3. Nederlandse literatuur op de Caribische archipel
Door Yves T'Sjoen (Universiteit Gent)
Eric Mijts (Universiteit van Aruba)
Dezer dagen had aan de Universiteit van Aruba de interdisciplinaire, inmiddels transnationaal opgevatte conferentie Cross-over plaats. Het letterkundig neerlandistiekcongres heeft na passages in de Lage Landen (Amsterdam, Leuven, Leiden en Gent) en in 2015 aan de Adam Mickiewicz Universiteit van PoznaĆ een plaats gevonden in Caribisch gebied. In Oranjestad zijn de banden gesmeed met CARAN (Caribische Associatie voor de Neerlandistiek). De dubbelconferentie waar de intra- en extramurale neerlandistiek elkaar treft, richt zich op de Nederlandse taal- en letterkunde in en van het Caribisch gebied.
In de overzeese gebieden, in het bijzonder de Benedenwindse eilanden (Aruba en de voormalige Nederlandse Antillen als deel van het Koninkrijk der Nederlanden), heeft in koloniale en postkoloniale tijden het Nederlands een rol van betekenis gespeeld en doet dat in veel mindere mate vandaag nog steeds. De literaturen in Engels, Spaans en vooral Papiaments zijn in het Caribische gebied evenzeer vertegenwoordigd als de Nederlandse literatuur. Toch neemt in de ABC-eilanden het Nederlands (nog steeds) een belangrijke positie in en bestaat een ruime literaire productie die op enkele uitzonderingen na nauwelijks bekend is in de Lage Landen. De Engelse en Papiamentse Caribische literatuur is helemaal onbekend. Al in 2002 opperde Wim Rutgers in Europa buitengaats. Koloniale en postkoloniale literaturen in Europese talen (red. Theo D'haen) dat een ‘vergelijkende studie van de taal en de literatuur van enerzijds Suriname, anderzijds de zes Antilliaanse eilanden en de rol daarbij van Nederland als kolonisator’ dringend moet worden ondernomen.