Kader Abdolah op Aruba ‘Honderd bijzondere romans die nog niet zijn geschreven’
Sharina Henriquez: verslag openingslezing in de Arubaanse krant Amigoe
‘Salam Aruba uit de bodem van mijn hart.’ ‘Ik hoor een haan en dat is onze haan. Die honden, dat zijn mijn honden. Aruba betekent voor mij dat ik me thuis voel.’ ‘Ik ben op veel universiteiten geweest, maar deze is de mooiste, het is hier dromerig.’
Met zulke complimenten was het moeilijk voor de zaal gisteren in aula van de Universiteit van Aruba (UA) om niet door de bekende Perzisch-Nederlandse schrijver Kader Abdolah ingenomen te worden. Het was niet de (enige) reden waarom toehoorders na afloop zeiden dat het kippenvel hen op de armen stond. De lezing van Abdolah - spontaan uit zijn hoofd - gaf inspiratie aan zelfs de slechts sprekende Arubaan om in het Nederlands een roman te gaan schrijven. Hoe complimenteus de schrijver ook aan het begin, aan het einde verweet hij Aruba zijn werk niet te hebben gedaan. Niet in de literatuur en ‘al helemaal niet in de poëzie’, zegt Abdolah ongegeneerd. Maar de ‘Arubaan’, wel bekend om zijn soms al te lange tenen, reageerde gisteren in de zaal niet ontdaan. In tegenstelling, Abdolah had iedereen zo voor zich gewonnen met zijn levensverhaal en strijd om het Nederlands machtig te worden, dat hij ook nog eens kon zeggen: ‘Aruba, ik weet dat hier veel dingen zijn mis gegaan. Daar ga ik mij niet mee bemoeien. Maar wie klaagt, is een loser. Wie blijft hangen, is niets waard. Nederland heeft heel veel gedaan, maar wat heb jij gedaan?’
Amper twee dagen rond te hebben gelopen en zijn conclusie is dat er op Aruba wel ‘honderd bijzondere romans die niet geschreven zijn’, zijn. ‘Het is een goudmijn van literatuur. Wie moet anders de prijs en verdriet van jullie voorvaderen verwerken. Dat kan door de literatuur. Wie zegt dat je daarvoor zo goed in het Nederland voor moet zijn? De professoren in Amsterdam? Die kunnen niet zo'n roman schrijven.’ Abdolah zegt dat hij hier dus pijn ziet. Na zijn lezing licht hij dat toe: ‘Als je wandelt, en kijkt, dan voel je die pijn en oud verdriet. Vooral als schrijver, je bent toch iets scherper en gevoeliger dan een toerist, dan voel je die beperking, die opgeslotenheid en dat kon ik tijdens mijn lezing hier uiten.’
Met die oude pijn kan Aruba dus meer literatuur maken, vindt hij. ‘Om van die zure druiven, lekkere wijn te maken.’ En wat Abdolah vooral gisteren aan de zaal duidelijk maakte, is dat iedereen dat kan doen. Want iedereen kan alles doen als die dat wilt. Het was de rode draad waarmee hij zijn lezing begon, met zijn levensverhaal, als kleine jongen in een ‘godvergeten’ stad in de bergen van Iran met twee dromen: een groot, Perzische schrijver worden of president. En terwijl hij verdrietig langs de boulevard liep van dat ‘godvergeten’ stadje, herinnerde hij een oud-Perzische gezegde: ‘Jongen, waar je ook aan denkt, wordt gerealiseerd.’ Het was een ontroerend levensverhaal en lachen geblazen. Herkenbaar voor lezers van zijn inmiddels zestien boeken, maar uniek op de manier hoe Abdolah het gisteren voordroeg.