| |
| |
| |
Een Franse comedie
Het begint te schemeren. De gezichten worden vaag en de korte zinnen, die nu de een dan de ander spreekt, lijken vreemd en nutteloos en zonder betekenis. Vreemd en nutteloos en ik geloof niet aan het noodlot. Hij zegt een gravin. Men moet niet vragen. Een vleermuis vliegt laag over het terras. Mijn eerste succes. Het is wat koel. Vergeten. Iemand strijkt een lucifer af. Men wordt oud. Vrouwen. Daar is de avondster. De stilten worden langer en dieper en moeilijker te doorbreken. De marsch, die een der gasten met zijn nagels op de stoelleuning tikt, houdt plotseling op. Men wordt oud. Ergens in de verte dendert een trein voorbij.
Dan spreekt Niels Hartman en zo onverwacht dat allen er van schrikken. Een merkwaardige situatie. Het wordt een verhaal een van zijn verhalen ja een van zijn vele verhalen. Fijne kerel Hartman ja een tikje verwaand ja maar dat zijn wij allemaal. Een tikje slaperig en de punt van mijn sigaar is een raam waar laat nog licht brandt, vrouwen en warmte. Zijn stem is laag en eentonig, wat lusteloos ook. Zelfs hij. Men kan geen toneeleffecten maken. Een fijne kerel. Een merkwaardige situatie. Iemand kucht. Een stoel verschuift.
Het is niet zo lang geleden, misschien tien jaar zodat ik het mij nog goed kan herinneren. Alleen een paar details zijn mij ontglipt. Hun namen bijvoorbeeld, die weet ik niet meer. Maar ik weet nog wel de namen die zij in het stuk hadden en wat doen hun echte namen er toe. Zij heette Bella en hij Albert. Twee jonge mensen pas getrouwd en wanneer zij elkaar aankeken, glimlachten zij tegelijkertijd alsof iemand iets heel grappigs had gezegd. Nee dat is het niet het is iets anders, maar het is ontzettend moeilijk. Ik heb die glimlach vaak gezien in de tram en op straat en overal heb ik hem gezien en ik ben altijd bang geweest. Het is zo moeilijk te begrijpen. Tegen mij heeft ook eens iemand geglimlacht op diezelfde manier. Ik was toen nog jong en ik ging voor de spiegel staan, maar mijn das zat goed en er was niets bijzonders te zien. Ik geloof dat het een fout is in mijn constitutie, maar daar wilde ik het niet over hebben. Bob vertelde aan tafel hoe hij op de première plotseling een stuk van zijn rol vergeten was en er was iets met de souffleur en hoe hij zich er uit redde en Lily vertelde ook iets om te lachen. Ik zal jullie vertellen hoe ik een rol gespeeld heb in een stuk dat mij volmaakt onbekend was en dat ik nog nooit onder de oogen had gehad.
Het wordt steeds donkerder en een zware geur van bloemen uit de tuin. Vrouwen en warmte. Maar het wordt koeler en de lucht is zo klaar en mooi. Altijd wat anders en heel schel en lang komt het fluiten van de trein in de verte. Schel en lang en zo moe en zo mooi. Ik was op weg naar Brussel. Ik ging per auto, maar het sneeuwde en het sneeuwde steeds meer en ik kon tenslotte niet verder en ik was gedwongen een paar dagen in een klein provinciestadje door te brengen. Het was er
| |
| |
vervelend en koud en ongezellig. Niemand om mee te praten en alleen de sneeuw. Alsof er niet anders bestond. Ik dronk een kruik jenever en ik ging naar bed en de volgende dag weer de sneeuw en ik hoorde dat er een toneelvereniging was. Ze hadden ontdekt wie ik was en wilde ik niet iets voordragen. Ik zei nee want ik had hoofdpijn en ik zou het anders ook niet gedaan hebben. Maar zij waren erg verlegen en hun naïeve bewondering fleurde mij wat op. Zij zeiden dat er vanavond een stuk werd opgevoerd. Ik kende het niet en ik weet de titel niet meer. Zij zeiden dat het erg mooi was en het was erg leuk en ik beloofde te zullen komen. Ik deelde autogrammen uit. Ze draalden nog wat. Ik vertelde een paar oude anecdoten waar ze heel hard om lachten. Toen gingen zij weg.
De opvoering vond plaats in een kleine rechthoekige zaal, kaal en somber als een gevangenis. Het was een gymnastieklokaal dat zij voor de gelegenheid gehuurd hadden. Het licht was hard. Achterin stonden paarden en bruggen. Er was veel geschuif van stoelen en gefluister en er keken voortdurend mensen naar mij om. Ik stond op en ging achter het toneel kijken hoe het daar vlotte. Er heerste een nerveuse stemming. Het was benauwd en er liepen mensen op en neer en men riep naar elkaar en naar de kapper of de souffleur. Iemand viel over een kist. Iemand herhaalde een paar maal een woord dat ik niet verstond. Het was gelukkig een modern stuk. Ik houd niet van klassieke stukken, hoewel ik daarin juist mijn grootste successen heb behaald. Een meisje lachte schel. Ik raakte in gesprek met een man die zei dat hij eens met mij had samengewerkt, maar ik kon het mij niet herinneren. Men vergeet veel. Misschien wilde hij zich ook alleen maar opdringen, maar ik zei ja en juist en ja en plotseling merkte ik dat het stuk al aan de gang was. Ik ging in de coulissen staan om beter te kunnen zien, want ik had geen zin om de zaal in te gaan.
