Eyn corte decleringhe deser spere
(1983)–Anoniem Corte decleringhe deser spere, eyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |||||||
IV ApologieNu moeten we nog een antwoord vinden op een laatste, maar zeer belangrijke vraag: waarom zouden wij, als neerlandici-mediaevisten, ons met artesliteratuur bezighouden? Heeft de letterkunde-in-engere-zin, en met name die welke Knuvelder ‘de schone schepping der vrije verbeelding’ placht te noemen, ons niet veel meer te bieden? Wij denken van niet. Behalve dat onderzoek van artes-teksten ons op zichzelf waardevolle en inzichtvergrotende informatie verschaft, denken we dat juist bij de interpretatie van die ‘schone schepping’ kennis van deze teksten een onmisbare bijdrage kan leveren, al was het maar ter relativering van de ‘vrije verbeelding’. | |||||||
1. Artes-teksten als bron voor cultuurhistorische informatieWij denken dat het bestuderen van artes-teksten ons een beter inzicht kan verschaffen in de leef- en belevingswereld van middeleeuwers. Deze teksten brengen ons in veel nauwer contact met de werkelijkheid-van-alledag dan bijvoorbeeld ridderromans. Interpretatieproblemen zijn er eigenlijk alleen op taalkundig niveau: door het utilitaire, instructieve karakter van de teksten mogen we aannemen dat de inhoud ‘naar de letter’ als ‘waar’ bedoeld kan worden opgevat. Deze kennis kan weer bijdragen tot meer begrip en respect voor de periode waarmee we ons bezighouden, en ons bevrijden uit nog steeds zeer verbreide vooroordelen over de Middeleeuwen als een bij uitstek en spreekwoordelijk achterlijke en barbaarse periode. Zij stelt ons in staat, de continuïteit èn de veranderingen te ervaren in de manier waarop mensen de hen omringende wereld waarnemen, beleven en ordenen. Daardoor leren we enerzijds dat wat nu voor ‘waarheid’ doorgaat te relativeren, maar anderzijds, door inzicht in het unieke van elke fase, onze eigen rol als ‘kinderen van onze tijd’ te aanvaarden en te waarderen. | |||||||
2. Artes-teksten en de interpretatie van fictionele tekstenWij denken dat de hierboven genoemde ‘attitude-vormende’ aspecten van de artes-studie ook voor het bestuderen van fictionele teksten uit de Middeleeuwen een zeer vruchtbare voedingsbodem kunnen verschaffen; begrip, respect en bescheidenheid lijken ons onmisbaar. Maar ook in veel concretere gevallen kan kennis van de artes-literatuur een belangrijke bijdrage leveren tot de interpretatie van fictionele teksten. In de eerste plaats | |||||||
[pagina 29]
| |||||||
is kennis van de wetenschappelijke en populair-wetenschappelijke opvattingen van de Middeleeuwen noodzakelijk om referenties aan die opvattingen in een fictionele tekst te kunnen herkennen. Bij de interpretatie van die tekst kan dat van groot belang zijn. Maar we denken ook, dat de optimale relatie tussen de studie van artes- en die van fictionele teksten een wederzijdse is. De werkelijkheidsvisie die een tekst geeft, wordt weliswaar voor een belangrijk deel bepaald door het karakter en doel van die tekst, maar toch wortelen beide soorten teksten in een voor een groot deel gelijk wereldbeeld. Van dat wereldbeeld geven ze dan een verschillende benadering: uit de artes-teksten kunnen we leren, hoe de werkelijkheid waargenomen, geordend en verklaard werd; uit fictionele teksten en bijvoorbeeld ook uit de lyriek kunnen we soms iets ervaren van hoe het voelt om met die werkelijkheidsvisie te leven. Deze meer cognitieve - uit de artes-teksten - en meer affectieve - uit de ‘schone letteren’ - aspecten samen geven een veel vollediger beeld dan elk afzonderlijk. Ter illustratie noemen we nu wat voorbeelden, die alle met astrologie te maken hebben. Dat is een gebied dat zich daar erg goed toe leent, doordat de status van de astrologie, die zo nauw verbonden is met het beeld van de kosmos, in onze tijd enorm verschilt van die in de Middeleeuwen. Bevooroordeeld als we zijn, lopen we een groot risico om teksten waarin astrologische elementen voorkomen, verkeerd te beoordelen. Kalffs oordeel over de Spiegel der minnen van Colijn van RijsseleGa naar eind37 is nogal vernietigend. Hij vindt het bijvoorbeeld belachelijk, dat in een realistisch bedoeld stuk dat hier te lande speelt klassieke goden voorkomenGa naar eind38. Blijkbaar heeft hij de planeten Saturnus, Phoebus en Venus, die in het stuk optreden, niet als de belichaming van bepaalde astrologische invloeden herkend. De latere uitgeefster van de tekst, M.W. Immink, heeft dit wel ingezien, maar hecht daar nauwelijks belang aan; volgens haar treden de planeten vooral op voor de versieringGa naar eind39. Wanneer we de tekst echter lezen met enige kennis van de middeleeuwse astrologie, zien we dat de planeten een sleutelrol spelen bij de karaktertekening van de hoofdfiguren en de motivering van de handeling. Zonder die kennis ontgaat ons dat, waardoor we een van de vele voortreffelijkheden van dit stuk geheel ten onrechte als een schoonheidsfout zouden kunnen beoordelenGa naar eind40. Voor anderstalige literatuur is op dit gebied al veel werk verzet. | |||||||
[pagina 30]
| |||||||
Zo hebben gedetailleerde studies van het werk van Chaucer aangetoond, dat hij een zeer grondige kennis van astronomie en astrologie bezat, en die in zijn werken ook veelvuldig toepaste. Het karakter van de Vrouw uit Bath bijvoorbeeld motiveert hij door een krachtige, tegenstrijdige invloed van de planeten Mars en Venus in de constellatie waaronder zij geboren is. De stof voor The Complaint of Mars, een gedicht dat op het eerste oog mythologisch lijkt, ontleende Chaucer aan de wisselende posities van de planeten tussen 12 april 1385 en 14 februari 1386Ga naar eind41. Aan deze voorbeelden kunnen er, alleen al uit Chaucers werk, nog tientallen worden toegevoegd. | |||||||
3. Historisch-taalkundige argumenten voor onderzoek naar artes-tekstenGa naar eind42Artes-teksten bieden
Tenslotte dit. We hebben een aantal argumenten aangehaald voor het bestuderen van artes-literatuur. Ongetwijfeld zijn er talloze onderzoeksgebieden waarvoor evenveel argumenten te vinden zijn. De keuze van een bepaald onderzoeksgebied wordt echter gelukkig niet alleen bepaald door rationele argumenten. Wij vinden een tekst als Eyn corte decleringhe leuk, boeiend en aantrekkelijk. ‘Smaak, vermaak en liefde heeft ieder op zijn eigen wijs’ luidt een spreekwoord; voor elke deelnemer aan onze werkgroep geldt, dat toch tenminste één van deze drie ons tot de artes-teksten trekt. Ook hier blijkt weer dat het cognitieve en het affectieve niet zonder elkaar kunnen, willen we ooit tot enig bruikbaar inzicht komen. |
|