Columbus. Jaargang 1(1945-1946)– [tijdschrift] Columbus– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] [Nummer 4] Afscheid van Holland Omdat de spiegel is gebroken en ik mezelf zò niet wil zien heb ik het harde woord gesproken, dat ik van nu een ander dien. En om een simpel niet begrijpen, afkeer van een bekrompen geest, niet willen dansen op een pijpen ofschoon dit er steeds is geweest laat ik de blinkende rivieren onder de koepel van een lucht waarin de wolken, felle dieren, elkaar belagen op hun vlucht, laat ik de vierkante tapijten, dit altijd vlakke vergezicht, dat bomen, huizen en hooimijten donker en groot maakt tegen licht, laat ik die slanke smalle schepen als vissen in een klare stroom; heeft mijn gemoed zich niet vergrepen aan een te weerstandsloze droom? En is dit zachte koele suizen wel iets dat men zichzelf ontneemt, die wind, waarvoor de peppels ruisen - werd ook hùn fluisteren mij vreemd? Ik weet wel dat ik moet besluiten, maar is iets waar de geest naar haakt lang voor de kringloop zich kan sluiten niet vaak al door het hart gelaakt? Nog is de scheiding onvolkomen hoewel het uur reeds bijna slaat. Van Holland zal ik blìjven dromen, wat buiten ligt is surrogaat. 18/9/'45 HEIN J. ROETHOF Vorige Volgende