Het was een nette maar enigszins burgerlijke kamer. Geel en groen behang en een spiegel boven de schoorsteen en een paar goedkope fauteuils en de onvermijdelijke canapé. Koeien aan een sloot met een molen en foto's op de schoorsteenmantel en kussens en een vrouw met één borst bloot en heel onverwacht een landschap van Van Gogh. Bij de canapé een boekenrek met franse en engelse boeken en penguins en veel bloemen. Een jonge vrouw en een jonge man noemden elkaar Albert en Bella, zoals ik al zei, en ze praatten samen ergens over. Het was niet bijster interessant maar zij had een lieve stem en hij was een jong advokaat. Chéri en liefste of vrouwtje. Het was een franse comedie. Ze kusten elkaar. Je ogen. Wat zullen wij eten vandaag. Zij glimlachten. Bella. En vanavond zullen wij uitgaan. Muziek en jij trekt die japon aan die ik je met kerstmis gegeven heb. Ja. Het is zo heerlijk. Vrouwtje. Als wij rijk zijn. Ja. Hij heeft het met een gordijnkoord gedaan. Chéri. Als wij rijk zijn. Ik moet steeds naar je kijken. Liefste. Ja. Je wordt een beroemdheid. Je japon. Een gordijnkoord. Als wij rijk zijn. Albert
| |
| |
en mijn lieve suikerbeestje en ja poes en plotseling zei iemand vlak achter mij kom jij moet op.
Ja jij. Gauw nu en ik wendde mij om, maar iemand gaf mij een duw en voor ik het wist stond ik midden op het toneel. Midden op het toneel ja vlak tegenover Bella en Albert. Ik keek naar die plaats waar ik zojuist nog gestaan had en ik zag een verschrikt gezicht en nog een verschrikt gezicht er achter. Een belachelijke vergissing natuurlijk. Maar wat moest ik doen ik kon niet zomaar weglopen nee ik kon niet weglopen, ik moest iets doen. Achter de coulissen werd hevig gefluisterd. Ik hoorde iemand giechelen. Ik keek naar de souffleur maar die keek met grote ogen terug. Ik moest iets doen spelen, een paar woorden zeggen en weer af. Hier is de krant mevrouw ik ben de bediende nee ik heb geen krant de post nee mijnheer dinges heeft juist opgebeld en de bridge gaat niet door nee ik zie er veel te netjes uit nee een heer een heer en zij keken mij voortdurend aan. En de zaal, de zaal en ik moest nu wat zeggen. Heb ik de eer en natuurlijk ik ben een advokaat, ik ben een beroemd advokaat die op doorreis is ja en ze begrepen het en ik kuste haar de hand, want het was een frans stuk. Ik kuste haar de hand een man van de wereld en ik heb gehoord van die zaak ja met een gordijnkoord heeft hij haar geworgd. Afschuwelijk ja en u neemt de verdediging dus op zich. Zo zo en ja ja een geruchtmakende affaire. Er wordt veel over gesproken ja de crime passionel wordt steeds zeldzamer. Wel, het is een grote kans voor u. Ik ben, zoals gezegd, op doorreis. Ik wilde u alleen even succes wensen en een crime passionel is het begin van elke grote carrière ja als u het maar handig aanpakt. Ik heb u toevallig eens horen pleiten, een onbelangrijke zaak maar ik geloof dat u talent hebt en nu kan ik opstaan en nogmaals succes wensen en haar de hand kussen hoe heet dat parfum toch weer en dan kan ik verdwijnen. Dat had ik er knap afgebracht en ik zag de souffleur glimlachen en ik dacht de idioot die mij het toneel heeft opgeduwd en was het een vergissing of wat was het, maar ik had mij
er handig uitgered en ik keek naar Bella. Zij had wel een knap gezichtje vond ik, maar popperig en onbeduidend en zij had een lelijke trek om haar mond en toch ergerde ik mij een beetje dat ik dat parfum niet thuis kon brengen, maar plotseling merkte ik dat ik iets te lang naar haar had gekeken toen Albert vroeg of ik een cognacje met hem wilde drinken. Ik had dadelijk weg moeten gaan bij succes, dan was alles goed geweest, maar er was een kleine pauze en iemand moest iets zeggen. Maar wat deed het er eigenlijk toe ik was op doorreis had ik gezegd en een cognacje natuurlijk ja een cognacje en ik kon elk ogenblik opstaan en zeggen dat ik weg moest mijn trein gaat om zo en zo laat. Natuurlijk moest ik op mijn qui-vive zijn, want het was een kleine bijrol die ik geschapen had een episode en ik moest mij binnen een zekere tijdslimiet houden wilde ik mijn vondst niet weer bederven en dat zou jammer zijn en misschien was het toch beter geweest als ik het cognacje geweigerd had ik heb haast.
