Columbus. Jaargang 1(1945-1946)– [tijdschrift] Columbus– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] [Frans Babylon: Gedichten] Wroeging Je lieve onschuld heeft mij zó bekoord, dat ik je steeds verleidelijker boeide, laf liefde veinsde vóór ik schendend stoeide, ver in de stilte, op een bloemenboord. Elk die mij eens of meer heeft toebehoord, weet dat mijn lust haar innigst wezen schroeide en dat ik mij tot walgens toe vermoeide: mijn wroeging is zelfs niet door spijt gesmoord, sinds ik de maagden als door God verstoten engelen zie, die passieus gekust of diep ontvlamd door aangevuurde lust, zich meestal, na 't genietende ontbloten, pas, schaamrood, van hun roeping zijn bewust, helaas, voorgoed beroofd van innige rust. Anti-guerilla Door troepjes negatieven die nog resten van de oorspronkelijke schennismacht, wordt 't prilst motief nog bandeloos verkracht in de geïsoleerde rottingsnesten. Bundels pamfletten blijven nog verpesten, de schoonste dromen worden omgebracht, tot terging van dit positief geslacht: door doodsnood tot herschattingen gepresten. In 't moordklimaat van cellen en van kampen, voedden ons jarenlang-bespotte waarden bezielend, in de plaats van hoer en wijn. Geestelijk ontwaakt in doodsgevaar en rampen, verdelgen wij de schennende ontaarden in 't maagdelijk poëtische domein! FRANS BABYLON [pagina 67] [p. 67] Vorige Volgende