CARAN-conferentiebundel 1. Conferentie Neerlandistiek in het Caribisch Gebied 2011. Symposium Nederlands als Vreemde Taal in het Onderwijs 2008
(2012)– [tijdschrift] CARAN-conferentiebundel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |||||||||
Inktaap een monster?
| |||||||||
[pagina 43]
| |||||||||
literaire canon ook gaande.Ga naar voetnoot2 Maar de jeugd moet ook niet opgezadeld worden met een canon die de leeslust niet bevordert.Ga naar voetnoot3
Het lijkt alsof De Taalunie ook vraagtekens zet bij haar eigen concept. In 2010 werd de Dioraphte Jongeren Literatuur Prijs (voorheen Grote Jongerenliteratuur Prijs, GJP) ingesteld, een jaarlijks toegekende Vlaams-Nederlandse literaire prijs voor het beste boek dat bijzonder goed aansluit bij de belevingswereld van jongeren van 15-25 jaar. In 2011 wordt naast de twee vakjuryprijzen (voor het beste Nederlandstalige boek en het beste vertaalde boek) ook een publieksprijs toegekend door jongeren zelf. CJP organiseerde in dit kader een online stemcampagne.Ga naar voetnoot4 De Taalunie ondersteunt dit project, het prijzengeld bedraagt € 45 000,-.
Uit de instelling van deze prijs proef ik een veranderende houding ten opzichte van wat jongeren zouden kunnen lezen. Natuurlijk is Inktaap interessant: het boekbedrijf draagt de nominaties voor en er is een extra verkoop aan gekoppeld. Er worden boeken naar Suriname en Curaçao gestuurd. Van Dioraphte hebben we nog niets vernomen. Terwijl de leeservaringssituatie in Suriname toch ook meegnomen zou moeten worden. Wij zitten met onervaren lezers. Bij haar inleiding tijdens het slotdebat van Inktaap 2011 zei Helen Chang, representante van de Taalunie al, dat ze elk jaar het enthousiasme bewondert waarmee de leerlingen het debat aangaan, en dit ondanks de steeds terugkerende klacht dat de boeken saai zijn en moeilijk door te komen. Ook de studenten ventileerden deze visie, en wat duidelijk bleek uit de antwoorden op de gestelde vragen was, dat het boek waarin ze het meest van hun eigen leven herkenden, ook het meest populair was. De uiteindelijke winnaar werd ‘Kleine dagen’ van Dewulf. Hij beschrijft hierin minutieus het opgroeien van zijn kleine kinderen, van dag tot dag. De Surinaamse studenten waren vooral erg te spreken over de liefdevolle blik waarmee de vader de kinderen observeerde. In het debat kwamen dan ook de Surinaamse liefdevolle vaders naar voren, maar ook de afwezige vaders, of zelf vaders met wie zelfs een enkele ontmoeting nooit had plaatsgevonden. Er werden aangrijpende statements gemaakt. Het bleek voor sommige leerlingen een | |||||||||
[pagina 44]
| |||||||||
opgave om een gefingeerde boodschap via sms te sturen naar hun vader. Het werden toch vaak lange verhalen. Maar uiteindelijk vinden de studenten toch wel een motivatie om het ‘beste’ boek te kiezen. En daar verdienen ze inderdaad een compliment voor.