| |
| |
Dat was waarschijnlijk ook het antwoord dat Albert verwacht had en zijn vraag was alleen maar een hint, maar misschien was het juist daarom dat ik ja zei. Ik heb geen hints nodig van jongelieden die pas komen kijken en ik weet zelf het beste wat mij te doen staat en misschien was het ook alleen maar het plezier in mijn eigen vindingrijkheid en in mijn creatie, een plezier waarvan ik nog even wilde genieten. Ja dat was het geloof ik, want ik beheerste de situatie nietwaar ik kon doen wat ik wilde en ik was op doorreis, ik kon een minuut meer of een minuut minder blijven als ik de grens maar in acht hield en ik mocht natuurlijk niets belangrijks zeggen. Maar hoe zou ik iets belangrijks kunnen zeggen wanneer ik de inhoud van het stuk niet kende ja hoe zou ik en ik voelde dat ik vrolijk werd, een lichte vrolijkheid die mijn gehele lichaam doortintelde tot in de vingertoppen toe. Ik liet mij in een van de goedkope fauteuils vallen. Ik zei iets leuks uit een ander toneelstuk en ik hoorde de zaal lachen. Ik babbelde wat en ik stak op mijn gemak een sigaar op en het speet mij alleen dat de cognac geen echte cognac was maar koude thee.
Ik zag een man tussen de coulissen staan die tekens gaf en zijn hoofd heen en weer bewoog en ik hoorde de souffleur iets zeggen, maar ik verstond niet wat. Het interesseerde mij trouwens niet. Ik had in geen twee maanden gespeeld en ik luisterde geboeid naar mijn eigen stem, zoals altijd wanneer ik toneelspeel en hoewel ik niets van belang zei. Het weer en een paar advokatengrappen die ik eens had opgedaan en complimenten en nog een paar banaliteiten. Soms lachte ik om wat ik zelf zei, maar dat hoorde zo bij mijn rol. De anderen lachten niet, maar dat was te begrijpen en ik nam het ze niet kwalijk dat ze niet lachten. Zij hadden nog niet veel toneelervaring jonge mensen en de machinerie van hun verhaal was gestoord en zij konden zich niet zo snel aanpassen en, hoe onwaarschijnlijk het ook klinken moge, misschien was dat ook een van de redenen waarom ik mij nog niet terugtrok. Ja dat was ook een van de redenen. Niet uit kwaadaardigheid nee ik geloof niet dat het uit kwaadaardigheid was, maar ik begon een welhaast wetenschappelijk belang in de situatie te stellen, ofschoon het moeilijk te zeggen is of mijn belangstelling de rollen van Albert en Bella zelf gold dan wel de wijze waarop zij die rollen vervulden, vooral ook met betrekking tot mij. En het stuk zelf hoe het bedoeld was, wiens plaats ik eigenlijk had ingenomen en wat had hij moeten zeggen, wat waren zijn mogelijkheden. Albert een advokaat ja jong ja en een proces of had ik zelf het belang daarvan teveel opgeblazen, misschien speelde het geen rol verder. Dat zou jammer zijn, want het gordijnkoord hield mij om de een of andere reden zeer bezig. Als wij rijk zijn. Muziek en ja japon en kerstmis. Het is zo heerlijk, maar het gordijnkoord. Ja het gordijnkoord. Ik wist het niet maar ik vond het jammer dat Bella niet interessanter was zeker zij was knap, oppervlakkig gezien ten minste, maar er ging weinig van haar uit een schaakstuk nee geen spirit. Zij
| |
| |
had nog zo goed als niets gezegd, alleeen knikte zij af en toe en keek mij ernstig aan met haar grote poppenogen. Zoals kinderen soms kunnen kijken ernstig en toch onnozel. Albert leek mij wat nerveus. Ik volgde met aandacht zijn gebaren en ik zag hoe hij herhaaldelijk met zijn hand over zijn revers streek steeds dezelfde beweging. Eenmaal stootte hij zich tegen de tafel. Mag ik u nog een cognacje presenteren toen ik even zweeg. Zijn stem klonk aarzelend en tegelijk een beetje geïrriteerd. Niet erg vindingrijk. Bovendien had ik mijn glas nog niet leeg. Ik dronk het leeg. Een cognacje maar natuurlijk man een cognacje nog wel drie. Heel joviaal en zelfverzekerd en een beetje neerbuigend, de oudere advokaat die op het toppunt van zijn carrière staat tegenover een jonge collega. Hij bleef een ogenblik stokstijf staan alsof hij mij niet begrepen had stokstijf. Nog wel drie herhaalde ik en toen ging hij langzaam naar het buffet. Ik keek Bella aan. Zij sloeg haar ogen neer. Ik tipte de as van mijn sigaar. Plotseling merkte ik dat het opvallend stil geworden was achter het toneel en ik zag niemand achter de coulissen. Ook de souffleur was verdwenen het hokje leeg. Opvallend stil. Albert bracht mij het glas en zei zacht en smekend bijna waarom bent u niet gegaan waarom. Ik schrok. Dat was ik vergeten ja ik was het vergeten nog wel drie. Ja maar tenslotte kon ik altijd nog weg, wat doet het er toe, straks kunnen zij weer doorgaan het stuk zal toch wel niet de moeite waard zijn en wat doet het er toe dat het vijf minuten langer duurt. Ik dacht scherp na. Misschien kon ik mijn rol nog wat uitbreiden dat zou interessant zijn ja dat zou de kroon op het werk zetten o natuurlijk ja het moest een bijrolletje blijven, maar als ik de mogelijkheden maar begreep en waar het stuk heen wilde. Aardig vrouwtje heb je zei ik luid en om iets te zeggen. Ja. Wat had de man moeten zeggen wiens plaatsvervanger ik ben. Hij moet op mij geleken hebben, anders had men
