Columbus. Jaargang 1(1945-1946)– [tijdschrift] Columbus– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] [Henk van Maurik: Gedichten] De geteisterden Slechts bitterheid vult bord en beker en drenkt de wortels van ons hart, vergroeid en in zichzelf verward, maar levenszéker. O dood, wat bindt ons aan het leven en dwingt ons tot in 't bliksemlicht van uw onmiddellijk gezicht u te weerstreven? Wij zijn herkend, en niet gekozen, nòg niet - maar niemand kent zijn tijd, de dood kiest zonder onderscheid uit machtelozen; alles moet naar zijn wil geschieden, Gòd weet dat wij zoo weerloos zijn als kinderen, die angst en pijn vergeefs ontvlieden. Honger, wrok niet zoo dof bezonnen, niemand snoert nodeloos de riem. - O levenskracht, reeds in de kiem doodsoverwonnen. Kwatrijn Wanneer allengs de herfstwinden opsteken, denk ik aan 't zaad en aan de verre streken waar 't henendrijft, maar 'k hoor een zachte stem ontroerd òns uur van vruchtbaarheid afsmeken. HENK VAN MAURIK Vorige Volgende