, die 22jährige Kunstgewerblerin Vera Kaminskaja, in ihrer Pension. Die Kriminalpolizei wurde alarmiert, die Mord-kommission entsandte Beamte an die Unglückstelle. Alex und Vera wollten heiraten aber die wirtschaftlichen Verhältnisse liessen die eheliche Vereinigung nicht
zu.
Weiterhin sind die Ermittelungen über die Schuldfragen an der Strassenbahn-katastrophe an der Heerstrasse, noch nicht abgeschlossen. Die Vernehmungen der beteiligten Personen und des Führers Redlich werden noch nachgeprüft. Die Gutachten der technischen Sachverständigen stehen noch aus. Erst nach ihrem Eingang wird es möglich sein, an die Prüfung der Frage heran zu treten, ob ein Verschulden des Führers dutch zu spätes Bremsen vorliegt oder ob das Zusammenwirken unglücklicher Zufälle die Katastrophe veranlasste.
An der Börse herrschte stiller Freiverkehr; die Freiverkehrskurse lagen fester im Hinblick auf den eben zur Veröffentlichung gelangenden Reichsbankausweis, der ein sehr günstiges Bild zeigen soll bei einer Abnahme des Notenumlaufs um 400 Millionen und dem des Wechselbestandes um 350 Millionen. Man hörte 18. April gegen