mij niet voor hem aangezien of was het boos opzet. Charmant werkelijk charmant. Ja. Als ik jou was zou ik wel enthousiater zijn over zo'n vrouw dan ja en ja en zo'n mooie naam Bella en ja en ja. Vrouwen horen graag complimentjes ook van haar eigen man. Ik mag toch wel je zeggen nietwaar. Ik ben zoveel ouder en ik heb mijn carrière al achter de rug nu ja nog niet helemaal achter de rug misschien, maar jij begint de jouwe pas. Bovendien heb ik veel belangstelling voor je. Dat heb ik al gezegd. Ik voel me alsof ik je vader ben. Jullie vader. Vader herhaalde ik nog eens met nadruk en ik lachte. Ik zag dat Bella snel opkeek. Bella, Albert en het is zo heerlijk. Gezondheid en succes. Succes. Wij klonken. Albert morste een beetje. Het smaakte afschuwelijk.
Ik dacht zou ik nu maar gaan, maar plotseling schoot mij weer het parfum te binnen en ik voelde dat er iets ontbrak. Ik zag weer hun glimlach tegelijkertijd toen zij elkaar aankeken en nee ik kon nog niet gaan. Medeplichtig dacht ik, maar ik wist zelf niet wat ik met dat woord bedoelde. Ik drukte mijn sigaar uit en stak een sigaret op. Medeplich- | |
| |
tig. Ik bood Albert ook een sigaret aan, maar hij weigerde. Ik glimlachte. Ik bleef intussen praten omdat ik bang was dat hij mij een derde cognacje zou aanbieden. Ik merkte dat zijn bewegingen steeds schichtiger werden en ik had er een vreemd plezier in om hem te observeren, maar Bella bleef ogenschijnlijk rustig zitten, stil en enigszins ineengedoken. Ja poes. Zij had tot dusver nog niet veel gezegd en ik wendde mij nu tot haar en ik begon een gesprek met haar. Zij antwoordde eerst heel kort ja en nee, maar langzamerhand werden haar antwoorden langer en zekerder en zij had, zoals ik al zei, een aardige stem. Zij keek mij voortdurend strak aan alsof zij bang was dat er iets mis zou gaan wanneer zij haar ogen van mij afliet. Alleen af en toe wierp zij een snelle blik naar Albert, die ik achter mij op het toneel heen en weer hoorde lopen met kleine onrustige stappen. Ik voelde mijn rol groeien in de situatie langzaam langzaam zich ontplooien en het was trouwens te laat begreep ik nu, ik kon er niet aan ontkomen en ik merkte plotseling dat ik er ook eigenlijk niet aan had willen ontkomen, misschien om het parfum en misschien ook om andere redenen. Ik zag alles nog niet scherp voor mij, maar ik wist dat het zich nu vanzelf verder zou ontwikkelen, het kon ook niet anders. Misschien was het de zaal, ik weet het niet. Het was doodstil in de zaal en onze woorden klonken scherp en helder en Bella die mij aankeek en het geluid van Alberts stappen, heen en weer. Ik nam een ongewone gespannenheid in mij waar en ik zei niets en zij antwoordde iets en ik dacht een pop wat jammer dat zij niet interessanter is en het
was doodstil in de zaal en ook achter het toneel en er was niemand en Alberts stappen heen en weer.
Ik draaide mij om en Albert bleef staan, een beetje voorovergebogen alsof hij ieder ogenblik zou vallen. Wij keken hem aan en hij stond daar maar, een beetje voorovergebogen en hij streek met de hand over zijn revers. Ik kuchte en hij ging naar de tafel en verschoof een asbakje. Het was van porcelein met een hert er op. Zijn vingers waren lang en smal en erg wit. Bella begon iets te zeggen maar hield plotseling op. Ik vroeg waarom hij niet ging zitten. Hij liep naar de stoel tegenover mij. Ik begon iets te vertellen, iets grappigs, maar hij scheen het niet te begrijpen en keek recht voor zich uit en misschien was het trouwens niet zo grappig. Bella stond op en ging voor de spiegel haar haar doen. Ik zag nu dat zij ook een aardig figuur had, een beetje stijf alleen, maar plotseling zag ik in de spiegel weer haar ogen op mij gevestigd. Het was alsof ik mij iets herinnerde. Ik zei het gordijnkoord. Ja hij heeft het met een gordijnkoord gedaan. Hij schrok. Ik voelde dat hij schrok, maar ik keek voortdurend naar de spiegel en zij sloeg haar ogen niet neer. Ik wist dat hij ook naar de spiegel keek, maar zijn positie was zo dat hij alleen haar hoofd kon zien en niet haar ogen in de spiegel.
