Zeeuwse knopjes-oorbellen en bijpassende broche, kleine geldstukken en enkele andere sieraden.
Toen ik in de kamer was, ging mijn begeerte dan ook direct weer uit naar het bezit van die kip met inhoud en ik dreinde net zo lang het ding ook mee te nemen tot mijn zusters het deden. Natuurlijk mocht ik het niet houden, waar ik verschrikkelijk boos om was.
Mijn tante had haast gehuild toen ze het beest terug zag, want ze was er zeer aan gehecht.
Ik voel me dan ook heel tevreden die kip daar te zien.
‘Wil je koffie, Riky’, vraagt mijn tante en scharrelt al moeilijk bukkend in een kastje om een kopje te pakken.
We drinken koffie en eten een koekje. Steeds als het gesprek verkeerd dreigt te gaan, praat ik maar snel over de televisie die ze heeft, over de kat die rondloopt. Ik geef haar geen kans. Waar ben ik bang voor?
Dan klingelt de bel weer.
‘Daar is de dokter’, zegt mijn tante ‘die zou komen’.
Ze gaat hem een eindje tegemoet.
‘Dag dokter’, zegt ze met het ontzag voor zijn dokter-zijn.
‘Zo’, zegt hij en kijkt me vol aan ‘dat doet tante meer goed, dan mìjn bezoek aan haar.
Hij houdt meteen haar pols vast.
Dan komen de kleine klachten over moeilijk in slaap vallen, opgezette voeten, suizingen in de oren en vermoeidheid.
‘Ja, wat wilt U nou toch’, zegt de dokter heel opgewekt ‘u bent 84 jaar’.
‘Ja’, lacht ze terug ‘ik ben geen jonge blom van 18 meer’ en dan plotseling huilt ze toch zachtjes, de tranen lopen snel langs haar neus in haar mondhoek.
Ze jammert zachtjes ‘waarom leef ik nog steeds: mijn brave kinderen, mijn Duifje en mijn Bernard en nu twee jaar terug mijn lieve man’.
‘Dat is het leven’, zegt de dokter maar. Wat moet hij anders zeggen?
‘Wat hebben die brave kinderen van mij dan gedaan, dokter’, wil mijn tante weten.
‘Ja’, zegt de dokter ‘we weten allemaal dat het waanzin was’. En we praten haar toe, dat ze zo flink is, dat ze nog zo gezond is, dat ze er goed uitziet, dat haar huis zo helder is!
Als de dokter weg is gaat ze ineens gezellig vertellen. ‘Laatst kwam hier een