Eyn corte decleringhe deser spere
(1983)–Anoniem Corte decleringhe deser spere, eyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Verantwoording van de uitgaveDit boekje bevat een uitgave van de tekst uit het handschrift Brussel KB IV 27. Bij het maken van deze editie hadden wij als publiek tweedejaarsstudenten Nederlandse taal- en letterkunde voor ogen: een publiek dat wel enige kennis van het Middelnederlands bezit, maar nog weinig ervaring heeft in het lezen. Vandaar dat wij een kritische tekst hebben gemaakt, volgens de methode die uiteengezet wordt in TruwantenGa naar eind1. Dit betekent dat wij een aantal ingrepen hebben gedaan om de leesbaarheid van de tekst te verhogen. Het gebruik van de u, v, i, j is aangepast aan moderne conventies: waar de w overeenkomt met onze u-klank is uu afgeschreven. De ij en y zijn overgenomen zoals ze in het handschrift staan. De lange en de ronde s zijn beide weergegeven met s, de twee vormen van r beide met r. De tabel op F. 19R en de kalenders op F. 20R tot en met 25 V bevatten vier tekens die niet op de schrijfmachine voorkomen; we hebben ze als volgt weergegeven: :7, :3, :-, :9.Het gebruik van hoofdletters is gemoderniseerd. Een apart geval vormen zonne en maen, deze woorden kunnen zowel als eigennaam als als soortnaam gebruikt worden. Wij hanteerden de regel dat er sprake van een soortnaam was als er een lidwoord voor zonne of maen stond; in dat geval geen hoofdletter. Als er geen lidwoord voor zonne of maen stond, namen we aan dat het woord als eigennaam gebruikt werd en schreven we een hoofletter. Ook de woordscheiding is aangepast: sommige woorden of woorddelen die in het handschrift aaneengeschreven zijn, zijn in de editie gescheiden en omgekeerd. Clitische vormen als thert en hadse, in het handschrift aaneengeschreven, hebben we gehandhaafd. Tevens hebben we moderne interpunctie aangebrachtGa naar eind2. Om de tabel van F. 18V is door ons een kader getrokken. In de editie hebben we de illustraties uit het handschrift nagetekend; van de tekst die een onderdeel vormt van de illustraties is ook een kritisch afschrift gemaakt. De abbreviaturen die in het handschrift voorkomen zijn zeer algemeen; we hebben ze stilzwijgend opgelost. Het handschrift is over het algemeen goed leesbaar; een uitzondering vormen de cijfers en letters in de tweede kolom van het kalenderblad December, die nogal gehavend zijn. Op een aantal plaatsen moesten emendaties worden aangebracht. Een verantwoording hiervan vindt men in de Lijst van emendaties, p.166. | |
[pagina 35]
| |
Bij de tekst is regeltelling aangebracht, waarbij de titels niet meegeteld zijn. Bij de kalenders is geen regeltelling aangebracht, aangezien daar eenvoudig verwezen kan worden door het noemen van de betreffende datum. In het handschrift zijn de titels van de hoofdstukken en nog wat kleinere stukjes tekst in rubriek (rode inkt) geschreven. In de kritische tekst zijn de titels weergegeven in kapitalen. De hoofdstukken Geografie, Ondankbaarheid en Temperamentenleer bevatten subtitels, deze zijn in cursief weergegeven. Alle overige woorden en woorddelen die in het handschrift in rubriek geschreven zijn, zijn in de kritische tekst cursief. Een uitzondering zijn de letters en cijfers in de rotula's op F. 18V. Deze zijn in rubriek, maar konden in de editie niet cursief weergegeven worden, wegens de beperkte mogelijkheden van de typemachine. Het gebruik van paragraaftekens behoeft een aparte verantwoording. Deze tekens hebben in de tekst een andere functie dan in de cisiojanus en de heiligenkalender. In de tekst heeft het paragraafteken twee functies: het structureert de tekst of het verwijst. Paragraaftekens structureren de tekst doordat ze geplaatst zijn aan het begin van een tekstonderdeel, dat een thematische eenheid vormt. Zeer consequent is het paragraafteken gebruikt in opsommingen; zoals bijvoorbeeld in Kosmologie, waarin de hemelsferen een voor een besproken worden. Voor de bespreking van elke sfeer afzonderlijk staat een paragraafteken. Overal waar in het handschrift een paragraafteken met een structurerende functie staat, begint in de kritische tekst een nieuwe alinea. Het is echter niet zo, dat overal waar in de kritische tekst een nieuwe alinea begint, in het handschrift een paragraafteken staat. De verwijzende paragraaftekens komen vooral voor in het stuk over de weersverschijnselen (F.6V, 5-F.8R, 15; in de kritische editie r.261-326). Dit teken geeft aan dat de woorden die achter het paragraafteken staan, gelezen moeten worden achter de regel erboven. Bijvoorbeeld: op F.7R, 25-28 staat: | |
[pagina 36]
| |
Diplomatisch afgeschreven zien deze regels er als volgt uit: soe bevrie set in midden vander locht van couwen winde ende het reghenet Donre. Coempt. als hem enighe sunderlinghe groten ¶steyne wint sleit in enighe wolke. De kritische editie tenslotte wordt: [...] soe bevrieset in midden van der locht van couwen winde ende het reghenet steyne. Door hier een paragraafteken met een verwijzende functie te gebruiken, werd het mogelijk het woord Donre (in rubriek) keurig aan het begin van de regel te plaatsen. De kopiist heeft nog een aantal malen het paragraafteken met een verwijzende functie gebruikt om de namen van weersverschijnselen aan het begin van de regel te kunnen plaatsen. Hij deed dit echter niet altijd: op F.6V en 7R staan enkele namen van weersverschijnselen midden op de regel. In de kritische tekst is dus niet meer zichtbaar waar er paragraaftekens met een verwijzende functie in het handschrift staan: ze zijn opgelost als in het bovenstaande voorbeeld. Het gebruik van het paragraafteken in de cisiojanus is als volgt: in dit tekstgedeelte (F.10V t/m 12R; in de kritische editie r.457-567) zijn er twaalf rijmpjes met daarboven de naam van de maand, waar het rijmpje over gaat. Voor de naam van de maand vindt men acht keer geen en vier keer wel een paragraafteken. Verder staat er voor ieder rijmpje een paragraafteken. Ook hier is in de kritische tekst niet meer zichtbaar waar er in het afschrift een paragraafteken stond. In de heiligenkalender wordt het paragraafteken soms als verwijsteken gebruikt, echter niet consequentGa naar eind3. Bij elke maand staat vermeld in welk teken van de dierenriem de zon staat, bijvoorbeeld F.20R, 12 (11 januari): Die zonne is in den Ghiter. Voor zinnetjes van dit type staat soms geen en soms wel een paragraafteken. In de kritische tekst is niet meer zichtbaar waar er in het handschrift een paragraafteken stond. Bij de tekst zijn woordverklaringen en aantekeningen gemaakt. Bij de woordverklaringen is gestreefd naar een zo woordelijk mogelijke vertaling (tussen enkele aanhalingstekens), indien nodig vergezeld van een vrije vertaling. Voor bijbelcitaten is gebruik gemaakt van de Willibrord-vertaling, om- | |
[pagina 37]
| |
dat deze teruggaat op de Vulgaat (de Latijnse Bijbelvertaling die in de Middeleeuwen gebruikt werd). |
|