Dat gordijnkoord zei ik en ik onderging een vreemde voldoening toen
| |
| |
ik het zei. Ik ben tenslotte hier om de zaak met je te bespreken, nietwaar, en wij moeten de zaak van alle kanten bekijken. Je kunt er je carrière mee maken of niet, dat hangt er maar van af in hoeverre je je met hem kunt vereenzelvigen. Dat is de enige manier om een goed pleidooi te houden om je met hem te vereenzelvigen. Ik weet niet meer hoe hij heet, maar dat doet er niet toe. Natuurlijk is het moeilijk erg moeilijk, ik bedoel de psychologie. Jij zoudt niet in staat zijn om je eigen vrouw met een gordijnkoord te worgen nee daar zou je niet toe in staat zijn. Nee zei hij nee. Maar tenslotte is hij toch een man net als jij en ik. Maar de reden zei hij, er is geen reden. Nee inderdaad zei ik, daar had ik niet aan gedacht, maar men kan tenslotte nooit weten. Hij bewoog onrustig in zijn stoel. Ik zocht Bella's ogen. Zo op het eerste gezicht, zei ik, is er geen reden maar het leven is zeer gecompliceerd weet je, het is moeilijk een oordeel te vellen. Nee Bella is je nooit ontrouw geweest. Nee. Natuurlijk niet, waarom zou ze. Je bent jong en je glimlacht en de toekomst is vol geheimen. Je houdt toch van je man nietwaar Bella vroeg ik. Zij antwoordde kort ja en keek mij ernstig aan. Zie je het is zoals ik zei. Hij noemt je zijn suikerbeestje en misschien geeft hij je nog andere naampjes en dat klinkt lief en je houdt van hem. Het kan zijn dat het na de tiende keer minder lief klinkt maar in de liefde, zo heeft men mij gezegd, is elke keer de eerste keer ook de tiende. Het doet er dus niet toe dat hij tien keer suikerbeestje zegt en hij kan het nog tien keer zeggen suikerbeestje suikerbeestje suikerbeestje en hoewel je voelt dat het langzamerhand wat goedkoop wordt en om zo te zeggen meer wil zijn dan het is, lijkt het toch nog steeds lief omdat hij het zegt. Zo is het toch nietwaar ik begrijp het toch goed. Wanneer ik het woord gebruik klinkt het natuurlijk idioot, dat besef ik heel goed en wellicht had ik het beter niet kunnen noemen, maar ik
moet de kwestie toch op de een of andere manier duidelijk maken. Intussen zou het misschien aardig zijn aardig ja om eens wat anders te horen al was het alleen maar om de verandering zelf. Strikt noodzakelijk is het natuurlijk niet, zoals niets in het leven strikt noodzakelijk is, maar als iemand eens zei ja als iemand je eens vergeleek met de Gioconda of met de Venus van Giorgione. Ik weet niet of je de Venus van Giorgione kent, maar het is een zeer mooie vrouw. En weet je Bella je bent werkelijk mooi. Vooral je ogen ja je ogen zij doen mij denken aan een dag op het Como-meer. Het stille water waar de zon in schijnt en de weerspiegeling van de witte villa's en het wiegen van de boot en de zon die in het water schijnt. Ben je wel eens in Italië geweest nee als wij rijk zijn ja natuurlijk als wij rijk zijn. O het is mooi in Italië en op het Como-meer bijzonder mooi. Maar soms kan het er ook stormen ja dat gebeurt er schuilen ongekende diepten onder de oppervlakte ja ik zie een vreemde hartstocht branden onder de stilte van je ogen en heb je dat wel eens gemerkt Albert. Ja ja natuurlijk hoe kan het anders het kan niet anders. Ik zweeg een ogenblik om adem te halen
| |
| |
want ik had tamelijk vlug gesproken. Albert zag erg bleek en zijn mond stond vreemd. Plotseling viel het mij weer op hoe stil het overal was doodstil en wij drieën alleen in de kamer met het geel en groen behang de stoelen de canapé, alleen en doodstil. En je mond zei ik. Ook over je mond zouden veel mooie en gepassioneerde dingen te zeggen zijn ja en ik ergerde mij een beetje omdat zij zulke lelijke lijnen om haar mond had. En toch was het ook wel prettig want het maakte mijn woorden in zekere zin gemakkelijker, hoewel het moeilijk te begrijpen is waarom. En ik luisterde ik luisterde scherp naar mijn eigen stem klaar en afgerond in de doodse stilte. Een koraal of een bloem of ook een vlam een verterende vlam ja een gevaarlijke mond, maar ongetwijfeld heeft Albert dit alles reeds gezegd. Misschien zijn er niet veel mannen die van gevaar houden, maar wanneer zo iemand toevallig op doorreis was en hij zei dat je een gevaarlijke mond had en hij zei nee nee ik wil liever over je oren spreken Bella want alles aan je is even bewonderenswaardig, vooral voor iemand die op