Eyn corte decleringhe deser spere
(1983)–Anoniem Corte decleringhe deser spere, eyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
GeografieHet is zeer waarschijnlijk dat de wijze waarop de Middeleeuwers hun wereldkaarten tekenden veel bijgedragen heeft tot de tot op heden nog heersende misvatting dat men in de Middeleeuwen dacht dat de aarde een platte schijf was. We moeten echter niet vergeten dat men in die tijd de kunst van de projectie - de techniek om het driedimensionale in twee dimensies weer te geven - nog niet beheerste, zodat de cirkel die de aarde voorstelde zowel een bol als een platte schijf kon representerenGa naar eind1. Wèl zijn er kerkvaders in de Vroege Middeleeuwen geweest die zich uitgesproken hebben tégen de bolvormigheid van de aarde op grond van gegevens uit de Bijbel, zoals Jesaja 40:22 : ‘Hij troont op het gewelf dat de aarde overhuift, Hij, voor wie haar bewoners als sprinkhanen zijn; Hij spreidt de hemelen als een sluier uit, en spant ze als een tent waarin men kan wonen, [...]’. De onduidelijke positie die enkele van deze vroeg-christelijke auteurs innamen ten opzichte van dit vraagstuk heeft vermoedelijk ook bijgedragen tot bovengenoemd vooroordeel. Zo is men het er nu nog niet over eens of Isidorus van Sevilla (560-636) nu wel of niet geloofde in een bolvormige aarde. Gegevens uit zijn invloedrijke werken De natura rerum en Etymologiae worden beurtelings geciteerd als argumenten pro en contraGa naar eind2. Het merendeel van de overgeleverde Middeleeuwse bronnen bewijst echter dat men vanaf de 8e eeuw algemeen aannam, in navolging van de Grieken, dat de aarde de vorm had van een bol. Belangrijke Griekse autoriteiten in dit verband zijn Aristoteles, die het bewijs leverde voor de bolvormigheid van de aarde, en Eratosthenes (3e eeuw v. Chr.), die een nieuwe methode ontwikkelde om de omtrek van de aarde te berekenen (zie Kosmologie, p. 38). De bolvormige aarde bevond zich in het centrum van het universum. In onze tekst wordt aan de lezer duidelijk gemaakt dat de omtrek van de aarde zich verhoudt tot de doorsnede als 22:7 (het getal Pi). Op grond van de gegevens die bekend zijn voor de omtrek van de aarde, kan vervolgens de doorsnede worden uitgerekend. Aangezien de hel zich in het middelpunt van de aarde bevindt (zo ver mogelijk van God vandaan), wordt het nu heel eenvoudig om de afstand van de aarde tot de hel te bepalen (r.173-179). Vanuit het middelpunt van de aarde strekt de hel zich op bepaalde plaatsen zelfs uit tot aan de oppervlakte van de aarde. Dit is met name het geval in de streken die door ex-treme hitte of kou of andere oorzaken ontoegankelijk zijn voor de mens (r.175-187). De beschrijving van de wereld die uit onze tekst naar voren komt vertoont | |
[pagina 48]
| |
de christelijke topografie van een T-kaart (zie Inl. p.10-11). Het oosten bevindt zich bovenaan op de kaart omdat het Aards Paradijs (de bakermat van het menselijk geslacht) daar wordt gesitueerd (Genesis 2:8). Vanuit het oosten begint de auteur ook zijn beschrijving van de landen van de wereld (r.195 e.v.) De centrale ligging van Jeruzalem is overeenkomstig Ezechiël 5:5 : ‘Zo spreekt Jahwe, de Heer: Dit is Jeruzalem: in het midden van de volken had Ik het geplaatst en alle landen er omheen gegroepeerd’. |
|