Contour. Jaargang 1(1964-1965)– [tijdschrift] Contour– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] [Jan Willem Overeem] In memoriam nog even en vol sluiers en doem verjagen voor lang weer de donkere maanden de stekende zon verleden jaar ruisten de straten geheimzinnig van mist en van zingen voorvoeld als een aanval van sneeuw ik heb het niet begrepen de kou kwam onverhoeds tussen de herfst en de winter ben jij uit de bossen verdwenen voorgoed van de pleinen verdwaald waar zwart de lanen glanzen overal liep ik met jou Jan Willem Overeem [pagina 47] [p. 47] Hoe snel groeit alles over hoe snel groeit alles over en door de doden roeren zich niet hun betogen blijft de stilte beneden de hemel geen zorgen: geen verklaring achter vogels liefdesstemmen geen raadsels in gekleurde regen de doden zijn ontegenschrijfelijk dood zand is om gedachtenloos mee te spelen en mijn programma van lucht verschilt een stilstaand hart zou ik dan niet gretig verder leven? Jan Willem Overeem Zo wij afdoende minden zo wij afdoende minden zou veel ongeschreven zijn elk woord dat nu vooruit gaat voorspelt de nederlaag dromen wantrouw ik klagen is heulen met sterven alleen twee vuren die samen vergaan zijn aannemelijk omdat wij zonder vlammen koud hout zijn en niet meer Jan Willem Overeem Vorige Volgende