doorreis is en straks weer weggaat. Ik zag dat Albert half uit zijn fauteuil overeind kwam en ik lachte hard. Ja je oren Bella je oren weet je zijn gemaakt om nooit gehoorde dingen in te fluisteren en wij moeten de zaak toch van alle kanten bekijken nietwaar Albert. Ik kan die dingen niet hardop noemen, want zij kunnen alleen gefluisterd worden ja alleen gefluisterd, maar het zijn zware en donkere dingen dieren geheimzinnige dieren uit de donkerte diep en zwaar uit het oerwoud dieren die kruipen en klimmen en loeren. Kun je je dat voorstellen Bella al die dieren in je oren en in je bloed die loeren en hijgend hijgend in je bloed kun je je dat voorstellen Bella en de korte klagende antwoorden die je zult geven woorden die je zelf niet verstaat en toch zo heerlijk zo heerlijk en zo warm en donker en je lippen Bella je lippen die opengaan en je ogen en het meer diep diep het
wiegen van de wieren en de zwaarte en schaduwen van glijdende vissen heen en weer en warm en donker in de nacht in de diepte van je bloed Bella. Ja je kunt het je voorstellen want ik ken je dromen Bella de lianen van je armen in je dromen en het bonzen in de verte als op een gong en de zware gestalten en de nevels ja ik ken ze en het breken van de buffels door het struikgewas bonzen bonzen en het golven van de grond en de purperen nevels en heel hoog en eenzaam het zingen van een vogel. Ja je bent mooi Bella en gevaarlijk ja vooral voor een man die houdt van gevaar en het bonzen van de gong kent en die de woorden kan spreken die gonzend als horzels in het bloed kruipen. Ja Bella die mannen zijn er, maar je ontmoet ze niet iedere dag. Die mannen zijn er en soms ontmoet je ze wanneer zij toevallig op doorreis zijn ja het zijn meest oudere mannen die het leven kennen en veel gezien hebben en veel weten, jonge mannen hebben geen verstand van die dingen nee daar zijn zij te oppervlakkig voor. Zij denken dat de liefde een tennissen is met lieve woordjes en vrouwtjes en suikerbeestjes maar nee Bella je mond is
| |
| |
warm en vochtig en ik zie de scherpe glinstering van je tanden en je borst die op en neer gaat Bella zeg heeft iemand je wel eens gekust geen suikerkus maar werkelijk Bella ja zodat je alles vergeet zelfs hem die je kust Bella ja en alleen het wiegen van de wieren en de donkerte en de vreemde vissen en je armen als lianen in de nacht zeg Bella ja Bella ja.
Ik stond op en ging langzaam naar haar toe en zij steunde met een hand tegen de schoorsteenmantel en haar andere hand hield zij stijf tegen haar borst geklemd. Haar ogen waren licht en zonder uitdrukking poppenogen en ik zag dat haar handen gesprongen waren, hard en rood. Albert was plotseling naast mij. Ik bleef staan en wendde mij naar hem om. Er ging een rilling door zijn lichaam en zijn ogen puilden op een wonderlijke manier uit. Hij probeerde iets te zeggen, maar alleen zijn adamsappel bewoog en er kwam geen geluid. Ik sloeg hem aandachtig gade. Ik stak een sigaret op en ik hoorde Bella achter mij hijgen. Natuurlijk zei ik heb ik pas één kant van de kwestie belicht. Het leven is, zoals ik zei, zeer gecompliceerd. Dat heb ik toch gezegd nietwaar. Er zijn zeer veel verschillende facetten en je hoeft niet zo te beven, want je bent het toch met mij eens dat wij de zaak tot een volledige oplossing moeten brengen, met halve oplossingen bereikt men niets. Wij moeten de zaak trachten te begrijpen ja tot in de kern dat is de enige methode tot in de kem. Kijk eens jij bent jong ja chéri en je zult misschien carrière maken, ik wil zelfs als vaststaand aannemen dat je carrière zult maken als wij rijk zijn ja. Jij gaat bergopwaarts en ik ga bergafwaarts, maar nee dat heeft er niets mee te maken dat zeg ik maar zo. Je bent bekwaam ja en misschien een beetje onnozel af en toe de onnozelheid van de jeugd, maar dat doet er niet toe en je zult dure honden kopen voor Bella en juwelen fonkelend rood en groen en zeldzame kleuren en restaurants lichten en luxe zeker mevrouw en hoge deuren auto's die voorrijden en reizen steden Italië en de cocktails aan het strand. Zeker zeker. Maar dat zal allemaal pas later zijn na tien na twintig jaar, maar nu nu Bella jong is mooi is Bella wat kun je haar nu geven ja éénmaal in de week uit en een japon met kerstmis ja en als wij rijk zijn maar zuinig zuinig. Maar dan is Bella reeds
