lezen om de letterkundige waarde: trots zijn lengte, trots bladzijden die gemist konden worden, boeit het tot het einde, en bij herhaalde herlezing verliest het niets, maar wint. Toch zou ongetwijfeld deze lof alléén: een goed geschreven, boeiend boek Arland teleurstellen. Wil men zijn streven goed verstaan, dan zal men moeten teruggaan naar zijn artikel ‘Sur un nouveau mal du siècle’ (N.R. Fr. 1 Febr. 1924) dat ook, besnoeid en aangevuld, te vinden is in het kleine boekje ‘La route obscure’. Wie dit opstel, onmisbaar om Arland's levenshouding en litteratuur-beschouwing te leeren kennen, leest, zal hier theorie vinden van wat Arland practisch in een vol levensbeeld heeft trachten te bereiken. En als men overtuigd is in dezen roman een poging te zullen vinden om te staven: ‘La morale sera donc mon premier souci. Je ne conçois pas de littérature sans éthique’, schrikke men niet. Moraal en tendentieus moraliseeren zijn twee scherp gescheiden dingen.
‘Je ne suis pas bon,’ ‘je n'ai jamais été bon,’ ‘je n'ai même pas été bon pour moi,’ ‘le plus fort c'est qu'à chaque instant je me sentais plein d'amour, plein de passion... pour quelque chose que je n'avais pas. Mais je l'ai cherché, je l'ai vraiment cherché... quelque chose qui était peut-être vous, Renée’ - het zijn eenige uitingen van heldere zelfkennis in het laatste gesprek waarin Gilbert de Renée van vroeger terugvindt. Het oogenblik dat hij - naar het hem voorkomt - in zijn ziekte en gebrokenheid, maar nog opstandig, is komen terugzoeken in het dorp, waar hij met Renée zijn jeugd heeft doorgebracht. En als hij zacht zegt: ‘Renée, douceur du monde’, woorden van elf jaar geleden, de zoetste die hij ooit had gehoord, schreit zij. Een woord, plotseling - op het juiste oogenblik - uit de diepte der ziel te voorschijn springend, kan heller dan ooit een menschenleven aan een ander ontdekken, feller dan ooit zijn goed en kwaad belichten, inniger dan ooit hem doen beminnen. - Op het collège is Gilbert talentvol leerling, door karakter-aanleg en omstandigheden opstandig, droomend van grootheid (‘Tu sais que je n'avais qu'un désir, celui d'atteindre à la grandeur’), egoist, met bruuske uitingen van oprechte genegenheid. Hij is opstandig tegen zijn ouderen halfbroer, Justin die rustig en bewust zijn weg - als medicus en als afgevaardigde - in de wereld zoekt. Tegen Renée. die hem liefheeft, maar aarzelt hem te volgen in zijn onbesuisde plannen en kort na Gilbert's heengaan den ouderen broeder huwt. Te Parijs, waar Gilbert vol illusie komt, valt hij in een clubje van meerendeels cynische jonge journalisten, die lijden aan het ‘mal du siècle’: ‘Ce qui les unissait c'était d'abord le trouble de leur esprit: ils étaient
tous à peu près sans croyances, sans assises, semblables en cela à une grande partie de la jeunesse d'alors.’ Opstandiger en roekeloozer