Columbus. Jaargang 1(1945-1946)– [tijdschrift] Columbus– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] [Jan Vermeulen: Gedichten] Winter 1944 Hoe lang ben ik reeds van uw zee gescheiden, Mijn Land, sinds ik, hoe ik ook kijk, niets zie Dan lage, grauwe regenwolken die Als trage schepen langs mijn venster glijden, En die mij nooit zó van verdriet bevrijden Als eertijds uw onstuimige getijden Achter de duinen, tussen Schelde en Vlie. Maar 'k wil niet denken aan wat is geweest, Wetend dat deze troost mij steeds zal blijven: Zolang nog langs een venster wolken drijven Waarin het oog al zijn verlangen leest, Zolang zal nog mijn hand de woorden schrijven Waaraan mijn hart geneest. Herfst voor mij Een vroege morgen dat ik zit te lezen, - Het koele licht valt door het open raam Getemperd door bladeren die nog bewegen, - Hoe komt het dat ik mij nu plotseling schaam, Dat ik al zoveel maanden heb gezwegen? Moest ik dan wachten tot de eerste regen mij weer bevrijdde van mijn ongeduld? Waarom alleen de herfst die mij vervult Met wat ik in geen dromen ooit bereik? Want nu ik deze morgen zit te lezen Voel ik, wanneer ik van mijn boek opkijk Weer woorden in mij groeien tot gedicht. O leven, geef mij dit als laatste plicht: Schrijven, - want als één ding mij kan genezen Dan zijn het woorden, mild als najaarsregen, Blinkende in een herfstlijk vergezicht. [pagina 65] [p. 65] Sneeuw O sneeuw die in het morgenlicht Over de velden ligt gespreid, Zoals een onverwacht gedicht Dat mij van eenzaamheid bevrijdt. Wanneer ik bij 't ontwaken zie De wereld tot een droom verstild, Ben ik opeens weer iemand die Het leven lichter tilt. Een merel in de winterhaag Roept ver zijn heldre morgenkreet. Al wat ik van het leven weet, Het eindigt steeds in de eendre vraag: O liefde, maak mijn woorden licht, Laat mij niet langer stil en arm, Schenk mij een klein en gaaf gedicht, O liefde, - maak mijn woorden warm. De sneeuw ligt blinkend op de wei De wolken drijven langs het raam. Ik vind opeens een oude naam En voel het leven nieuw in mij. O sneeuw die op de landen ligt, Genees mij van mijn eenzaamheid. O liefde, maak mijn woorden licht En stamelend van eeuwigheid. JAN VERMEULEN Vorige Volgende