Waar het in de boeken van het inktaapproject aan schort is een identificatiemogelijkheid voor onze leerlingen.Ga naar voetnoot5 Dat bleek in 2010, toen ‘Alleen maar nette mensen’ van Robert Vuistje als overdonderende winnaar hier uit de bus kwam (en overigens ook in België en Nederland uitgekozen werd als beste boek.) In deze roman speelden Surinaamse vrouwen (weliswaar uit de Bijlmer) een prominente rol. Laten we eens even kijken naar de andere doelen die de organisatoren voor dit leesfestijn hebben gesteld:
In de literatuurlessen en tijdens het slotdebat komt c wel aan de orde als een constant leerproces. Wat punt e betreft: de meeste scholen hier hebben geen goede internetverbinding en het tijdsverschil tussen Suriname en Nederland speelt ook een belemmerende rol. Echte discussie over de boeken via dit medium komt dus niet of heel moeizaam tot stand. Maar een groter probleem zijn punt b en c. Hoe kun je de smaakontwikkeling van de leerlingen stimuleren als de thematiek van de boeken in het geheel niet aansluit bij de belevingswereld van onze studenten. En als ze over het algemeen de mening delen dat de boeken saai en vervelend zijn, kun je er donder op zeggen dat dit ook het leesplezier niet stimuleert. Dit jaar is voor het eerst het inktaapproject ook uitgevoerd op Curaçao. En daar speelde het zelfde probleem. Zelf geeft De Taalunie aan de kritisch reflectieve waarde van literatuur erg belangrijk te vinden.Ga naar voetnoot6 Leeservaring bepaalt wel de mate waarin je kunt bespiegelen. | |||||||||
[pagina 45]
| |||||||||
Usha Balesar heeft een klein verslag gemaakt over hoe literatuuronderwijs op het Surinaams Pedagogisch Instituut anno 2011 in zijn werk gaat.Ga naar voetnoot7 Surinaamse literatuur is bijzonder populair bij de Surinaamse studenten. Literatuur wordt op een heel levendige manier verzorgd op het SPI. In het eerste leerjaar op het SPI houden de studenten een expositie over een Surinaamse schrijver. Er wordt van alles over de schrijver of dichter uitgezocht. De klas wordt helemaal versierd en de studenten komen met boeken. gedichten. foto's en artikelen over hun schrijver. Ze worden gestimuleerd om zo creatief mogelijk te zijn. Waarom een Surinaamse schrijver en niet van een ander gebied? Het is ook gebleken dat vele studenten niet weten wie onze schrijvers zijn en op deze manier worden ze dan geïntroduceerd in onze Surinaamse schrijverswereld. Verder is het voor de student ook interessant om een schrijver zelf te interviewen. wat bij een buitenlandse schrijver veel gecompliceerder is. Bij de expositie stelt de docent samen met de rest van de medestudenten het publiek voor. De ervaring is wel dat meestal wordt gekozen voor een roman uit de derde wereld. Erg populair op het SPI zijn: De Bruine zeemeermin van Annel de Noré. De koningin van Paramaribo van Clark Accord en Dubbelspel van Frank Martinus Arion. Voornamelijk jonge vrouwen op de opleiding; dus boeken over liefde en vrouwen zijn in: dicht bij je eigen hart. Leesbevordering loopt via herkenning van je eigen wereld, en als je al veel leeservaring hebt opgedaan, kun je je in andere werelden verplaatsen. Een Surinaams verhaal over Anansi zegt onze kinderen toch meer dan het sprookje over het meisje met de zwavelstokjes in de winterkou.Ga naar voetnoot8
In Suriname zijn wel degelijk ook leesbevorderingsactiviteiten uitgevoerd. hetzij op veel kleinere schaal dan in Nederland. De Bibliotheekbus kwam voor de onafhankelijkheid op vele plaatsen en droeg zorg voor bereikbaarheid van boeken. Op Meerzorg bijvoorbeeld kwam in de periode 1954 tot 1975 de bus en zo konden kinderen op een vaste dagen in en om Paramaribo boeken lenen. Ook waren er bibliotheekdependances in diverse wijken. Helaas was de rol van de Sticusa, die dit project beheerde, na 1975 uitgespeeld.Ga naar voetnoot9 Van Kempen publiceerde in de Oso van mei 2004 een onderzoek naar leesgedrag op het Havo, uitgevoerd in 1985. Van de Surinaamse boeken werd toen Sarnami hai van Bea Vianen het meest gelezen (63,1 %). Inmiddels bleek dat beeld in 1997 veranderd, en was jarenlang na publicatie Hoe duur was de suiker van Cynthia McLeod uit 1987 het meest populaire boek.Ga naar voetnoot10 | |||||||||
[pagina 46]
| |||||||||
De laatste tiental jaren zijn er een aantal leesbevorderingsactiviteiten op gang gekomen, maar die gelden voornamelijk voor de lagere scholen.Ga naar voetnoot11 Denk maar aan het zeer succesvolle, ook door Surinaamse bedrijven ondersteunde Kinderboekenfestival, dat inmiddels niet alleen meer in Paramaribo wordt georganiseerd, maar ook in de districten. Er is in 1997 een literatuurmethode, ‘Fa yu e tron leisibakru’, ontwikkeld voor het VOS, waar de intentie om leesplezier te bevorderen van afspat.Ga naar voetnoot12 Voor de groep daartussen is er echter niets. Op de mulo-scholen zijn er vrijwel geen activiteiten op dit gebied. Er wordt wel gelezen, maar dat wat de juf ook -in een ver verleden- onder ogen heeft gehad. Op dit moment zijn enkele mobstudenten bezig om een selectie van teksten van Surinaamse auteurs te maken en daar aantrekkelijke didactische werkvormen bij te ontwikkelen. Daar kunnen enkele literaire termen ingevouwen worden, zodat de mulostudent beter voorbereid is op het lezen voor de lijst in het vos.