ouder en het leven is killer geworden nietwaar Bella en veel komt te laat ja veel komt te laat want het is de jeugd die mooie dingen wil en zeldzame kleuren en bewondering vooral bewondering. Heb je wel eens bedacht hoe de stille glans van een turkoois haar ogen dieper zou maken en mysterieuser of aan de snelle schittering van een briljant die elke schrede verrassend doet lijken als een danspas ja en het goud en de luxe waarin zij als een orchidee zou opengaan heb je dat wel bedacht. Maar later ja later is alles anders. Zie je niet hoe zij er om vraagt nu om die dingen nu in haar beste jaren hoe de lijn van haar hals en hoe de blankheid van haar voorhoofd maar ja je bent jong natuurlijk dat is ook een charme je bent niet rijk maar jong. Ik begrijp het en ik
| |
| |
realiseer mij alles zeer goed het glimlachen en vrouwtje en kerstmis ja en je bent ook knap zeer zeker. Misschien ben je knapper dan ik bijvoorbeeld. Ik bedoel ook afgezien van je jeugdige frisheid en je glimlach ja. Ik weet het niet maar je ziet dat ik objectief ben, er is trouwens geen reden om niet objectief te zijn. Je bezit veel eigenschappen die aangenaam zijn te bezitten en misschien zullen sommige mannen van mijn leeftijd je om die eigenschappen benijden. Maar daar staat tegenover dat ik rijk ben en de mensen kennen mij ik ben beroemd en de mensen buigen en dat is een prettig gevoel weet je, vooral vrouwen vinden dat prettig ja vooral vrouwen. Dat moet je goed begrijpen. Overigens zeg ik dit alleen maar om de zaak duidelijk te maken want, zoals gezegd, er zijn veel verschillende facetten en het is niet onmogelijk dat ik Bella zou kunnen winnen door mijn rijkdom of mijn carrière, indien ik er niet door andere qualiteiten in zou slagen.
Maar waarom waarom zei Albert. Zijn stem klonk hoog en schel en er stonden zweetdruppels op zijn voorhoofd. Ja waarom dat is een andere kwestie en doet niet ter zake. Maar het zou kunnen zijn dat ik liefde had opgevat voor Bella dat kan toch op een mooie en interessante vrouw en van zo'n adembenemende schoonheid. Dat is toch heel goed mogelijk nietwaar zoiets gebeurt toch en je moet wel bedenken dat ik zeer gevoelig ben voor de bekoring van een vrouw. Ik wil het eerlijk zeggen ik ben vijftig, maar dat is nog niet oud nee misschien is het zelfs de beste leeftijd voor de liefde. Men heeft veel geleerd. Men kent de vrouwen en wat zij verlangen en de donkere plekken diep in haar ogen en men heeft leren spreken men heeft de woorden geleerd die een vrouwenhart veroveren. Misschien lijkt je dat niet belangrijk en je denkt de woorden doen er niet toe ja dat denk je ik ben ook geweest als jij ja dat is lang geleden, maar daar wilde ik het niet over hebben en ik bedoel alleen maar dat je je vergist. Jouw liefde tast in 't rond met onhandige vingers als een blindeman en je woorden zijn ijl en onzeker, maar de mijne weten wat zij willen en zij strijken neer als vlinders in haar hart en elk moment wordt tot een bloem die geurend opengaat en steeds weer nieuwe bloemen steeds bedwelmender tot aan de laatste mogelijkheden ja tot aan de laatst mogelijkheden Bella hoor je want ik ken je Bella en de bloemen van je hart die geuren en glanzen. Wanneer je dichterbij komt Bella ja dichtbij dichtbij en warm dan zal ik de woorden spreken Bella die je nooit gehoord hebt die als vlinders zijn die zuigen lang en innig naar de honing van je hart ja en de vreemde huivering van mijn handen over je huid Bella zo heerlijk zo heerlijk als je dichterbij komt heel dichtbij. Want ik houd van je Bella dat heb ik toch gezegd, omdat ik je ken Bella en de diepte van je ogen en je vochtige adem als de wind die hijgend door het oerwoud gaat dichtbij dichtbij. Albert. Hoor je hij zegt iets Albert ja
hij zegt iets maar wij hebben het niet verstaan. Maar het heeft geen zin geen zin waarom het heeft geen zin. Hoor je dat het heeft geen zin, maar wat noem jij
| |
| |
