nadenken over het minder verwarmen van je huis (want waarom doet men dat ook weer) en over het aantrekken van een wollen trui (wol? Trui?). Toen kwam de isolatie van de zolder ter sprake (waar zit dat in een huis?), en dat je de kelder kunt gebruiken om etenswaren koel te houden. En de studenten hoorden dat ze 20 euro konden besparen op de waterrekening als ze korter of samen gingen douchen. U begrijpt het: hilariteit, maar vooral onbegrip alom.
Het is eveneens al aangehaald tijdens deze conferentie: We groeien zo langzamerhand naar een meerderheid NT2- en NVT-sprekers binnen het Nederlands. Wordt het misschien eens tijd om enkele vereenvoudigingen door te voeren in de taal om het deze groepen iets gemakkelijker te maken?
Dus nu ik u toch spreek, meneer Bennis, ik heb ik nog wat verzoekjes van onze studenten. Met een grote meerderheid van stemmen hebben mijn studenten me gevraagd u te verzoeken om het onzijdig lidwoord te schrappen, want waarom is het ‘het bedrijf’ en ‘de onderneming’, terwijl het toch dezelfde dingen zijn? En waarom is het de opdracht en het rapport, terwijl ‘dit opdracht’ net zo goed klinkt als ‘dit rapport’?
En wat te denken van die apostrof bij meervoudsvorming van zelfstandig naamwoorden, eindigend op een klinker? Logisch, totdat die klinker een Y is. Dan moet je ook kijken naar de letter die ervoor staat. Als dat een medeklinker is, zoals bij baby, dan wordt het baby's. Maar als het een klinker is, zoals in essay, dan wordt het essays, zonder apostrof.
En als u dan toch bezig bent, kan dan ook die verwarrende regel over de toevoeging van een ‘e’ aan het bijvoeglijk naamwoord veranderd worden? Want wat is er nou logisch aan een mooi huis, als het anders altijd het mooie huis is, het groene gras en de logische taalopbouw? Dat is eigenlijk ook een verzoekje van mij, meneer Bennis, want ik krijg het mijn studenten nauwelijks uitgelegd.
Ik wacht ondertussen op de komst van een chip waarmee we de in onze onderarm ingebouwde pc kunnen programmeren in welke taal we denken en/of spreken...
Die, als we een ‘anderstalige’ ontmoeten ons niet alleen in staat stelt om elkaars taal te spreken maar die ons ook in staat stelt om ons daadwerkelijk te verplaatsen in de ander. Om zijn culturele paradigma tijdelijk te kopiëren en zo werkelijke communicatie tot stand te brengen. Met twee tikjes achter ons linkeroor wordt onze cortex en frontaalkwab tijdelijk ‘gereset’ naar de taal en