Koers naar Tinka
Al voer ik op de Noordpoolvaart,
ik word gedreven naar Uw tropen.
Ik wil mijn lippen in Uw oogen doopen
waarlangs de nacht valt van Uw haar.
En langs d'ivoorkust van Uw hals
zeilend naar Uw windstille schouders,
heb ik bijna geen wenschen meer, behoudens
twee schiereilanden van koraal.
Verleen mij daar een ankerplaats,
laat Uw gedachten mij omspoelen,
zoodat het ruischen in mijn ruim weerkaatst
en ik de golfslag van Uw hart kan voelen.
GUILLAUME VAN DER GRAFT
(Uit de binnenkort te verschijnen bundel ‘In Exilio’; A.A.M. Stols, 's-Gravenhage, Helikon-reeks 2.)