Natuurlijk is een van de kenmerken van literatuur dat je andere werelden kunt leren kennen. Maar wat als je je eigen wereld niet eens kent? De diversiteit aan culturele achtergronden en talen bij de verschillende etnische groepen stellen ons voor de uitdaging om binnen het proces van saamhorigheid in de gemeenschap begrip voor elkaar en kennis van elkaars achtergronden aan te kweken. Als je dat niet kan in je eigen land, hoe zal dat dan gaan in de globaliserende wereld?
De Taalunie heeft Christa Weyers van Curaçao en Helen Chang van Suriname gevraagd of ze meer uitwisselingsmogelijkheden zagen tussen Suriname en Curaçao. Op de vraag van Christa of er op de lege plaats in de Inktaapselectie voor 2012 een ander boek gekozen kon worden, is afwijzend gereageerd.Ga naar voetnoot13
Op het programma voor Inktaap 2012: De maagd Marino van Yves Petry voor de Libris Literatuur Prijs, voor de 2010 Ako werd het Congo van David van Reybroek. En de Gouden Uil is niet uitgereikt.
Ik denk dat het van wezenlijk belang is dat er een bijdrage komt vanuit het Caribische gebied. Suriname is geassocieerd lid, dit betekent dat het land deels meebetaald, en daarvoor kan kiezen uit een aantal activiteiten die ook zinnig zijn voor ons. Er worden heel wat projecten uitgevoerd waar Suriname geen belang bij heeft. Maar Suriname mag dus meedoen. Wat de rol van de Taalunie op Curaçao is, is ons in Suriname vooralsnog niet duidelijk. Maar, zoals De Taalunie reeds suggereerde, kunnen wij een dialoog op gang brengen over de zaken die ons regarderen. Zoals de discussie over ‘Inktaap’ Zowel op Curaçao als in Suriname is er veel gezegd over de keuze van 2011. In Suriname speelt deze discussie al veel langer. | |||||||||
[pagina 47]
| |||||||||
Aan het einde van het slotdebat in Paramaribo is dan ook de vraag aan de studenten gesteld hoe we dit leesproject interessanter zouden kunnen maken. Unaniem waren ze van oordeel dat er een boek toegevoegd zou moeten worden van een (vertaalde) wereldschrijver die ónze wereld begrijpt en beschrijft. zodat we van dat boek kunnen genieten en kunnen motiveren waarom die literatuur voor ons belangrijk is.
Daarom is in dit kader de roman Kuis van Rihana Jamaludin tegen gereduceerde prijs naar Suriname gebracht en verspreid over de 11 scholen die voor 2012 meedoen.Ga naar voetnoot14 In deze roman maakt een edelsmid van Hindostaanse achtergrond een gouden kuisheidsgordel voor de mooie half Turkse Ashmana, in opdracht van haar toekomstige echtgenoot. Ramesh wordt verliefd op haar, en dit krijgt natuurlijk een staartje. Ook Curaçao heeft dit idee overgenomen en zal een aantal exemplaren inzetten. In de komende periode zal dit boek bij ons gelezen worden door de studenten, en bediscussieerd worden en afgezet tegen de andere drie boeken. Congo zal door de studenten als problematisch ervaren worden, te dik, te geschiedenis.
Ik hoop dan ook dat tijdens deze conferentie een discussie op gang zal komen over de noodzaak om binnen het Inktaapconcept een mogelijkheid te creëren om een Caribische bijdrage te leveren. Clark Accord met zijn postume roman Plantage Lankmoedigheid, over de zoektocht van een man uit Nederland die na jaren terugkeert naar Suriname op zoek naar zijn identiteit. Of Het gym van Karin Amatmoekrim. het gevecht om het bestaan van een meisje met Javaanse achtergrond op een ‘kak’school in een grote Nederlandse stad. Ik citeer Amatmoekrim: ‘Hoe meer buitenlanders er kwamen wonen, hoe meer boerenbont er voor de andere ramen werd uitgestald. En zo was er dan een soort van evenwicht.’ Dit zou vice versa moeten gelden.
In de verrechtsende Nederlandse samenleving kunnen boeken uit de tropen een middel zijn om een brug te slaan tussen verschillende culturen die de middelbare scholen bevolken. Want ook daar blijkt steeds minder begrip voor ‘het vreemde’. De Taalunie staat in deze voor een uitdaging en kan een belangrijke, niet te onderschatten rol spelen in deze begripsvorming.
Nee, ik moet niet overhaasten. Na ‘Kuis’ van een Surinaamse auteur is nu Curaçao aan zet.
Laat de inktaap niet een dier van het koude noordelijke blijven, laat hem neerdalen naar het zuiden, waar ook zijn creator Borges vandaan kwam. |
|