een zin Albert niets heeft een zin en het gaat er maar om of je het begrijpt. Waarom waarom. Dus je gelooft het niet Albert je gelooft niet aan de liefde je denkt het is niet waar nee je vertrouwt te veel op je eigen charmes Albert en daarom geloof je het niet. Chéri denk je ja maar men zegt zoveel en men moet zijn woorden steeds herzien in het leven. Zo is het nu eenmaal ja. Ik lachte. Je gelooft het dus niet en je wilt een keuze zei ik, een beslissing nietwaar. Nee. Jij of ik nietwaar. Nee. Nee nee. Ja ik zie dat wil je daar stuur je op aan en je denkt een oude man en zijn carrière gaat nu toch ten einde en het wordt kil in zijn hart en jij jong ja een advokaat ja en een proces waar je carrière mee kunt maken ja als je het maar begreep. Je bent te ijdel en te zeker van jezelf en je denkt dat je met een glimlach de wereld kunt veroveren, maar goed ja wij zullen haar voor de keuze stellen omdat jij het zo wilt ja je hoort het Bella hoor je omdat hij het zo wil en hij gelooft niet aan de vlinders en de honing en het wiegen van de wieren Bella hij gelooft niet aan juwelen en steden en liefde en kussen. Bella. Bella zei hij hees. Bella zei ik. Bella maar zij kwam langzaam naar mij toe en ik nam haar hand Bella ja haar hand en dit is het ogenblik weet je ja het ogenblik waarop je steeds gewacht hebt in je dromen ja het kan geen ander ogenblik zijn en je hand is blank en zacht als room Bella en wanneer ik je hand tegen mijn oor leg is het een schelp en ik hoor het ruisen van de zee ver en vol geheimen. Nee Albert nee ik ben nog niet klaar en je hebt het zelf gewild nee het is te laat nu het is te laat. Wanneer ik zeg kus mij Bella dan zal zij mij kussen Bella, mij en niet jou. Nee. Kus mij Bella. Nee. Zij kwam dichter tegen mij aanstaan. Ik voelde haar borst en haar dijen en zij hief haar lippen naar mij op en haar ogen poppenogen en hoe heet dat parfum toch hoe heet het. Albert bleef onbeweeglijk staan en wit als een doek en
onbeweeglijk. Luister Bella zeg dat je niet van hem houdt dat is toch zo je houdt niet van hem. Zeg de waarheid. Ik houd niet van Albert. Klaar en helder en zonder aarzeling en zij keek mij strak aan helder en zonder uitdrukking en haar mond half open en ik zag dat zij een gouden kies had. Hoor je Albert en verder verder Bella is het niet idioot om suikerbeestje te zeggen. Het is idioot om suikerbeestje te zeggen het klinkt idioot. Hoor je Albert het klinkt idioot om suikerbeestje te zeggen en je hebt er niets aan en verder verder Bella zeg ik aanbid je. Ik aanbid je. Hoor je Albert zij aanbidt mij ja zij aanbidt mij en zij geeft niet om je onnozele glimlach alsof iemand iets grappigs beweerde of iets anders, maar het kan mij niet schelen wat nee het kan mij niet schelen en zij geeft er niet om. Zij aanbidt mij hoor je Albert en ik kuste haar ik kuste haar mond en haar oor en diep in haar nek en zij zuchtte en vaag door het gordijn van haar haren zag ik hoe Albert een paar passen deed en schuin voorover op de canapé viel op de onvermijdelijke canapé en de boeken en de penguins en Van Gogh en hij leek erg mager ja erg mager en ik zag het schokken van zijn schouders en ik kuste haar ja en haar zure adem
| |
| |
en lieveling lieveling en ineens wist ik het parfum weer ja een heel gewoon parfum en goedkoop lieveling ja hoe is het mogelijk dat ik het niet eerder herkende ja heel gewoon en goedkoop.
Heel stil is het wanneer Niels Hartman zwijgt en het is volslagen donker geworden nu. Heel stil en alleen de rode puntjes van sigaretten. Het is koud. Men hoort een auto rijden over de weg. En het gordijnkoord vraagt een der gasten. Ja het gordijnkoord. Ik zei in het begin al dat ik de rol er van waarschijnlijk overdreven had. Het speelde niet zo'n grote rol als ik dacht. Er was trouwens in die kamer geen gordijnkoord ja dat was nu eenmaal zo. Maar hoe liep het af wat was het einde. Niels Hartman bleef een ogenblik zwijgen en de gasten huiverden in de nacht. Het einde ja ik weet het niet. Ik zei al dat enkele details mij ontglipt waren en het einde doet er trouwens niet toe, het zal wel onbelangrijk geweest zijn. Het kan trouwens ook zeer belangrijk geweest zijn, maar juist de belangrijkste dingen vergeet men vaak in het leven ja juist het belangrijkste. Jullie vragen zoveel en het kan best zijn dat het helemaal geen toneelstuk was en dat de kamer werkelijk bestaan heeft met het gele en groene behang en de bloemen. Ja dat kan best zijn. Ik weet het niet. Misschien heb ik twee herinneringen door elkaar gehaald ja dat kan best zijn, want ik wilde jullie toch iets grappigs vertellen nietwaar. Maar men wordt oud. Het geheugen bedriegt mij tegenwoordig vaak en laten wij liever naar binnen gaan en de lichten opsteken, want het wordt kil buiten ja het wordt kil.
PAUL RODENKO
|
|