Critisch curiosum
Greshoff in ‘Den Gulden Winckel’ over critische leiding:
‘Ik ben iederen dag weer blij, als ik zie, dat de boel nog heerlijk in de knoop zit. Hoe grooter en veelvuldiger de verwarringen op geestelijk en zedelijk, op economisch en politiek gebied, hoe minder kans op geeuwen de toeschouwers hebben. Men moet alles doen om het vuurtje te stoken en het potje te roeren.’ Eerstdaags kan men dus een litteraire vereeniging van opgeschoten jongens verwachten (‘we gaan voor niemand uit den weg’) voor belletje trekken en ruiten tikken, met in de statuten: de vereeniging stelt zich ten doel de peentjes op te scheppen en het publiek te verachten. Wij wenschen den bond van naïeve anarchisten alle onheil, dat ze maar begeeren!